ABN Amro verwijst niet naar Kifid, maar schendt zorgplicht niet
(Kifid-uitspraak GC 2022-1007) ABN Amro heeft verzuimd een ontevreden klant te verwijzen naar Kifid (of de burgerlijke rechter), maar is daarmee niet tekortgeschoten in enige op haar rustende (zorg)verplichtingen. "Een (mogelijke) schending van dat artikel werkt namelijk niet rechtstreeks door in de rechtsverhouding tussen de bank en de consument" zo stelt de Geschillencommissie Kifid.
Wat is er gebeurd? De consument heeft, als klant van de bank, al eerder een klacht over de bank ingediend, welke klacht door het Kifid is behandeld door in eerste instantie de Geschillencommissie en vervolgens door de Commissie van Beroep. De klacht ging daarbij, kort samengevat, over de volgens de consument slechte advisering van de bank in 2009 en 2011. De Geschillencommissie heeft in die zaak geoordeeld dat de vordering is verjaard en de Commissie van Beroep heeft dat later bevestigd.
Naar aanleiding van de uitspraak van de Commissie van Beroep heeft de consument richting de bank gereageerd. Kort samengevat heeft de consument daarin zijn ongenoegen geuit dat de bank de voorkeur heeft gegeven aan een juridische procedure waarin de bank een beroep op verjaring heeft gedaan in plaats van bereidheid te tonen om met hem te overleggen over de gang van zaken bij de (destijds) aan hem gegeven adviezen.
ABN Amro heeft uiteindelijk als volgt gereageerd: "“Wij ontvingen uw bericht van 31 mei jl. Wij begrijpen hieruit dat u het handelen en de motieven van de bank wantrouwt. Dat is uiteraard niet het gevoel dat wij u hebben willen geven. Hoewel wij niet verwachten dat wij dit wantrouwen geheel bij u kunnen wegnemen, laten wij u toch graag weten dat wij u niet met onzuivere motieven naar het Kifid en de burgerlijke rechter hebben doorverwezen.(...). Hoewel u zich ook tot de burgerlijke rechter had kunnen wenden, verwachten wij niet dat de uitkomst daar anders zou zijn geweest."
Er volgt nog een briefwisseling tussen consument en bank omdat de consument blijft vinden dat hij niet goed is geïnformeerd en ook had moeten wijzen op de mogelijkheid om naar de burgerlijke rechter te stappen. De consument dient de klacht op 29 juni 2022 bij Kifid in. Eerst verklaarde Kifid de klacht als niet behandelbaar, maar kwam daar een maand later op terug.
Kifid: "De consument klaagt in dit geval dus dat de bank in 2009 dan wel 2011 haar wettelijke plicht ex artikel 42 BGfo heeft geschonden door hem op dat moment niet te informeren over de beroepsmogelijkheden, zoals de mogelijkheid om zijn geschil aan het Kifid of de Burgerlijke rechter voor te leggen. Pas negen jaar later heeft de bank, in een e-mail van 30 juli 2020, hem voor het eerst geïnformeerd over Kifid en pas in de brief van 7 juni 2022 heeft de bank erop gewezen dat een dergelijke verwijzing een wettelijke verplichting betreft zoals die volgt uit artikel 42 BGfo. Het schenden van deze wettelijke plicht zou volgens de consument tot de conclusie moeten leiden dat de bank in de eerdere procedures bij Kifid ten onrechte een beroep heeft gedaan op verjaring."
De consument voert aan dat door de (vermeende) opzettelijk schending van deze wettelijke plicht de bank willens en wetens hem heeft gehinderd bij het achterhalen van de waarheid waardoor hij schade heeft geleden. De consument heeft daarbij gevorderd dat de bank wordt veroordeeld tot terugbetaling van zijn schade van 321.950,90 euro. Dit betreft de waarde van zijn aandelenportefeuille eind 2007, welke waarde de consument volgens hem als gevolg van slecht advies door de bank en de handelwijze van de bank circa een jaar later is kwijtgeraakt.
OORDEEL
Kifid stelt dat ook al zou ABN Amro de consument niet hebben gewezen op de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij Kifid (of de burgerlijke rechter) dat dit niet zonder meer tot de conclusie leidt dat ABN Amro jegens de consument (toerekenbaar) is tekortgeschoten in enige op haar rustende (zorg)verplichtingen gebaseerd op de rechtsverhouding tussen de bank en de consument. "De rechtsverhouding tussen de bank en de consument is juist al beoordeeld in de eerdere procedures. Uit de uitspraak van de Commissie van Beroep blijkt voorts dat ook als vast zou staan dat de bank de consument niet eerder dan in 2020 heeft gewezen op de mogelijkheid om een klacht bij Kifid in te dienen, die enkele omstandigheid het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid nog niet onaanvaardbaar maakt dat de bank zich op verjaring beroept."
"Het voorgaande betekent dat de mogelijke schending van artikel 42 BGfo niet tot een andere conclusie leidt voor wat betreft het (individuele) belang van de consument. Het vermeende slechte advies van de bank, heeft tot de door de consument genoemde schade geleid. Zoals gezegd is dat reeds in de eerdere procedures aan de orde gekomen."
"Het is voorts niet aan de commissie om te beoordelen of te onderzoeken of de bank in zijn algemeenheid een wettelijke plicht heeft geschonden en hoeveel klanten van de bank daar dan de dupe van zijn geworden, zoals de consument heeft gesteld. Het is aan de bevoegde toezichthouder om te beoordelen of het gedrag van de bank aan de publiekrechtelijke regels voldoet."
De conclusie van de Geschillencommissie is dat de klacht ongegrond is en de vordering moet worden afgewezen.
Reactie toevoegen
Meer over
Kifid: premiestijging Promovendum niet onaanvaardbaar
(Kifid-uitspraak GC 2024-0707) De consument is het niet eens met de premiestijging per contract-vervaldatum en is van mening dat de premiestijging naar maatstaven...
Kifid benoemt twee nieuwe leden Geschillencommissie
Het bestuur van Kifid heeft twee nieuwe leden van de Geschillencommissie benoemd: mr. Angélique M. Verweij-Hoogveld en mr. Marijke Bruning. Beiden treden...
Kifid: hogere rente, geen schadevergoeding
(Kifid-uitspraak GC 2024-0643) Consumenten stellen dat advieskantoor Hypotheek-Huys te lang heeft gewacht met het indienen van de hypotheekaanvraag, waardoor...
Kifid: klacht afgewezen ondanks onduidelijke voorwaarden
(Kifid-uitspraak GC 2024-0637). Consumenten hebben in het verleden samen een woning gekocht en hebben besloten te gaan scheiden. Volgens de consumenten volgt uit...
Kifid: rentevoorstel verlopen, adviseur niet aansprakelijk
(Kifid-uitspraak GC 2024-0628). Volgens de consumenten kunnen zij geen aanspraak maken op het rentevoorstel van de geldverstrekker doordat Rijnders Assurantiën...
Kifid: Promovendum mag verzekering niet beëindigen
(Kifid, mondelinge uitspraak GC 2024-0640). De consument is het niet eens met de beëindiging van zijn rechtsbijstandsverzekering vanwege het aantal rechtsbijstandsverzoeken...
Kifid: geen zorgplichtschending bij haast consumenten
(Kifid-uitspraak GC 2024-0600) Consument en ex-partner benaderen een adviseur van de Hypothekers Associatie in Amersfoort voor het afsluiten van twee hypotheken....
ABN Amro: "Huizenprijzen en transacties stijgen harder dan verwacht"
ABN Amro stelt haar raming van de huizenprijzen in de nieuwste editie van de Woningmarktmonitor naar boven bij: van plus zes naar plus 7,5 procent in 2024,...
Meer dan helft Nederlandse huishoudens financieel ongezond
Bijna een derde van de Nederlandse huishoudens heeft direct financiële problemen als de kosten van levensonderhoud of vaste lasten onverwacht stijgen, zo blijkt...
ABN Amro en DAK Hypotheken verstevigen samenwerking
Door intensievere samenwerking van ABN Amro met DAK Hypotheken genieten de leden nu van korte doorlooptijden en daardoor een snellere verwerking.Tim Rijvers, algemeen...