Adviseur moet bij forse premiestijging verder kijken dan eigen aanbod

Wagenpark tekening via Pixabay

De Rechtbank Midden-Nederland laat een tussenpersoon het premieverschil van 43.391,44 euro vergoeden tussen een aanzienlijk goedkopere bedrijfswagenpark-verzekering van TVM dan de Amlin-polis die hij had geadviseerd. De rechtbank gaat daarbij voorbij aan het gegeven dat de adviseur de producten van TVM niet in zijn aanbod had. Het verweer van de adviseur dat de polissen niet vergelijkbaar zouden zijn, gaat volgens de rechtbank ook niet op.

Eiseres zocht een nieuwe verzekering nadat haar lopende polis was opgezegd door HDI, waar zij in 2017 aan premie 45.844,19 euro betaalde. De adviseur raadde vervolgens een polis van Amlin aan (premie 2018: 93.337,40 euro). In de aanloop naar 2019 vroeg eiseres zelf een offerte op bij TVM, die op 48.543,39 premie kwam.

De rechtbank: “Aan [gedaagde] kan worden toegegeven dat het ver gaat om van een assurantietussenpersoon te verlangen dat hij bij verschillende, niet tot zijn selectie behorende verzekeraars, nagaat of er bereidheid bestaat om een offerte uit te brengen. In zijn algemeenheid kan een dergelijke verplichting ook niet worden aangenomen. In deze situatie met bijna een verdubbeling van de premie van het ene op het ander jaar, ligt dit naar het oordeel van de rechtbank echter anders. De omzet, liquiditeit en de winst van de onderneming kan daardoor immers onder druk komen te staan, waardoor de verzekerde een bijzonder, te voorzien en redelijk belang heeft bij een dergelijke uitgebreidere zoektocht. Naar het oordeel van de rechtbank kon daarom in de gegeven omstandigheden in redelijkheid van [gedaagde] worden verwacht dat zij bij het opvragen van de offertes bijzondere aandacht had voor de hoogte van de premie als selectiecriterium en dat zij op zoek was gaan goedkopere opties, desnoods met aangepaste voorwaarden, om dit pakket vervolgens voor te leggen aan de verzekerde.

“Het was voor [gedaagde] kennelijk niet mogelijk om (via SAA) ten behoeve van [eiseres] een verzekering bij TVM af te sluiten. Zij stelt dat TVM bij de aanvraag eind 2018 heeft aangegeven dat alleen vrachtauto’s bij haar ondergebracht konden worden, dus geen bestelwagens. Zij had echter wel kunnen doorvragen naar mogelijkheden voor [eiseres] om op een andere manier bij TVM een offerte op te vragen. TVM is een verzekeraar die vooral wegvervoer in haar pakket heeft, zodat het verkennen van deze optie voor de hand lag. Gebleken is dat TVM wel zaken doet met tussenpersonen, zodat ook kan worden aangenomen dat er op zichzelf wel mogelijkheden waren. [gedaagde] had eventueel [eiseres] in de gelegenheid kunnen stellen om zelf contact op te nemen met TVM door haar op die mogelijkheid te wijzen. Het argument dat de praktijk van een assurantietussenpersoon onwerkbaar en onrendabel zou worden als van haar zou worden verlangd dat zij buiten door haar geselecteerde verzekeraars zoekt en/of verzekerden zelf laat informeren gaat naar het oordeel van de rechtbank niet op als dit betekent dat een verzekerde daardoor anders een substantieel lagere premie mist en die lagere premie van bijzonder belang is voor haar bedrijfsvoering.”

Geen geheel andere dekking

De rechtbank verder: “Naar aanleiding van de stelling dat in de offerte van TVM minder auto’s zijn opgenomen heeft [eiseres] opgemerkt dat voertuigen zijn vervangen, wat gevolgen had voor de omvang van de verzekeringen, en dat ook de afschrijvingen van invloed zijn geweest. Volgens haar zijn ook de andere verschillen slechts verschillen op detailniveau die hooguit tot een gering premieverschil leiden en had [gedaagde] in het adviestraject bij het afsluiten van de verzekering voor 2018 op onderdelen ook anders kunnen adviseren. Gelet op dit verweer lag het vervolgens op de weg van [gedaagde] om voldoende onderbouwd te stellen dat de geconstateerde verschillen wel een afdoende verklaring bieden voor de grote verschillen in premie tussen de producten van TVM en Amlin , maar uit haar (nadere) stellingen komt dit onvoldoende naar voren. Daaruit blijkt namelijk niet dat TVM [eiseres] een geheel andere dekking met een ander kwaliteitsniveau biedt dan Amlin deed.”

Reactie toevoegen

 

Reacties

Gerda - n.v.t. 31 augustus 2021

@ Niels, Staat wel in de uitspraak... 'De stelling dat TVM [eiseres] in 2018, AL DAN NIET MET TUSSENKOMST VAN EEN TUSSENPERSOON, niet als verzekerde zou hebben geaccepteerd wordt niet ondersteund door de feiten. [eiseres] heeft per 1 januari 2019 immers een verzekering bij TVM afgesloten.''. Probleem van deze Rechtbank Utrecht is, dat zij niet weet hoe de verzekeraars werken en welke verschillende acceptatie-eisen ze (kunnen) hebben t.a.v. hun rechtstreekse kanaal en hun intermediaire kanaal. 1. Had de gedaagde tussenpersoon wél een SWO met TVM gehad en had deze tussenpersoon wél een offerte aangevraagd bij TVM, dan is het nog maar de vraag of het intermediaire kanaal van TVM überhaupt een offerte had gedaan (sowieso hogere premie ivm in de premie opgenomen beheerprovisie); 2. Zou deze tussenpersoon een offerte hebben aangevraagd bij TVM en de opzegging door HDI hebben verzwegen, en terwijl deze tussenpersoon bewijsbaar wist van de opzegging door HDI, dan had deze tussenpersoon gegarandeerd een bezoekje gekregen van de fraudeafdeling van TVM. ................... Moraal van mijn verhaal: Je kunt dan wel hopen dat er hoger beroep ingesteld wordt, maar zolang TVM via haar rechtstreekse kanaal e.e.a. accepteert op grond van een summier aanvraagformulier en zich pas bij schadegevallen gaat beroepen op verzwijging bij aanvang van de verzekeringsovereenkomst... zal de uitspraak in hoger beroep vanwege onwetendheid bij de rechters met deze acceptatie-ongelijkheid, hetzelfde blijven.

Niels Voorhuis - Wiggers Groep 31 augustus 2021

Wat ik hier mis, is het antwoord of de offerte van TVM ook tot acceptatie had geleid. Je kunt altijd wel een lagere premie vinden en geoffreerd krijgen, maar zeker bij een wagenpark van deze omvang spelen o.a. premie-/schadestatistiek een belangrijke rol en bepaalt dat in grote mate ook de hoogte van de premie. Verder hoop ik dat er hoger beroep wordt ingesteld, want deze uitspraak gaat wel heel ver.

Meer over
Gemeente Baarn mocht bijstand terug vorderen na letselschade-uitkering

Gemeente Baarn mocht bijstand terug vorderen na letselschade-uitkering

(Rechtspraak) Eiseres heeft voorafgaand aan de bijstandsuitkering een ongeval met de fiets gehad. De afwikkeling van de schadeclaim bij de verzekeraar heeft een...

Niet schuld adviseur dat geldverstrekker niet meewerkt

Niet schuld adviseur dat geldverstrekker niet meewerkt

(Kifid-uitspraak GC 2024-0302) De consument en haar (inmiddels overleden) echtgenoot hebben in het verleden via de adviseur een hypothecaire geldlening afgesloten....

Zorgplicht reikt verder dan je denkt

Zorgplicht reikt verder dan je denkt

(Rubriek 'Jouw vakbekwaamheid' door Lindenhaeghe in Ken je vak! VVP 2-2024) Een klant neemt gedurende zijn leven meerdere financiële beslissingen, maar voor...

Zes maanden voorwaardelijk en taakstraf voor hypotheekfraude

Zes maanden voorwaardelijk en taakstraf voor hypotheekfraude

(Rechtspraak) Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan hypotheekfraude. Door gebruik te maken van valse werkgeversverklaringen, salarisspecificaties en arbeidsovereenkomsten...

Hypotheekadviseur had moeten wijzen op knelpunten

Hypotheekadviseur had moeten wijzen op knelpunten

(Kifid-uitspraak GC 2024-0268) De Geschillencommissie acht het voldoende aannemelijk dat de consument door de fout van de adviseur een gunstiger rente is misgelopen. Volgens...

Voor eigen rekening...

Voor eigen rekening...

(Kifid-uitspraak GC 2024-0235) De consument heeft zich voor advies in verband met de mogelijke aankoop van een beleggingspand tot de adviseur gewend. Hierbij is...

Adviseur heeft geen resultaatsverplichting

Adviseur heeft geen resultaatsverplichting

(Kifid-uitspraak GC 2024-0240) De financieringsaanvraag van de consumenten is door de geldverstrekker afgewezen omdat het onderpand niet paste binnen de acceptatievoorwaarden....

Adviseur wees onvoldoende op risico's overbruggingskrediet

Adviseur wees onvoldoende op risico's overbruggingskrediet

(Kifid-tussenuitspraak GC 2024-231A) De Geschillencommissie is van oordeel dat de adviseur de consumenten in de gegeven omstandigheden onvoldoende heeft gewezen...

NZa treedt op tegen zorgverzekeraars voor niet nakomen zorgplicht

NZa treedt op tegen zorgverzekeraars voor niet nakomen zorgplicht

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) legt twee zorgverzekeraars een formele maatregel op voor het niet nakomen van hun zorgplicht. De NZa onderzocht de grootste zorgverzekeraar...

Rechtbank houdt Allianz aan erkenning aansprakelijkheid

Rechtbank houdt Allianz aan erkenning aansprakelijkheid

(Rechtspraak) Allianz heeft aansprakelijkheid erkend voor het verkeersongeval. Later heeft Allianz de erkenning ingetrokken. De Rechtbank Rotterdam beslist dat niet...