AFM gelooft niet in checklist nazorg
(Uit VVP 01-2022) De AFM gaf eind vorig jaar haar interpretatie van het wft-verschil tussen informeren en adviseren. Maar opmerkelijk was vooral de nadere duiding die ze níet gaf, namelijk van nazorg. “we geven geen lijst van eisen waaraan financiële ondernemingen moeten voldoen.”
De AFM riep financiële ondernemingen medio december op meer oog te hebben voor ‘doorlopende ondersteuning’ na verkoop van een financieel product. Drie principes kunnen financiële ondernemingen daarbij volgens de toezichthouder helpen: formuleer je ambitie over klantzorg in de beheerfase en bepaal een aanpak, maak duidelijk aan de klant wat hij mag verwachten en wat niet, breng dit in de praktijk en toets, evalueer en verbeter je dienstverlening doorlopend.
Tegelijkertijd gaf de AFM nadrukkelijk geen nadere duiding van het nazorgbegrip. De toezichthouder bij de publicatie van de principes: “De wettelijke zorgplicht vereist al dat financiële ondernemingen hun klanten zorgvuldig behandelen tijdens de gehele looptijd van een financieel product. De AFM vindt het belangrijk dat financiële ondernemingen verder gaan dan de minimale gedragsnormen van de zorgplicht. Hoe ze dat precies invullen is afhankelijk van specifiek product, dienst of omstandigheden. We geven geen lijst van eisen waaraan financiële ondernemingen moeten voldoen.”
‘Consumentenbescherming bij bestaande producten gediend met adviseren’
Alles draait om de uitleg van het betreffende Wftartikel, dat luidt: “Gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake een financieel product, financiële dienst of nevendienst verstrekt een beleggingsonderneming of financiële dienstverlener de consument, of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt tijdig informatie over wezenlijke wijzigingen in de informatie voor zover deze wijzigingen redelijkerwijs relevant zijn voor de consument onderscheidenlijk de cliënt.”
Maar zijn nou precies die wijzigingen? Dat is waar de markt zo mee worstelt en waarbij de richting nu vooral door Kifid-uitspraken wordt bepaald. Een checklist van de AFM was daarom welkom geweest, maar die komt er dus niet.
Gevraagd om een nadere toelichting zegt de AFM: “We hebben zo’n lijst met concrete eisen niet gegeven omdat bijna ieder concreet geval weer anders is; de reikwijdte van de zorgplicht is afhankelijk van de specifieke omstandigheden. Wat daarbij ook een rol speelt zijn de aard en complexiteit van het product of dienst en de afspraken die partijen onderling hebben gemaakt. Een algemene leidraad of iets dergelijks gaat dus geen duidelijkheid opleveren. Verder speelt mee dat de wetgeving per sector anders is over wat van financiele ondernemingen in de nazorg wordt verwacht.”
Informeren en adviseren
De AFM gaf wel een interpretatie van het Wft-verschil tussen informeren en adviseren. “Onduidelijkheid over het onderscheid was volgens sommige partijen reden om zich terughoudend op te stellen bij doorlopende ondersteuning van klanten”, aldus de toezichthouder.
De AFM: “Een aanbeveling kan alleen kwalificeren als adviseren als deze ziet op een nieuw af te sluiten, specifiek financieel product. Dit betekent dat bij een aanbeveling die alleen is gericht op een soort of type financieel product er geen sprake is van adviseren.” Tot zover niks opzienbarends. Maar Adfiz en OvFD reageerden fel op de stellingname van de AFM met betrekking tot bestaande producten.
Volgens de AFM is er altijd sprake van informeren zolang inzicht of aanbevelingen zien op bestaande producten. De AFM geeft als voorbeeld onder meer: “Een aanbeveling over een bestaande aflossingsvrije hypotheek, kwalificeert niet als adviseren”. Ook de aanbeveling om het verzekerd bedrag van de AOV te verlagen of de wachttijd te verhogen, is informeren in plaats van adviseren.
Adfiz: “Deze beperking van het adviesbegrip lijkt te betekenen dat allerlei publieksrechtelijke bepalingen om de consument te beschermen op de meeste onderhoudsdienstverlening door aanbieders en adviseurs niet meer zonder meer van toepassing zijn. Denk daarbij aan de diplomaplicht, het ken je klant principe en de passendheidsregels.”
Zeker bij bepaalde producten en in bepaalde situaties is adviseren ook bij bestaande producten van groot belang. Volgens de AFM kan met informeren worden volstaan. Die interpretatie mag Wft-technisch correct zijn, maar nergens staat dat Wft (en Bgfo) het altijd bij het rechte eind hebben. Waarom wet- en regelgeving niet aangepast als de consumentenbescherming daar beter mee gediend is? Het gaat bij de hele Wft toch juist om die bescherming?
Adviesplicht
Nota bene de AFM zelf spreekt regelmatig uit dat een adviesplicht in bepaalde gevallen gewenst kan zijn. Ook onlangs nog in een discussion paper over de rol van wettelijk verplichte precontractuele informatiedocumenten bij consumentenbescherming. Daarin stelt de toezichthouder dat andere instrumenten soms effectiever kunnen zijn bij consumentenbescherming dan informatie. De AFM noemt in dit verband onder meer een adviesplicht: “Een adviesplicht kan worden ingesteld voor complexe financiële producten. Dit houdt in dat consumenten verplicht kunnen worden om advies in te winnen over het product voordat zij het mogen afsluiten.”
Ook in veel nazorgsituaties is advies echt wel gewenst. Of dat nou meteen in de vorm verplicht advies moet, is de vraag. Maar op z’n minst zou moeten worden gestimuleerd dat de consument zich ook bij nazorg laat adviseren in plaats van louter informeren.
De AFM tegenover VVP: “De Wft stelt duidelijke eisen aan het geven van advies. Dat dient inderdaad consumentenbescherming. Bij informeren gelden die specifieke eisen niet. In de Interpretatie geeft de AFM weer wat de reikwijdte van het adviesbegrip op basis van de Wft is. Als toezichthouder zijn we uiteraard volgend aan hetgeen de wetgever voorschrijft. De vraag of het adviesbegrip ook zou moeten gaan gelden voor aanbevelingen over bestaande producten is een keuze voor de wetgever. Het ministerie van Financiën is momenteel bezig met een verkenning of er aanleiding is voor een dergelijke aanpassing. Daarbij speelt de consumentenbescherming een rol, maar ook de vraag wat eventuele neveneffecten zijn van een wetsaanpassing.”
Reactie toevoegen
Meer over
Hypotheek Visie gaat werk maken van AFM-aanbevelingen
Hypotheek Visie gaat de aanbevelingen in de AFM-verkenning 'Kwaliteit Hypotheekadvies 2024' op een rijtje zetten voor de ruim zestig aangesloten hypotheekadvieskantoren....
AFM ziet verbeterpunten bij kwaliteit hypotheekadviezen
Hypotheekadviseurs vragen over het algemeen alle verplichte elementen uit bij de klant, maar advisering over verantwoorde woonlasten en risicobereidheid blijven...
Pensioenfondsen nog te vaak onduidelijk in hun communicatie
De AFM constateert in een nieuw rapport verbeteringen in de communicatie aan deelnemers, maar ziet nog te vaak dat pensioenfondsen niet duidelijk genoeg zijn over...
Adviseur moet onderzoek doen naar bestaande hypothecaire lening
(Kifid-uitspraak GC 2024-0839) De consumenten hebben zich in verband met de financiering van hun nieuwe woning tot de adviseur gewend. Ze wilden hun lopende hypothecaire...
(Kifid-uitspraak GC 2024-0832) De adviseur heeft zijn zorgplicht jegens de consument geschonden, doordat onvoldoende aannemelijk is geworden dat hij heeft gewezen...
Adviseur had termijn ontbindende voorwaarde moeten bewaken
(Kifid-uitspraak GC 2024-0823) De Geschillencommissie is in dit geval van oordeel dat sprake is geweest van tekortkomingen aan de kant van de adviseur. Onder andere...
AFM waarschuwt voor 'pump en dump' met crypto's
De AFM maakt zich zorgen om marktmanipulatie bij de handel in crypto’s. De zogenoemde ‘pump en dump’ is een vorm van marktmisbruik waarbij deelnemers...
AFM deelt resultaten onderzoek hypotheekadvies
De AFM) heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de kwaliteit van hypotheekadvies. Tijdens Hypovak, dat op 10 oktober plaatsvindt in de Midden Nederland Hallen, zal...
Lichte daling aantal klachten bij verzekeraars in 2023
Verzekeraars rapporteren over 2023 een lichte daling van het totale aantal klachten door consumenten ten opzichte van 2022. Tussen de soorten verzekeringen zijn...
Afzien van ORV komt consument duur te staan
(Kifid-uitspraak GC 2024-0774) De consument heeft in het verleden met zijn echtgenote een aflossingsvrije hypothecaire geldlening afgesloten bij de bank met een...