Terugboekingsrisico speelt op

Bureau D & O LOGO

Bureau D&O noemt het betreurenswaardig dat de sector "al vele jaren wetende dat het verbod op provisie tot een intensivering van het aantal geschilpunten zou leiden dit niet zelf tijdig heeft opgelost".

D&O in haar Wft Nieusbrief: "Met name rondom tweede-pijlerpensioencontracten vinden momenteel met regelmaat discussies plaats over het terugboekingsrisico bij intermediairwijziging. Met het per 1 januari 2014 eindigen van de overgangsperiode voor kantoren die tijdelijk nog pensioencontracten mogen beheren, is het de verwachting dat discussies op dit gebied zullen toenemen."

De nieuwsbrief leest: "De casus die in de praktijk op dit moment veelvuldig voorkomt, ziet er als volgt uit. Onderneming A sluit in 2010 via adviseur B een tweede-pijlerpensioencontract voor de duur van vijf jaar af. A ontvangt hiervoor afsluitprovisie met een terugboekingsperiode van 5 jaar. In 2012 kiest de onderneming voor een andere adviseur (C) en vraagt om intermediairwijziging. Deze wordt uitgevoerd. Verzekeraar belast adviseur B voor de onverdiende provisie en boekt deze in rekening courant terug. De eerste vraag die vanuit Wft perspectief behandeld moet worden, is of artikel 86m BGfo (oud artikel 150 BGfo) de verzekeraar verplicht om het terugboekingsrisico bij adviseur B terug te halen. De volgende vraag die beantwoord moet worden, is of de aanbieder mogelijk handelt in strijd met artikel 86c BGfo (oud artikel 149a BGfo) door het resterende terugboekingsrisico niet terug te vorderen. De vraag kan gesteld worden of het, niet alleen vanuit het publiekrecht maar ook vanuit het civielrecht, te verdedigen valt dat adviseur B een al ontvangen vergoeding mag behouden die mede bestemd was om werkzaamheden te verrichten gedurende de periode nadat de intermediairwijziging plaats heeft gevonden."

 

Reactie toevoegen

 

Reacties

Willem van Spronsen - 9 juli 2013

Of de casus die D&O schetst veelvuldig voorkomt is nog maar de vraag. Niet is uitgesloten dat ze zelfs als zaak in de praktijk sporadisch voorkomt of gaat voorkomen. D&O heeft het hier over afsluitprovisie die in 5 jaar wordt uitbetaald en waarbij tussentijds intermediairwijziging plaatsvindt. Uiteraard kan daar een interpretatie aan regelgeving en wetgeving aan worden gebonden, echter een concrete zaak met een (onderling) geschil is er niet en rechtspraak evenmin. Je komt dan in een gebied terecht waar veronderstellingen op voorhand naar vaststellingen worden verheven. De casus is dan niet concreet maar bestaat dan uit gedachten. Nu zijn er heel weinig (pensioen)verzekeraars, nog niet op een hand te tellen, die in 2010 nog afsluitprovisie hanteerden. Afsluit was bij vele (pensioen)verzekeraars al vervangen door doorloop en hierbij is het terugboekrisico en de gemaakte case totaal niet aan de orde, oder in Frage.