Kifid: beëindiing klantrelatie door Rabobank onaanvaardbaar
(Kifid-uitspraak GC 2025-0072) De Rabobank verdenkt een consument van het plegen van hypotheekfraude en registreert de persoonsgegevens van de consument voor de duur van acht jaar in haar interne en externe registers. Daarnaast heeft de bank de beëindiging van de bankrelatie aangezegd.
Wat is er gebeurd?
De consument heeft op 22 juni 2021 een woning gekocht. Op 10 augustus 2021 heeft haar hypotheekadviseur een financieringsaanvraag ingediend bij de Rabobank. In de financieringsaanvraag staat opgenomen dat de consument vast in dienst is bij haar werkgever, die een restaurant exploiteert, en dat ze een bruto jaarinkomen heeft van € 76.800,-. Daarnaast heeft de consument recht op partneralimentatie voor een bedrag van € 78.000,- per jaar. De bank heeft de benodigde financiering verstrekt met een hoofdsom van € 390.000,-. Op 9 september 2021 is de hypotheekakte verleden bij de notaris.
Op 4 oktober 2023 heeft de bank de consument een brief gestuurd, waarin staat dat de bank de persoonsgegevens van de consument met ingang van 20 februari 2023 voor de duur van 8 jaar opneemt in haar Interne Verwijzingsregister (IVR), het Incidentenregister en het Externe Verwijzingsregister (EVR) van de Stichting Fraudebestrijding Hypotheken (SFH).
In de brief staat onder meer dat de werkgeversverklaring een inkomen toonde dat niet bestendig is. Er zou sprake zijn van een vast dienstverband, maar dit bleek maar één maand geldig. "Uit onderzoek blijkt dat het dienstverband in de praktijk slechts 1 maand (augustus 2021) van kracht is geweest waarna u op 2 september 2021 de offerte voor de financiering ondertekent. Ondanks het feit dat het dienstverband door de werkgever tot en met maand september 2021 Ís aangemeld bij het UWV, zijn er in de maand september 2021 geen inkomen dan wel uren geadministreerd op dit overzicht. Ook heeft u in de praktijk geen inkomen over de maand september genoten."
De Rabobank is van mening dat u haar op 31-08-2021 middels de werkgeversverklaring een inkomen getoond heeft dat in de werkelijkheid niet bestendig is. "Het feit dat in de maand september het dienstverband niet meer geadministreerd is in uren en loon maakt dat de bank van mening is dat u haar misleid heeft. Dit standpunt wordt gesterkt door het feit dat u door uw eigen handtekening te plaatsten op de werkgeversverklaring bekrachtigd heeft dat er geen maatregelen dan wel reorganisaties aangekondigd zijn die het dienstverband, dan wel het inkomen binnenkort (d.d. 31-08-2021) zullen raken. De bank neemt u dit kwalijk en heeft hiervan aangifte gedaan bij de politie."
Bij brief van 29 februari 2024 heeft de bank de consument bericht dat zij de klantrelatie per 1 juli 2024 beëindigt.
De consument heeft geprotesteerd tegen de besluiten van de bank. Zo was er sprake van gezondheidsklachten en een scheiding. Een nadere uitwisseling van standpunten heeft niet tot een oplossing van het geschil geleid waarna de consument een klacht heeft ingediend bij Kifid.
Uitspraak
De commissie stelt onder mer dat zij het met de Rabobank eens is dat sprake is van opmerkelijke feiten en omstandigheden en de commissie kan zich indenken dat de bank hierop is aangeslagen. De consument heeft naar het oordeel van de commissie de opmerkelijke omstandigheden en het chronologische verloop met betrekking tot de financieringsaanvraag echter voldoende toegelicht en de verdenkingen van de bank voldoende ontzenuwd. De bank is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument het dienstverband heeft gefingeerd of een onrechtmatige constructie heeft opgetuigd om de bank te bewegen tot het verstrekken van de financiering.
Gelet op het voorgaande oordeelt de commissie dat de registratie in het EVR moet worden doorgehaald. Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister moet worden doorgehaald. "Gelet op de onterechte registratie van de persoonsgegevens door de bank en de ingrijpende gevolgen voor de consument bij beëindiging van de bankrelatie en daarmee de opeising van de hypothecaire geldlening, acht de commissie de opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De bank is daarom gehouden de aangezegde beëindiging van de relatie in te trekken dan wel de bankrelatie te herstellen. Voor zover de bank meent dat zij dat niet kan omdat er in de huidige situatie sprake is van overkreditering wijst de commissie erop dat de bank de consument in de positie moet brengen van voor het moment van (de aanzegging van) de beëindiging van de bankrelatie. In die situatie zou de bank ook niet de relatie met de consument hebben kunnen beëindigen door er enkel op te wijzen dat er (inmiddels) sprake was van overkreditering."
De conclusie is dat de klacht van de consument gegrond is en dat de vordering wordt toegewezen. De bank is verplicht om de persoonsgegevens van de consument uit zowel de externe als de interne registers te (laten) verwijderen en de bancaire relatie te herstellen dan wel de aangezegde beëindiging in te trekken.
Reactie toevoegen
Kifid : geen gegronde vrees voor verduistering dan ook geen beslaglegging
(Kifid-uitspraak GC 2025-0307) De consumenten hebben - via verzekeraar Nationale-Nederlanden - DAS ingeschakeld om rechtsbijstand vanwege gebreken aan een gekochte...
ING verlaagt als eerste grootbank de rente
ING verlaagt per 18 april de spaarrente voor haar particuliere klanten. Daarmee is ING de eerste van de drie Nederlandse grootbanken die haar toch al lage spaarrente...
Kifid: premieverhoging Promovendum niet te goeder trouw
(Kifid-uitspraak GC 2025-0272) Een consument vordert dat gevolmachtigde Promovendum de premieverhoging voor twee autoverzekeringen per contractvervaldatum ongedaan...
Kifid: verzekeringsvoorwaarden verstrekken via Mijn-omgeving voldoet
(Kifid-uitspraak GC 2025-0266) Bij het online afsluiten van een verzekering moet de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden op de juiste manier ter hand stellen....

Kifid: niet wijzen op passende verzekering is schending zorgplicht
(kifid-uitspraak GC 2025-0248) Er is schade ontstaan aan de woning van de consumenten doordat de vloer van de garage gedeeltelijk is verzakt. Tijdens het onderzoek...

Kifid: aansprakelijkheid slachtoffer bank-aan-huis-fraude beperkt
(Kifid-uitspraak CvB 2025-0012 is bindend en komt in de plaats van uitspraak GC 2024-0446) Banken vragen hun klanten nooit om een bankpas en/of pincode. Heeft...

Kifid: verweer gevolmachtigde te laat, klacht gedeeltelijk toegewezen
(Kifid-uitspraak GC 2025-0173, bindend) De consument heeft op vakantie in de Dominicaanse Republiek hartklachten gekregen waarvoor hij een arts heeft bezocht. De...

Kifid: Centraal Beheer verzaakte zorgplicht
(Kifid-tussenuitspraak GC 2025-0162A, bindend) Centraal Beheer heeft in een klachtzaak als bemiddelaar of adviseur niet voldaan aan de zorg die redelijkerwijs verwacht...
Kifid: roekeloos rijden niet bewezen, bumperkleven wel
(Kifid-uitspraak 2025-0093) De auto van de consument is betrokken geweest bij een aanrijding met twee andere voertuigen. Volgens de consument is de tegenpartij...

Rabobank: hogere volumes in alle bedrijfsonderdelen
De resultaten van Rabobank bleven goed in 2024, met een nettowinst van 5.163 miljoen euro vergeleken met 4.377 miljoen in 2023. "Dit was te danken aan hogere volumes...