Zoveel geld naar tussenpersoon?!
Geen thema dat de gemoederen in de bedrijfstak zo vaak in beweging heeft gebracht, en nog brengt, als provisie. Dat terwijl er volgens sommigen helemaal geen provisievraagstuk ís. Toch denkt niet iedereen daar zo over.
Begin 1972 bijvoorbeeld kwam de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, met een cahier waarin onder meer verlaging van ‘de beloning der tussenpersonen’ werd bepleit. De VVP van 21 januari 1972 leest: ‘Er dient volgens de Wiardi Beckman Stichting een publiekrechtelijke regeling te komen in plaats van de huidige privaatrechtelijke regeling;
bij de laatste wordt de provisiebeloning in onderling overleg tussen assurantiebemiddelaars en verzekeringsmaatschappijen vastgesteld. De hoogte van de toe te kennen provisie zal daarbij drastisch verlaagd moeten worden. Het is te gek, zo concludeert het rapport, dat voor een gewone brandverzekering met een contractduur van zes jaar één derde van de premie naar de tussenpersonen gaat’.
Stad Rotterdam reageerde door een enquête onder adviseurs uit te zetten. Piet van Steensel, op dat moment lid van de Raad van Bestuur en later topman van de ASRvoorloper, zat nooit verlegen om een stunt (vermaard is ook zijn fabeltjeskrant die hij geregeld naar het intermediair stuurde).
Bedreiging?
Zelfs de NVA, later met de NBvA samengegaan tot Adfiz, vond dat ‘de vraagsteller de antwoorden kreeg die hij in alle redelijkheid kon verwachten’. Dus objectief was de enquête niet. Maar toch is het wel aardig om te kijken of de antwoorden 36 jaar later veel anders uitvallen. De enquête telde tien vragen. Een paar daarvan zijn door de tijd ingehaald, die laten we buiten beschouwing. De eerste vraag luidde: ‘Vindt u het streven naar provisieverlaging een bedreiging van uw bestaan?’ Hierop antwoordde 94 procent ja. Waarschijnlijk vinden de meeste adviseurs dat ook nu nog. Uit de felle discussies die nog steeds worden gevoerd over de provisie bij schadeverzekeringen, blijkt hoe belangrijk zij nog is voor veel adviseurs.
Vraag twee: ‘Wie acht u het meest gevaarlijk daarbij? ’Antwoord: ‘In het algemeen zijn de maatschappijen die voor verlaging zijn en bepaalde politieke partijen het meest gevaarlijk. De overheid en de Wiardi Beckman Stichting acht men het minst gevaarlijk. De collega’s die voor verlaging zijn om erger te voorkomen, acht men gevaarlijker’.
Hoe vaak horen wij adviseurs niet zeggen dat ze denken dat verzekeraars uit zijn op hun ondergang? Dus waarschijnlijk zouden de verzekeraars nu ook als eerste worden genoemd. En het vertrouwen van adviseurs in bepaalde politieke partijen is ook nu niet groot. Maar misschien zou nu toch de overheid als eerste worden genoemd. Want het is de minister van Financiën geweest die ervoor heeft gezorgd dat het provisieverbod er kwam, evenals het fel bekritiseerde PE-examen.
Knetteren
Vraag drie: ‘Minister Langman (Economische Zaken, red.) heeft gezegd dat er gesprekken zijn tussen assuradeuren en assurantiebemiddelaars over het provisievraagstuk. Vindt u dit juist?’ Zesentwintig procent vond het juist dat er besprekingen waren, 54 procent vond het onjuist. De rest had afwijkende meningen en opmerkingen. Het kan soms behoorlijk knetteren tussen adviseurs en verzekeraars, maar uiteindelijk hebben ze elkaar nodig. Dat besef zou nog groter mogen, maar waarschijnlijk zouden nu meer adviseurs ‘ja’ antwoorden op deze vraag.
De vierde vraag was: ‘Op lopende posten kan juridisch geen wijziging in het provisiepercentage worden aangebracht tijdens de contractduur. Bent u bereid vrijwillig aan een verlaging mee te werken?’ Vijf procent was bereid vrijwillig mee te werken aan provisieverlaging, 93 procent antwoordde met ‘nee’. Er zijn zeker adviseurs die hun provisie vrijwillig verlagen als ze vinden dat ze op een post te veel verdienen. Maar over het geheel genomen, zullen er ook anno 2018 maar weinig adviseurs zijn die vrijwillig meewerken aan een provisieverlaging. Vraag vijf: ‘In de levensector werd de provisie voor collectieve contracten drastisch gewijzigd door een groot aantal maatschappijen zonder overleg met de individuele assurantiebemiddelaar. Acht u dit juist, desnoods acceptabel of onjuist?’ Tachtig procent vond provisiewijziging zonder overleg met de individuele tussenpersonen onjuist, twee procent juist. Vijftien procent vond het desnoods acceptabel. Nog steeds krijgen maatschappijen die eenzijdig de provisie verlagen de wind van voren, ongeacht hun argumentatie. Mondig als we tegenwoordig zijn, zou het percentage ‘onjuist’ nu vermoedelijk zelfs boven de tachtig procent liggen.
Doorlopende provisie
Vraag zes uit de enquête: ‘Er zijn plannen uitgelekt om de afsluitprovisie bij leven en brand te wijzigingen in een doorlopende met een percentage voor van 7 à 8 voor leven en 25 voor brand. Bent u voor of tegen zo’n regeling?’ Dertig procent zei voor doorlopende provisie te zijn bij brand en leven. Ruim 60 procent was tegen. Er zullen vast nog adviseurs zijn die afsluitprovisie missen, maar het besef is er natuurlijk wel gekomen dat doorlopende inkomsten in het belang zijn van klant én adviseur. Want de doorlopende inkomsten borgen (of zouden dat moeten doen) een lange-termijnrelatie.
Provisievraagstuk
Vraag negen: ‘Acht u de visie van de Stad Rotterdam dat er geen provisievraagstuk is en dat er een vraagstuk wordt gemaakt om niet rationele redenen juist?’ Het antwoord laat zich raden en zal ook nu niet anders zijn: 95 procent deelde de mening van Stad Rotterdam. Hoe zal het verder gaan? Is er over tien jaar geen provisie bij schadeverzekeringen meer en zijn we dat normaal gaan vinden? Of blijft ze gewoon bestaan, iets waar het op dit moment op lijkt. Hoe dan ook, deze conclusie van VVP blijft staan. Het hoofdredactioneel commentaar van 4 februari 1972: ‘Is een provisiebeloning over het algemeen te hoog of te laag? Het antwoord is kort en bondig. Wanneer een dienstverlening vergezeld gaat van goede begeleiding gedurende de gehele duur van de overeenkomst, dan is een maximale beloning op haar plaats. Is het een kwestie van sluiten en wegwezen en verder verstoppertje spelen, dan is zelfs de meest minimale beloning nog te veel’.
Reactie toevoegen
Editie
Meer over
Actieve provisietransparantie: overgangstermijn flink korter
In BGfo-artikel 86d, eerste lid, onderdeel b, wordt, zoals eind vorige week bekend werd, voor de dienstverlening aan consumenten de tot nog toe geldende passieve...
Het grote nieuws afgelopen week was ongetwijfeld dat de Afdeling advies van de Raad van State het kabinet haar huiswerk laat overdoen inzake actieve provisietransparantie....
VVP-poll: provisie blijft zolang de trots op het adviesvak ontbreekt
Afgelopen week waren er veel reacties op het bericht 'Provisie blijft zolang de trots op het adviesvak ontbreekt'. Het bericht sloeg op een artikel van Bert...
Adfiz: kritiek op verlagen provisie door Menzis
Adfiz heeft kritiek op de provisieverlaging zorgverzekering die Menzis per 2023 heeft aangekondigd. Adfiz: “Wij zijn hier kritisch over, omdat juist in een...
Klant vordert vergeefs terugbetaling provisie beleggingspolissen
(Kifid-uitspraak GC 2021-0336) De consument vordert terugbetaling van een deel van de door de tussenpersoon ontvangen provisie, omdat deze niet zou hebben voldaan...
NN krijgt boete van 4 ton voor overtreden provisieregels
De AFM heeft een boete van € 400.000 opgelegd aan Nationale-Nederlanden Schade vanwege het overtreden van provisieregels. In augustus 2016 heeft Delta Lloyd...
"Hypotheekadviseurs omzeilen massaal provisieverbod"
“Adviseren over duurzaamheid is goed, maar het mag niet zo zijn dat het adviseurskantoor een verkoopkanaal is voor commerciële aanbieders van panelen...
Verzekeren.com vervangt provisie door vaste servicevergoeding
Verzekeren.com, intermediair voor allrisk autoverzekeringen, verruilt de provisie voor een vaste servicevergoeding die voor alle klanten gelijk is, onafhankelijk...
"Veroorzaakt fles wijn nou echt een belangenconflict?"
"Als we de brief van de AFM tot op de letter volgen, zou een beleggingsonderneming niet eens meer een goedkoop flesje wijn mogen aannemen." Aldus Nina Peters van...
Fles wijn niet toegestaan onder MiFID II
De AFM wijst er nog eens nadrukkelijk op dat beleggingsondernemingen onder MiFID II ook geen kleine relatiegeschenken meer mogen aannemen. De toezichthouder in zijn...