Laatste woord over rentemiddeling nog niet gezegd

1. 15 januari 2018
2. 0 reacties

De NVB erkent het maatschappelijk belang van rentemiddeling, maar banken moeten wel hun financieel nadeel bij de klant in rekening kunnen blijven brengen. Dat schrijft de vereniging van banken in haar reactie op de internetconsultatie Wijzigingsbesluit financiële markten 2018.

Voor de NVB is de belangrijkste wijziging uit het Besluit de wettelijke verankering van de financiële
gevolgen bij het voortijdig openbreken van een rentevaste periode (waarbij de vergoeding door de
klant direct wordt betaald of door middel van rentemiddeling). Het besluit bepaalt dat niet meer dan
het financieel nadeel door een geldverstrekker in rekening mag worden gebracht bij het wijzigen van
de rentevaste periode uit de overeenkomst. Voor de invulling van dit financiële nadeel krijgt de AFM,
net als bij de vergoeding voor vervroegd aflossen, hierbij de bevoegdheid nadere regels te stellen.

De NVB "erkent het maatschappelijk belang van rentemiddeling en vindt het daarom belangrijk dat
rentemiddeling duurzaam in de markt kan blijven worden aangeboden. De AFM kan een bijdrage
leveren aan de transparantie en eenduidigheid door gebruik te maken van haar bevoegdheid tot het
stellen van nadere regels, maar hiervoor dient wel het werkelijk financieel geleden nadeel (en niet
meer dan dat) door de geldverstrekker bij de klant in rekening te kunnen worden gebracht".

De NVB stelt dat voor de bepaling van het financieel nadeel bij rentemiddeling aansluiting kan
worden gezocht bij de uitgangspunten in de AFM leidraad 'Vergoeding voor vervroegde aflossing
van de hypotheek', met uitzondering van de navolgende twee aspecten:

1. Anders dan bij het betalen van de vergoeding voor vervroegd aflossen in één keer bestaat
bij rentemiddeling het risico dat de klant vroegtijdig het contract volledig beëindigt
(bijvoorbeeld door verhuizen of extern oversluiten). Dit heeft tot gevolg dat er uiteindelijk
slechts een deel van het door de geldverstrekker geleden financieel nadeel door de klant is
vergoed omdat de vergoeding voor het financieel geleden nadeel bij rentemiddeling
verdisconteerd zit in de toen overeengekomen nieuwe rente. De NVB is van mening dat dit
risico financieel moet kunnen worden afgedekt in de bij de klant in rekening te brengen
vergoeding voor rentemiddeling.

(Het Verbond van Verzekeraars raakt ook aan dit punt in haar consultatiereactie. Het Verbond wil dat het voor aanbieders mogelijk blijft een redelijke risico-opslag te hanteren.)

2. Anders dan bij de vergoeding voor vervroegd aflossen zouden geldverstrekkers bij het
berekenen van de vergoeding bij rentemiddeling geen rekening hoeven te houden met de
afgesproken vergoedingsvrije ruimte van 10 tot 20 procent. Wanneer dit wel voor rentemiddeling
zou gelden, dan kan dit oneigenlijk gebruik in de hand werken. Immers, door ieder jaar
rentemiddeling aan te vragen heeft de klant herhaaldelijk een financieel voordeel door aftrek
van zijn vergoedingsvrije ruimte, zonder dat de klant daadwerkelijk aflost op de uitstaande
hypotheekschuld. Omdat de vergoedingsvrije ruimte juist is bedoeld om klanten te
stimuleren extra af te lossen op de hypotheekschuld vinden banken dit ongewenst. Des te
meer omdat zelfs bij een minimale daling van de actuele rente het al gunstig wordt om rente
te middelen. Om rentemiddeling duurzaam in de markt aan te kunnen blijven bieden is het voor
banken essentieel dat, naast een correcte bepaling van het financieel nadeel, oneigenlijk gebruik
van rentemiddeling wordt voorkomen."

Reactie toevoegen

Naam

E-mailadres

Reactie

Organisatie

Telefoonnummer

VVPVIP HypothekenVVP Innovatie PlatformVIP SchadeVVP Twitter

Toevoegen 

Abonnement aanvragen