Adviseur zegde wijselijk niet toe de allerbeste polis te adviseren
(Rechtspraak) De afgesloten verzekering moet in dit geval volgens de Rechtbank Gelderland als passend worden aangemerkt. De tussenpersoon heeft dus geen fout gemaakt door niet de verzekering met aanspraak op ruimere uitkering af te sluiten.
OWM heeft voor eiser een autoverzekering afgesloten. Het betreft een WA-verzekering en een ongevallen-inzittendenverzekering. Drie jaar later heeft eiser bij een eenzijdig auto-ongeval een dwarslaesie opgelopen. In deze procedure voert hij aan dat OWM haar zorgplicht jegens hem heeft geschonden. Volgens eiser heeft OWM hem namelijk niet geïnformeerd over het bestaan van een schadeverzekering inzittenden. Onder een dergelijke verzekering had eiser aanspraak kunnen maken op een veel hogere schade-uitkering dan hij nu onder zijn ongevallen-inzittendenverzekering kan doen.
De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af: "Gesteld noch gebleken is dat OWM [eiser] had toegezegd hem de allerbeste polis te adviseren. OWM heeft dan ook geen fout gemaakt door geen SVI – de verzekering op grond waarvan aanspraak kan worden gemaakt op een veel hogere uitkering dan op grond van de OIV – voor [eiser] af te sluiten. De OIV die OWM in plaats daarvan voor [eiser] heeft afgesloten, moet in dit geval namelijk als passend worden aangemerkt. Zoals [eiser] immers ter zitting heeft verklaard, wilde hij alleen een WA-verzekering en heeft hij dit ook aan OWM kenbaar gemaakt. De zorgplicht van de assurantietussenpersoon strekt dan niet zo ver dat hij de verzekeringnemer moet informeren over alle aanvullende verzekeringsmogelijkheden. OWM heeft aangevoerd dat zij [eiser] juist wél over de verschillende aanvullende verzekeringen heeft geïnformeerd en dat [eiser] toen zelf voor de OIV heeft gekozen. Wat daarvan verder ook zij, op de offerte die OWM [eiser] heeft toegestuurd, stonden een WA-verzekering en een OIV vermeld. Dat was dus meer dan volgens [eiser] in het telefoongesprek met OWM was besproken. Het moet voor rekening en risico van [eiser] blijven dat hij kennelijk de offerte niet zodanig goed heeft gelezen dat dit hem is opgevallen. Als het hem wél zou zijn opgevallen en de vermelding van de OIV bij hem tot vragen had geleid, dan had het op zijn weg gelegen om daarover contact op te nemen met OWM. OWM had hem daarover dan nader kunnen informeren en adviseren. Dat heeft [eiser] echter niet gedaan. Het moet er dan voor worden gehouden dat hij akkoord was met de OIV. Gelet hierop en omdat [eiser] met de OIV al ruimer was verzekerd dan met de aanvankelijk uitsluitend gewenste WA-verzekering, moet de OIV in dit geval als passend worden aangemerkt."
Reactie toevoegen
Reacties
Wim Bremmers - Garantis Vermogens- en Risicoadvies 14 mei 2024
Dat is inderdaad wijs maar liever loop je dat claimrisico niet. Wijs is dus ook dat we in het kader van almaar toenemende aansprakelijkheidsrisico's, lees ook: toenemend claimgedrag, de klant meer moeten confronteren met keuzes en de effecten daarvan. Het kan dus een keuze zijn om standaard niet de laagste premie te bieden, maar SVI, en als de klant toch OAI wenst, een extra melding daarvan te maken en (digitale) handtekening te vragen.
Meer over
Adviseur aansprakelijk voor onderverzekering
(Rechtspraak) Aansprakelijkheid van assurantietussenpersoon voor onderverzekering. Geen aansprakelijkheid voor rubriek bedrijfsschade omdat er geen sprake is van...
Eiser moet bewijzen dat hij met offerte had ingestemd
(Rechtspraak) Tussenpersoon verstrekt offerte voor uitbreiding verzekeringsdekking. Voordat de uitbreiding aanvaard is door de verzekeraar, ontstaat schade. Appellant...
Adviseur hoeft adres en gezinssamenstelling niet jaarlijks proactief te checken
(Kifid-uitspraak GC 2024-1140) De consumenten vinden dat de tussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden door hen niet uit te nodigen voor een onderhoudsgesprek...
Zorgplichtclaim van 95 mille vergruisd
(Kifid-uitspraak GC 2024-1077) De consument heeft door bemiddeling van de adviseur een opstalverzekering afgesloten voor een chalet in Zwitserland. Er is schade...
Adviseur moet regelmatig navraag doen bij klant
(Kifid-uitspraak GC 2024-1054) De consument verwijt de tussenpersoon dat hij heeft verzuimd het overlijden van zijn moeder, de medeverzekerde, in 2004 te melden...
Klacht van zes ton niet gehonoreerd
(Kifid-uitspraak GC 2024-1046) De Geschillencommissie is van oordeel dat het adviesrapport inderdaad te laat door de consument is ontvangen. De adviseur moet daarom...
Klant maakt schending zorgplicht niet hard
(Kifid-uitspraak GC 2024-1024) De consument heeft via de tussenpersoon een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. Zijn klachten zijn dat de tussenpersoon...
Niet aan adviseur om te beoordelen of NHG van toepassing is
(Kifid-uitspraak GC 2024-1011) De consumenten stellen dat zij schade lijden doordat de adviseur is tekortgeschoten in de op hem rustende verplichtingen, waardoor...
Klant moet zelf bedacht zijn op onderverzekering
(Kifid-uitspraak GC 2024-0994) Bij een inbraak in haar woning zijn de sieraden van de consument gestolen. In verband met onderverzekering heeft de verzekeraar niet...
Fout in berekening overwaarde kost adviseur zeven mille
(Kifid-uitspraak GC 2024-0996) De hypotheekadviseur heeft een fout gemaakt in de berekening van de overwaarde. Naar het oordeel van de Geschillencommissie gaat het...