Bestuurdersaansprakelijkheid moet altijd gespreksonderwerp zijn

1. 23 juni 2021
2. 1 reactie

De ingangsdatum van de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) van 1 juli is een goede aanleiding voor iedere assurantieadviseur om het onderwerp bestuurdersaansprakelijkheid op de agenda te zetten van ieder klantgesprek. “Maar eigenlijk is dit onderwerp niet alleen nu, maar altijd goed om met zowel zakelijke als particuliere klanten te bespreken”, aldus Sjanil Bansraj van Markel Insurance.

Bansraj was samen met Kathelijne Baetsen, advocaat/partner van Stadermann Luiten Advocaten, expert-gast van Bert Sonneveld, voorzitter van de Federatie van Assurantieclubs, in het door ongeveer 300 mensen bekeken webinar ‘#FvActueel: bestuurdersaansprakelijkheid en de WBTR’.

Onverdiend

In de praktijk blijkt dat van de drie aansprakelijkheidsverzekeringen eerst wordt gedacht aan bedrijfsaansprakelijkheid (AVB), daarna aan beroepsaansprakelijkheid en dat de bestuurdersaansprakelijkheid op een – onverdiende – derde plek komt. “De kans dat een bestuurder te maken krijgt met een aansprakelijkheidsstelling is best aanwezig”, aldus Baetsen die het verschil uitlegde tussen interne aansprakelijkheid en externe aansprakelijkheid. Bij interne aansprakelijkheid kan de vennootschap, stichting of vereniging de bestuurder op grond van artikel 2:9 BW aansprakelijk stellen indien sprake is van onbehoorlijk bestuur; tenzij de bestuurder geen ernstig verwijt kan worden gemaakt. Bij externe aansprakelijkheid kan een bestuurder worden aangesproken op grond van onrechtmatige daad art. 6:162 BW, waarbij sprake dient te zijn van een ernstig verwijt (‘dat een redelijk handelend en ervaren bestuurder in dezelfde omstandigheden anders zou hebben gehandeld’).

De WBTR verduidelijkt en verscherpt de regeling voor bestuur en toezicht bij verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen en stichtingen. Voor commerciële verenigingen en stichtingen komt daar in de WBTR de grondslag bij voor bestuurdersaansprakelijkheid in geval van faillissement. Iedere bestuurder kan dan hoofdelijk aansprakelijk zijn voor een boedeltekort.

Vijf ton of miljoen euro

Sjanil Bansraj gaf aan dat bij het accepteren vooral wordt gekeken naar de financiële positie van een aspirant klant. “Dat is lastiger bij een startende stichting of vereniging en dan is het vertrouwen in de bestuurders of een premieopslag bepalend.” Op de vraag van een kijker over de hoogte van het verzekerde bedrag was het antwoord van Bansraj dat het natuurlijk maatwerk is, maar dat veel verenigingen en stichtingen hun risico goed kunnen afdekken met een verzekerd bedrag van vijf ton of een miljoen euro. Op een andere kijkersvraag of een bestuursaansprakelijkheidsverzekering WBTR-proof is, antwoordde Bansraj: “Ga daar maar van uit.”

Weer fysieke bijeenkomsten

Het webinar vond plaats in een sfeer van optimisme. Uit een poll onder de kijkers naar het webinar blijkt dat deze een stuk positiever zijn dan in september 2020 over het aantal te verwachten faillissementen. Het percentage klanten waarvan wordt verwacht dat zij binnen anderhalf jaar failliet gaan, was gedaald van gemiddeld 2,27 naar 1,36 procent. Sonneveld: “Consumenten willen hun opgepotte geld uitgeven, en dat toegenomen vertrouwen in de economie merken onze leden.”

Sonneveld zei te verwachten dat er na de zomer weer fysieke bijeenkomsten van de assurantieclubs gaan komen. “En dan nu de zomer: ik heb zin in onbezorgdheid.”

Foto van links naar rechts: Jop Boer (voorzitter FiDiB),Sjanil Bansraj (Markel Insurance SE), Vincent van Wing (Markel Insurance SE), Kathelijne Baetsen (Stadermann Luiten Advocaten), Joris Vos (voorzitter FDG) en Bert Sonneveld (voorzitter Federatie van Assurantieclubs).

Reactie toevoegen

Naam

E-mailadres

Reactie

Organisatie

Telefoonnummer

VVPVIP HypothekenVVP Innovatie PlatformVIP SchadeVVP Twitter

Toevoegen 

Meer over

• WBTR

Abonnement aanvragen