Financiën: provisieverbod niet strijdig met Europees Unierecht

Jeroen Dijsselbloem 2016

Het provisieverbod is niet strijdig met het Europees Unierecht. Dat schrijft minister Dijsselbloem in antwoord op vragen van de Commissie Financiële Dienstverlening (CFD). Volgens Dijsselbloem voldoet het provisieverbod aan alle eisen.

Het volledige antwoord van de minister: "Bij brief van 3 juli jl. heeft de vaste commissie voor Financiën mij verzocht om de beantwoording van uw brief van 25 mei 2016 inzake het provisieverbod en het Europees Unierecht over te nemen. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

"In uw brief stelt u dat het Nederlandse provisieverbod voor complexe en impactvolle producten strijdig is met het vrij verkeer van diensten, zoals opgenomen in artikel 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). U geeft aan dat financiëledienstverleners die gevestigd zijn in een andere lidstaat door het provisieverbod belemmeringen ondervinden als zij zich op de Nederlandse markt willen begeven. Hieronder zal ik toelichten waarom ik uw standpunt niet deel. Daarbij zal ik eerst ingaan op het provisieverbod en op de Europese regels die relevant zijn voor het provisieverbod. Vervolgens zal ik uiteenzetten waarom het provisieverbod verenigbaar is met het Europees recht.

"Sinds 1 januari 2013 geldt een provisieverbod voor het bemiddelen of adviseren inzake complexe en impactvolle producten. Adviseurs en bemiddelaars mogen voor deze producten geen provisie ontvangen van de aanbieder, maar dienen de kosten voor het adviseren of bemiddelen rechtstreeks in rekening te brengen bij de klant. Dit provisieverbod geldt voor alle - ook buitenlandse - financiëledienstverleners die in Nederland financiële diensten verlenen (aanbieden, adviseren of bemiddelen).

"Naast artikel 56 van het VWEU zijn enkele specifieke Europese richtlijnen relevant voor de beantwoording van de vraag of het provisieverbod in strijd is met Europees Unierecht. Het betreft de richtlijn verzekeringsdistributie , de richtlijn hypothecair krediet en de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014
(MiFID II). Deze Europese richtlijnen zijn gebaseerd op artikel 62 jo. artikel 53, eerste lid, van het VWEU en zijn erop gericht de nationale regels in de EU-lidstaten verder te harmoniseren ten behoeve van de verzekeringsdistributie, de markt voor hypothecair krediet respectievelijk beleggingsdienstverlening. In de eerdergenoemde Europese richtlijnen wordt bovendien aan de lidstaten de ruimte gelaten om nadere regels te stellen omtrent provisies (zoals bijvoorbeeld het introduceren van een provisieverbod).

"De richtlijn Verzekeringsdistributie is gericht op minimumharmonisatie en belet lidstaten niet om strengere voorschriften ter bescherming van klanten te handhaven of in te voeren in hun nationale regelgeving (zie overweging 3 bij de richtlijn Verzekeringsdistributie). Daarnaast is in de artikelen 22, derde lid, en 29, derde lid, van de richtlijn Verzekeringsdistributie expliciet bepaald dat lidstaten het aanbieden of aanvaarden van provisies die worden betaald of verstrekt aan verzekeringsdistributeurs door een derde partij kunnen verbieden of beperken. Ook artikel 7, vierde lid, tweede volzin, van de richtlijn hypothecair krediet, die eveneens uitgaat van minimumharmonisatie, voorziet expliciet in de mogelijkheid voor lidstaten om provisies te verbieden.

"De strengere voorschriften moeten wel in overeenstemming zijn met de voorwaarden uit de richtlijn en met het Unierecht. Dit betekent dat de strengere regels (1) gerechtvaardigd moeten zijn vanwege een dringende reden van algemeen belang en (2) geschikt moeten zijn om het nagestreefde doel te realiseren. Verder dienen de voorschriften (3) niet-discriminerend te zijn en (4) mogen de voorschriften niet verder gaan dan voor het bereiken van het doel nodig is (noodzakelijkheid en evenredigheid).

 

Het provisieverbod voldoet aan de genoemde eisen

"Het provisieverbod voor financiële dienstverleners voldoet aan de genoemde eisen. (1) Het provisieverbod is gerechtvaardigd vanwege een dringende reden van algemeen belang, aangezien het provisieverbod tot doel heeft om consumenten te beschermen. Voorkomen wordt dat financiëledienstverleners niet in het belang van de consument handelen door de prikkels die van provisies kunnen uitgaan weg te nemen. Provisies kunnen een prikkel geven aan een financiële dienstverlener om zich in haar dienstverlening te laten leiden door andere belangen dan het klantbelang, bijvoorbeeld door het product met de hoogste provisie te adviseren aan de klant. Bovendien kunnen provisies ervoor zorgen dat al bij het samenstellen van het assortiment een voorselectie wordt gemaakt op basis van de hoogte van de provisies die de tussenpersoon zal ontvangen. Deze voorselectie bepaalt uit welke financiële producten de klant vervolgens kan kiezen of voor zijn rekening kan worden gekozen. (2) Het provisieverbod is geschikt om dit doel te bereiken, omdat het provisieverbod genoemde risico’s voor de klant wegneemt. (3) Het provisieverbod is bovendien niet-discriminerend, aangezien het provisieverbod van toepassing is op zowel financiëledienstverleners die gevestigd zijn in Nederland als op buitenlandse financiëledienstverleners die op de Nederlandse markt actief zijn. (4) Het provisieverbod is daarnaast noodzakelijk en evenredig omdat andere maatregelen zoals provisietransparantie niet tot het gewenste resultaat hebben geleid, blijkens de evaluatie van de provisieregelgeving in 2010. Het provisieverbod is dan ook noodzakelijk om de consument te beschermen. Het Nederlandse provisieverbod is derhalve niet strijdig met het Europees Unierecht.

"Voor de introductie van het provisieverbod voor beleggingsondernemingen in 2014 is gebruik gemaakt van artikel 4 van de uitvoeringsrichtlijn MiFID I op grond waarvan lidstaten strengere provisieregels voor beleggingsondernemingen kunnen vaststellen, indien wordt voldaan de in artikel 4 genoemde voorwaarden. De Europese Commissie is van deze strengere nationale eisen op de hoogte gesteld en heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt. Het provisieverbod voor beleggingsondernemingen voldoet dus aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 4. Artikel 24, twaalfde lid, eerste lid, van MiFID II bevat eenzelfde grondslag en voorwaarden op grond waarvan lidstaten strengere provisieregels voor beleggingsondernemingen kunnen vaststellen.

Gelet op het bovenstaande past het Nederlandse provisieverbod binnen de kaders van de Europese richtlijnen en is het provisieverbod niet strijdig met Europees Unierecht."

Reactie toevoegen

 

Reacties

Albert van der Poll - 31 augustus 2016

Probleem: consumenten die een hypotheek afsluiten willen niets betalen voor toekomstig onderhoud, financiële begeleiding, waarschuwing voor valkuilen, aanpassing aan actualiteit, fiscaliteit enzovoorts. Stel: 0,1% renteopslag uitbetaald aan de adviseur, daar zou die klant niets van voelen. Hij merkt 't niet eens. En daar zou die klant best mee akkoord gaan. Maar dat kan en mag niet.

Jeffrey Leichel - 30 augustus 2016

Omdat andere maatregelen zoals provisietransparantie niet tot het gewenste resultaat hebben geleid = LEUGEN en de wortel van al het kwaad.

Edwin Nijenhuis - 30 augustus 2016

Tot zover de wet en de schriftgeleerden. Gedragsonderzoek wijst uit dat de meeste mensen via een premie voor een hen zinvol geacht product liever 'onzichtbaar en onvoelbaar' zelfs meer betalen (het gratis-gevoel), dan daar een adviesnota voor te krijgen (een nota doet pijn, 'gratis' is fijn). Daar lag in 2009 al het pijnlijke verschil tussen de expliciete kostenverklaring en nominale transparantie, waarvan de AFM vond dat het een level playing field was tussen directe aanbieders en intermediair. Een recent gedragspsychologisch onderzoek heeft daar hoop ik korte metten mee gemaakt. Het provisieverbod was een doelredenatie van de politiek om perverse toestanden de wereld uit te helpen en ijzerenheinig haar willetje door te drukken. Daarmee is tevens de toegankelijkheid van de klant tot betaald advies psychologisch de voet dwars gezet, want je krijgt een nota ineens. Niet over nagedacht! De oplossing is altijd simpel als we onze ego's overstijgen. Dat geldt voor zowel politici, toezichthouders als vakgenoten. Introduceer een maximale nominale advies/bemiddelingsvergoeding per productgroep onafhankelijk van de aanbieder, die daarmee aansluit bij inducementnormen en die door de toezichthouder wordt vastgesteld in overleg met een panel van klanten en adviseurs en leg dat de Minister voor ter ratificering. Om de niet-product-sluiters/enkel-adviseurs ook ter wille te zijn, zou een adviesbevoorschottingssfonds opgezet kunnen worden dat gefinancierd wordt door de branche of door MinFin die daar een redelijke rentevergoeding voor krijgt zonder omzetsturingsmechanismen en zonder BKR-notering binnen een bepaald maximumbedrag. Een soort toevoeging zoals bij rechtsbijstand, maar dan feitelijk rekening klant. Lost een hoop op dunkt me. Arno Dolders hield daar een aantal jaren geleden al es een pleidooi voor. Wie is daar tegen?

Rust keert terug aan provisiefront

Rust keert terug aan provisiefront

De rust aan het provisiefront is teruggekeerd, in ieder geval voorlopig. Het provisieverbod is geëvalueerd en minister Hoekstra ziet op basis van de uitkomsten...

Adfiz vraagt aandacht voor kwetsbare klanten

Adfiz vraagt aandacht voor kwetsbare klanten

"Ik roep de politiek op om zich geen zand in de ogen te laten strooien. Maar om oog te hebben voor wat kwetsbare klanten werkelijk nodig hebben: een adviseur", aldus...

OvFD: "Minister te kort door de bocht"

OvFD: "Minister te kort door de bocht"

De OvFD vindt het "te kort door de bocht dat geconcludeerd wordt dat er geen problemen zijn vastgesteld met betrekking tot de toegankelijkheid van advies onder...

Fred de Jong: “Gemiste kans”

Fred de Jong: “Gemiste kans”

Onderzoeker Fred de Jong vindt het jammer dat het ministerie van Financiën de uitkomsten van de evaluatie van het provisieverbod niet oppakt om mensen te actief...

Evaluatie provisieverbod leidt niet tot nieuwe inzichten

Evaluatie provisieverbod leidt niet tot nieuwe inzichten

De evaluatie van het provisieverbod heeft niet tot nieuwe inzichten geleid, ook niet met betrekking tot schadeverzekeringen. Minister Hoekstra: "De evaluatie geeft...

Uitkomsten evaluatie provisieverbod nog in januari

Uitkomsten evaluatie provisieverbod nog in januari

Minister Hoekstra verwacht de (langverwachte) uitkomsten van de evaluatie van het provisieverbod nog in januari naar de Tweede Kamer te sturen. Dat is op te maken...

Provisieverbod leidt tot paradoxale situatie

Provisieverbod leidt tot paradoxale situatie

"De paradoxale situatie lijkt nu dat advies goedkoper is en producten beter, terwijl de consument wegblijft, afgeschrikt door de nu zichtbare prijzen en de slechte...

Nog één week om mening over provisieverbod te ventileren

Nog één week om mening over provisieverbod te ventileren

Financieel adviseurs hebben nog één week om hun stem te laten horen over het provisieverbod. Onderzoeksbureau Decisio evalueert in samenwerking met...

Boete van ton voor florentis wegens overtreden provisieverbod

Boete van ton voor florentis wegens overtreden provisieverbod

Het kon haast niet uitblijven, dat na de adviseur ook de verzekeraar zou worden beboet wegens schending van het provisieverbod. De boete is dinsdag bekend gemaakt...

Enquête provisieverbod open tot medio augustus

Enquête provisieverbod open tot medio augustus

Financieel adviseurs kunnen nog tot half augustus de enquête over het provisieverbod invullen. Onderzoeksbureau Decisio evalueert in samenwerking met Periscoop...