Check regelmatig tarieven impactvol product

Kantoor via Pixabay

(Uit VVP 5 - 2018) Moet de adviseur zijn klanten werkelijk waarschuwen dat de premie van hun financiële product is gedaald? Ja, in ieder geval als het om een ORV gaat, meende onlangs de Ggeschillencommissie van het Kifid. Waarop Bureau DFO poneerde dat deze uitspraak is door te trekken naar andere producten. Maar welke producten precies?

Uitspraak 2018-339 leidde tot commotie in de verzekeringsbranche. Opmerkelijk, want de stellingname van de Geschillencommissie is niet nieuw. Ook in uitspraak 2015-294 vond de commissie dat cliënten te lang een hogere ORV-premie dan nodig hadden betaald, doordat de adviseur zijn zorgplicht had verzaakt. Dat laatste wil in dit geval zeggen dat hij had verzuimd periodiek aandacht te besteden aan de verzekeringen in zijn portefeuille. Blijkbaar is de sector door uitspraak 2018-339 wél wakker geschud. Bureau DFO meende zelfs: ‘De uitspraak van de geschillencommissie is zodanig algemeen geformuleerd dat deze naar verwachting ook zal kunnen gelden voor andere financiële producten waarbij de adviseur als belangenbehartiger van de klant optreedt’. Maar wat in het midden blijft: om welke producten gaat het dan precies?

Aard

Gelukkig geeft een eerdere Kifid-uitspraak (2015-248) enige houvast. In deze zaak stelde de consument, dat de adviseur zijn zorgplicht had geschonden. Dit door na 1994 -toen hij meerdere schadeverzekeringen afsloot-geen periodiek contact met hem op te nemen om te onderzoeken of de verzekeringen als gevolg van premiewijzigingen nog aanpassing behoefden. Specifiek vorderde hij vergoeding door de adviseur van de te veel betaalde premie voor zijn autoverzekering. De commissie wees de vordering niet toe, onder meer omdat bleek dat de adviseur de klant wel degelijk had benaderd. Maar het gaat hier even om iets anders.

De Geschillencommissie schrijft in uitspraak 2015-248: ‘Een assurantietussenpersoon heeft de verplichting om periodiek aandacht te besteden aan de verzekeringen die hij in zijn portefeuille heeft. De omvang van die verplichting is afhankelijk van wat partijen daarover zijn overeengekomen en van de omstandigheden van het geval, zoals de aard van de verzekeringen en de omvang van de provisie die voor het beheer van de verzekering- en wordt ontvangen. Vaststaat dat de verzekeringen van consument eenvoudig van aard zijn. Verder heeft tussenpersoon ter zitting gesteld dat de jaarlijkse provisie enkele euro’s per verzekering omvat. De Commissie is van oordeel dat de eenvoudige aard van de verzekeringen en het verdienmodel waarbinnen het portefeuillebeheer geplaatst moet worden, in het onderhavige geval meebrengen dat de hiervoor bedoelde verplichting beperkt van omvang is’.

Beetje richting

De verzekeringen die de klant had afgesloten, betroffen: Auto, Caravan, Inboedel, Opstal, Aansprakelijkheid. Dus bij dit soort ‘eenvoudige’ verzekeringen met slechts enkele euro’s provisie voor het beheer, verwacht de Geschillencommissie niet van de adviseur dat hij de klant waarschuwt iedere keer als de prijs van zijn product iets naar beneden gaat. Vanaf welk moment volgens de Commissie een premieverlaging bij eenvoudige producten wél substantieel is, vermeldt ze helaas niet. Ook geeft ze niet vanaf welk niveau van beloning van de adviseur wél een pro-actievere houding van hem mag worden verwacht. Maar uitspraak 2015-248 geeft in ieder geval een beetje richting.

Overigens zou je kunnen verdedigen dat ook een ORV een eenvoudig product is. Bovendien is de beloning voor het onderhoud ook hier gering. Het dienstverleningsdocument van een willekeurige adviseur noemt als advieskosten ORV 125 euro en als ‘kosten gericht op afsluiten product’ 50 euro. Is in totaal 175 euro. Stel dat de ORV 20 jaar loopt, en er wordt geen afzonderlijk bedrag gerekend voor het beheer, is dat voor deze adviseur 8,75 euro per jaar. Dat is aanzienlijk minder dan aan provisie op autoverzekeringen wordt betaald! Zo bezien meet de Commissie met twee maten.

Impactvol

Echter, de maatstaf voor de Commissie zal zijn dat de ORV geldt als impactvol product. En zolang de wetgever geen duidelijkheid verschaft, lijkt dat een goede grens om aan te houden: is een product impactvol, check dan regelmatig of de partij waar de klant is ondergebracht, het tarief van het product heeft verlaagd. En zorg dat de klant dat verlaagde tarief krijgt.

Terecht merkte financieel adviseur Albert van der Poll op VVP Online op dat dit leidt tot ‘elke drie jaar oversluiten’. Indra Frishert (Dazure) blogde: ‘Ik blijf het vreemd vinden dat je een adviseur met extra werk opzadelt omdat hij of zij periodiek de premies moet analyseren. Lees: klanten met extra kosten opzadelt. Het probleem is eenvoudig op te lossen door de oplossing in het product zelf te stoppen, zoals wij bij GoedIdee hebben gedaan. Dazure is met de GoedIdee ORV nog steeds de enige verzekeraar die de premie verlaagt voor bestaande klanten’.

We kunnen gevoeglijk stellen, dat als verzekeraars hiertoe bereid waren geweest, ze dit inmiddels wel zouden

 

doen. Dus branchebreed ‘de oplossing in het product zelf stoppen’ zien wij niet snel gebeuren.

Opdracht

Consultant Richard Meinders (SVC) wees adviseurs nog eens op het belang concrete afspraken met de klant te maken over de reikwijdte van de (doorlopende) dienstverlening. ‘Leg in een opdracht tot dienstverlening vast wat u voor de klant doet in het advies- en bemiddelingstraject én op welke dienstverlening uw klant mag rekenen tijdens de looptijd van het financiële product’. Ook dan is het als adviseur van groot belang om te weten bij welke producten wetgever en toezichthouder verwachten, dat hij in actie komt bij een premieverlaging van een product van een bestaande klant. En waarom eigenlijk ook niet bij een (substantiële) premieverhoging? Want dan is de klant elders misschien beter af.

Regelmatig kijken of de klant nog goed is bediend met zijn product, inderdaad op basis van heldere afspraken, zou toch eigenlijk ook de normaalste zaak van de wereld moeten zijn? De wetgever verlangt dit ook. U kent de teksten wel: regelmatig controleren of het product nog steeds past bij de persoonlijke (financiële) situatie en wensen; regelmatig vergelijken of er nieuwe of vernieuwde producten zijn die mogelijk beter bij de (persoonlijke) situatie van de klant passen; wijzigingen bespreken en desgewenst wijzigen bij de maatschappij indien van toepassing.

Maar het zou zeker helpen als de wetgever (of de AFM) wat meer duidelijkheid verschaft bij welke producten dit nou echt belangrijk wordt geacht.

Reactie toevoegen

 

Reacties

Albert van der Poll - Van der Poll Financiële Diensten 8 oktober 2018

Ik heb eens gekeken naar de provisie die ik op een willekeurige nogal veelvoorkomende verzekering van in Hollandsche guldens fl 100.000,-- kreeg en krijg. Aan afsluitprovisie, ik reken om naar euro, ontving ik 233 euro, en over de looptijd ontvang ik 65 euro aan doorlopende provisie, 2,60 per jaar, gedurende 25 jaar. In vroeger tijden maakten wij geen enkele afspraak over onderhoud zorgplicht of wat dan ook. Met onze moderne bril vergeten we wel eens dat de adviezen gratis en vrijblijvend en in de avonduren bij mensen thuis werden gegeven, zonder gedachte aan een jarenlange adviesrelatie. Die verkoopgerichtheid was toch juist een van de redenen voor het provisieverbod? Doe dan nu niet of het niet zo was. Laat ik eens de wilde aanname doen dat ieder weldenkend mens beseft dat er voor 2,60 per jaar niet verwacht kan worden dat er met regelmaat onderhoud gepleegd wordt. De afsluitprovisie is dan tevens voor het advies en onderhoud van deze klant. De bovengemelde 233 euro is zelfs indien exclusief toegerekend aan deze relatie, zonder rekening te houden met niet gesloten posten, in de eerste jaren opgezegde polissen met retourprovisie, 9,32 per jaar voor deze vrij standaard polis. De beloning is dan in totaliteit bij verder gunstige aanname van alle omstandigheden12 euro per jaar geweest. Het lijkt me dat we naar een iets fundamentelere oplossing moeten dan aan de ene kant telkens - hoe terecht ook- wijzen op zorgplicht, onderhoud en dergelijke, als er niet tevens anderzijds het besef ontluikt dat de beloning in vroeger tijden niet gebaseerd was op onderhoud en zorgplicht. Het is vrij eenvoudig moreel hoog te paard te gaan zitten, ook de acceptatie dat er nu een fundamenteel ander adviesmodel is met een ander prijskaartje mag wat mij betreft wat aandacht krijgen. Mevrouw Frishert geeft al aan dat dat de klant met kosten opzadelt, en ik begrijp van DFO dat zij daar ook een kostenmodel aan hangen. Je zou dan eigenlijk voor het vergelijken van de premies een betaling ontvangen. Maar dat begrijp ik helemaal niet uit de uitspraak, als juridische leek lees ik alleen dat ik iets moet ondernemen als de premie daalt. Bovendien kun je dan op de volgende klacht wachten: mijn adviseur heeft de premie vergeleken, ik heb een nota moeten betalen, maar ik kon weinig of niets besparen. Ik blijf achter met het nare gevoel dat er zoals zo vaak wordt gevraagd om gratis te werken, waarbij de actuele wetgeving wordt geprojecteerd op een achterhaalde wereld.

Editie
Kifid: lange doorlooptijd valt Rabobank niet te verwijten

Kifid: lange doorlooptijd valt Rabobank niet te verwijten

(Kifid-uitspraak GC 2023-0864, bindend) Consumenten verwijten de Rabobank een lange doorlooptijd waardoor een lager renteaanbod was verlopen. De Geschillencommissie...

Kifid: "Te laat klagen, vordering afgewezen"

Kifid: "Te laat klagen, vordering afgewezen"

(Kifid-uitspraak GC 2023-0780 (Bindend) Een consument voert tegen ING twee klachtonderdelen aan. Hij beklaagt zich over het verloop van het aanvraagtraject voor...

Kifid: consument grof nalatig, toch vergoeding

Kifid: consument grof nalatig, toch vergoeding

(Kifid-uitspraak GC 2023-0779, bindend) Een consument is slachtoffer geworden van afpersing waarbij derden de beschikking hebben gekregen over zijn bankpas, pincode...

Kifid: klacht tegen De Hypotheker Papendrecht ongegrond

Kifid: klacht tegen De Hypotheker Papendrecht ongegrond

(Kifid-uitspraak GC 2023-0757, Bindend) In verband met het naderende einde van de looptijd van één van de leningdelen van een hypotheek bij Obvion...

Kifid: Rabobank keurt ten onrechte creditcard-betaling af

Kifid: Rabobank keurt ten onrechte creditcard-betaling af

(Kifid-uitspraak GC 2023-0758, Bindend) De consument houdt een creditcard aan bij de Rabobank. Hij heeft een huurauto gereserveerd voor tijdens zijn vakantie in...

Kifid: geen tegenbewijs, geen aanvullende uitkering

Kifid: geen tegenbewijs, geen aanvullende uitkering

(Kifid-uitspraak GC 2023-0616) De consument heeft op 24 november 2021 bezwaar gemaakt tegen de beslissing van Achmea Schade (Interpolis) in 2005 om geen verdere...

Kifid: opnieuw ingediende klacht niet behandelbaar

Kifid: opnieuw ingediende klacht niet behandelbaar

(Kifid-uitspraak GC 2023-0615, bindend) De consument klaagt over de (totstandkoming van de) second opinion van met betrekking tot een rechtsbijstandverzekering van...

Kifid: terechte verwachting van consument is nog geen toezegging van de bank

Kifid: terechte verwachting van consument is nog geen toezegging van de bank

(Kifid-uitspraak GC 2023-0614) Consumenten doen bij ABN Amro een hypotheekaanvraag zonder advies. Ze hebben het idee dat de hypotheekaanvraag wordt toegewezen, maar...

Kifid: klacht over registratie deels niet-behandelbaar deels gegrond

Kifid: klacht over registratie deels niet-behandelbaar deels gegrond

(Kifid-uitspraak GC 2023-0587) De consument heeft een klacht ingediend over de registratie van zijn persoonsgegevens in het EVR door Nationale-Nederlanden Schade....

Kifid: klacht over late afwijzing financieringsaanvraag ongegrond

Kifid: klacht over late afwijzing financieringsaanvraag ongegrond

(Kifid-uitspraak GC 2023-0588) ASR heeft kort voor de overdracht een financieringsaanvraag afgewezen. Consumenten klagen bij Kifid over de communicatie van de verzekeraar...