Verzekeraar mag alleen daadwerkelijk gemaakte onderzoekskosten in rekening brengen

Kifid (logo)

Een verzekeraar mag alleen daadwerkelijk gemaakte onderzoekskosten in rekening brengen, oordeelt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) in Uitspraak 2018-228.

Omdat de consument een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven, mag de verzekeraar schade die hieruit voortkomt op de consument verhalen. Echter, de verzekeraar kan niet volstaan met een verwijzing naar gebruikelijke of gemiddelde onderzoekskosten die per onjuiste schademelding worden gemaakt. De Geschillencommissie oordeelt dat de verzekeraar alleen naar omvang redelijke onderzoekskosten in rekening mag brengen, die redelijkerwijs en daadwerkelijk zijn gemaakt voor het fraudeonderzoek tegen deze consument. De verzekeraar zal concreet moeten maken dat en hoe de kosten samenhangen met het fraudeonderzoek tegen de betrokken verzekerde. Regulier onderzoek naar oorzaak en omvang van de schade en uitsluiting van schadedekking vindt in de regel plaats op een moment dat van fraudeverdenking nog geen sprake is; deze onderzoekskosten komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking. 
In deze klacht zijn de enige aantoonbare werkzaamheden van verzekeraar een drietal telefoongesprekken. Onduidelijk is hoeveel tijd dat heeft gekost. De verzekeraar heeft geen rapport van een fraudecoördinator aangedragen, waaruit blijkt dat er kosten zijn gemaakt voor dit fraudeonderzoek. In het bedrag van 532 euro zijn incassokosten opgenomen. De Geschillencommissie vraagt zich af of de verzekeraar deze incassokosten redelijkerwijs altijd moet maken.

Inboedelverzekering

Een consument heeft zich bij Kifid beklaagd over de afhandeling van een schadeclaim op zijn inboedelverzekering bij Interpolis. De verzekeraar vindt dat er sprake is van fraude. De verzekeraar brengt voor het fraudeonderzoek 532 euro in rekening bij de consument. De Geschillencommissie concludeert dat de verdenking van fraude terecht is, maar oordeelt dat de verzekeraar alleen de kosten in rekening mag brengen die daadwerkelijk en redelijkerwijs gemaakt zijn voor het fraudeonderzoek tegen deze verzekerde. In deze klacht heeft de verzekeraar niet aangetoond dat voor het fraudeonderzoek daadwerkelijk kosten zijn gemaakt. De consument hoeft de onderzoekskosten daarom niet te betalen.

Een consument en zijn partner doen ieder afzonderlijk op dezelfde dag melding van een schade aan hun bank. In de eerste melding worden spijkers/nopjes aan een spijkerbroek genoemd als oorzaak van de schade. In de tweede melding zouden losse spijkers in een broekzak de schade hebben veroorzaakt. De tegenstrijdige schademeldingen en het feit dat bij de tweede melding niet wordt verwezen naar de eerdere melding maken dat de verzekeraar concludeert dat de verzekerde opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven. De inboedelverzekering wordt onmiddellijk beëindigd en de verzekeraar registreert de persoonsgegevens van de consument in het intern verwijzingsregister. Aan de consument wordt 532 euro voor het fraudeonderzoek in rekening gebracht. Dat is het gemiddelde bedrag aan onderzoekskosten dat de fraudecoördinator per onjuiste schademelding maakt, aldus de verzekeraar. Volgens de consument is er sprake van een vergissing bij de schademeldingen. De verzekeraar moet de schade aan de bank alsnog vergoeden, de registratie in het intern verwijzingsregister schrappen en de kosten voor het fraudeonderzoek kwijtschelden, aldus de consument.

Fraudeverdenking gegrond
Dat er sprake is van tegenstrijdige schademeldingen staat vast. Nadat de schade in de eerste melding werd afgewezen, werd de eerdere opgave van de schadeoorzaak door de consument en zijn partner aangepast, concludeert de Geschillencommissie. De lezing van de feiten werd door de consument en zijn partner aangepast om te voorkomen dat de schadeclaim door de verzekeraar werd afgewezen. De Geschillencommissie concludeert dat de verdenking van fraude gegrond is. De verzekeraar mag om die reden de schadeclaim afwijzen en de registratie in het intern verwijzingsregister voor acht jaar handhaven.

 

Reactie toevoegen

 
Aanvaarding overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk

Aanvaarding overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk

Aanvaarding van een overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk plaats te vinden. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening in Uitspraak 2018-121. De...

Claimen binnen drie jaar

Claimen binnen drie jaar

Conform artikel 7:942 van het Burgerlijk Wetboek (BW) verjaart een rechtsvordering tegen een verzekeraar tot het doen van een uitkering door verloop van drie jaren...

Consument moet zelf polisblad controleren

Consument moet zelf polisblad controleren

De consument heeft de plicht om zelf het verstrekte polisblad te bestuderen en op juistheid te controleren. Die stelling betrekt de Geschillencommissie Financiële...

Geschillencommissie wijst claim van miljoen af

Geschillencommissie wijst claim van miljoen af

Een consument eist 1 miljoen euro vergoeding, de schade die hij zegt te hebben geleden wegens vermeend tekortschieten van zijn rechtsbijstanduitvoerder (SRK in opdracht...

Teleurgestelde verwachtingen...

Teleurgestelde verwachtingen...

Een kwestie van teleurgestelde verwachtingen. Van schending van de zorgplicht door de hypotheekadviseur is geen sprake. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële...

Ommekomst...

Ommekomst...

London General nam te makkelijk aan dat een klant niet meer volledig arbeidsongeschikt was. Daarom moet de verzekeraar alsnog uitkeren van de Geschillencommissie...

Brommer geen rondvliegend voorwerp

Brommer geen rondvliegend voorwerp

Leren van Kifid-uitspraken SCHADE. Uit VVP 1 De geparkeerde bromfiets van de consument waait omver en raakt beschadigd. De polisvoorwaarden van zijn verzekering...

NNul op het rekest...

NNul op het rekest...

Verzekeraars hoeven de consument gedurende de looptijd van de verzekering niet te informeren over de prijsstelling van nieuwe vergelijkbare producten. De Geschillencommissie...

Zorgplicht vraagt actieve en voortdurende bemoeienis van adviseur

Zorgplicht vraagt actieve en voortdurende bemoeienis van adviseur

In het kader van de zorgplicht mag een consument van de verzekeringsadviseur gedurende de looptijd van de verzekering een actieve en voortdurende bemoeienis verwachten....

Bank hoeft echtelieden niet te informeren over elkaars vermogenspositie

Bank hoeft echtelieden niet te informeren over elkaars vermogenspositie

Het is aan de echtelieden onderling om elkaar desgevraagd te informeren over hun vermogenspositie. De bank is hierbij geen partij. Dat stelt de Geschillencommissie...