Veranderingen in Box 3

(Lindenhaeghe in Ken je vak! VVP 5-6 2024) Box 3 blijft een thema dat veel vragen oproept, vooral door recente en geplande veranderingen. Met dit artikel geven we je inzicht in wat er speelt, welke gevolgen dit heeft, en hoe je hierop kunt inspelen in je adviespraktijk.
(Als financieel adviseur is het belangrijk continu op de hoogte te zijn van de relevante ontwikkelingen binnen je vakgebied. Met de rubriek ‘Jouw vakbekwaamheid’ in VVP informeren wij jou over verschillende actualiteiten die jouw beroepspraktijk direct raken. Aan bod komen wetswijzigingen, nieuwe regelingen en nog veel meer!)
Sinds 2001 werd vermogen in Box 3 belast op basis van een fictief rendement van vier procent tegen 30 procent. Dit systeem bleek oneerlijk; spaarders met lage rendementen betaalden relatief veel belasting, terwijl beleggers met hoge rendementen minder betaalden. De Hoge Raad oordeelde in 2017 dat deze werkwijze in strijd was met het recht op eigendom en het discriminatieverbod.
Als reactie introduceerde de overheid een aangepast systeem dat werkte met forfaitaire rendementen per vermogenscategorie, zoals spaargeld en beleggingen. Dit stelsel leidde echter opnieuw tot rechtszaken, omdat het de praktijk onvoldoende weerspiegelde.
Kerstarrest
In 2021 vernietigde de Hoge Raad het systeem opnieuw. Het forfaitaire rendement sloot nog steeds niet aan bij de realiteit, wat wederom als discriminerend werd beoordeeld. De jaren 2017 tot 2022 worden herzien met behulp van de Wet rechtsherstel Box 3. Voor de periode 2023-2026 geldt een tijdelijke Overbruggingswet. Vanaf 2027 (of later) komt naar verwachting de Wet Werkelijk Rendement, gebaseerd op daadwerkelijk behaalde rendementen.
In de herstel- en overbruggingswet wordt de belasting heffing op dezelfde manier berekend. Dit gebeurt aan de hand van zes stappen. Zie figuur 1.
In het huidige systeem wordt het vermogen verdeeld in drie categorieën met elk een forfaitair rendement: bank - tegoeden 1,03 procent, beleggingen en andere bezittingen 6,04 procent, schulden 2,47 procent.
Hoewel deze percentages deels gebaseerd zijn op actuele en historische gegevens, blijft het probleem dat belasting wordt geheven over fictieve rendementen. Dit sy - steem werd in juni 2024 door de Hoge Raad wederom on rechtvaardig verklaard. De belasting mag voortaan alleen worden geheven over daadwerkelijk behaalde rendementen, mits belastingplichtigen dit kunnen aantonen.
Wet werkelijk rendement
De Wet Werkelijk Rendement, die naar verwachting in 2027 of later wordt ingevoerd, brengt fundamentele veranderingen:
1. Belasting op werkelijk rendement. Dit omvat zowel directe (bijvoorbeeld rente, huur) als indirecte rendementen (zoals waardestijging bij verkoop).
2. Heffingsvrij inkomen. Het huidige heffingsvrije vermogen wordt vervangen door een belastingvrij rendement van 1.250 euro.
3 Verliesverrekening. Verliezen kunnen worden verrekend met Box 3-inkomsten uit andere jaren.
4. Waarderingsregels. Vermogens worden gewaardeerd op basis van marktwaarde, met specifieke regels voor bijvoorbeeld vastgoed en start-ups.
Het nieuwe stelsel vereist nauwkeurige administratie en kan belastingplichtigen dwingen tot strategische keuzes, zoals het plaatsen van vermogen in een andere box.
In figuur 2 maken we de verschillen tus sen de drie verschillende situaties voor je inzichtelijk. Dit doen we aan de hand van een casus met daarin de volgende gegevens: alleenstaande klant.
– Spaarrekening per 1 januari 200.000 euro, rendement 2023 2.200 euro, waarde per 31-12: 202.200 euro.
– Beleggingen (voornamelijk obligaties) per 1-1 150.000 euro, rendement 2023 6.500 euro, kosten vermogensbeheerder 1.500 euro, waarde per 31-12 155.000 euro.
– Verhuurd appartement WOZ-waarde 300.000 euro (zowel in 2023 als in 2024). Economische waarde = WOZ-waarde.
– Aflossingsvrije hypotheek: 200.000 euro. Rente 2023 8.000 euro.
– Huurinkomsten 2023 18.000 euro. Onder - houdskosten 3.000 euro.
– Lening aan een familielid: 100.000 euro. Rente: twee procent.
Adviespraktijk
Deze wijzigingen hebben grote gevolgen voor de adviespraktijk. Denk aan de vraag of een lening beter in Box 1 of Box 3 past, of de optimale behandeling van een tweede woning. Het is belangrijk om klanten goed te begeleiden in de complexe overgangsperiode naar een eerlijker belastingsysteem.
Reactie toevoegen
Meer over
AI in de financiële adviespraktijk
(Lindenhaeghe in Jouw vakbekwaamheid, Ken je vak! VVP 3-2025) AI biedt enorme kansen om je adviespraktijk te verbeteren en efficiënter te werken. Maar om...
Lindenhaeghe: dertiende Prinsjesdag Totaaloverzicht
Lindenhaeghe heeft vat voor de dertiende keer relevante maatregelen uit de Miljoenennota samengevat voor financieel professionals. Daarbij is er wederom aandacht...
Staatssecretaris Heijnen (Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane) heeft dinsdag het pakket Belastingplan 2026 aangeboden aan de Tweede Kamer. Om te zorgen dat het...
(Ken je vak! Jouw vakbekwaamheid door Lindenhaeghe in VVP 2-2025) In een voortdurend veranderende en daarmee uitdagende financiële wereld is het voor hypotheekadviseurs...
Kabinet dicht belastinglek in box 3 bij obligaties
In box 3 is een volgens de regering ongewenst belastinglek ontstaan bij de aankoop van obligaties met zogeheten aangegroeide rente. Het kabinet neemt met een wetswijziging...
Partnership Lindenhaeghe en NCI
Lindenhaeghe heeft een partnership gesloten met de opleidingstak van het Nederlands Compliance Instituut (NCI) overgenomen. NCI is al meer dan 25 jaar gespecialiseerd...
(Uit VVP-special Business Support 2025) Het uitblijven van duidelijkheid over de voorgenomen wet werkelijk rendement box 3 maakte het leven voor adviseurs in bepaalde...
Wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 aangeboden aan Tweede Kamer
Staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen heeft de Wet werkelijk rendement box 3 aangeboden aan de Tweede Kamer. Met dit wetsvoorstel betalen belastingplichtigen...
Lindenhaeghe heeft informatiebeveiliging aantoonbaar op orde
Lindenhaeghe heeft een SOC 2 Type II Assurance-rapport ontvangen. Dit rapport toont aan dat de processen rondom informatiebeveiliging consistent aan hoge standaarden...
Heffingsvrije vermogen box 3 naar 51.396 euro
Het kabinet wil het heffingsvrije vermogen in box 3 per 2026 verlagen naar 51.396 euro (voor alleenstaanden). Over 2025 is dat nog 57.684 euro. Voorgesteld wordt...









