Kifid: fraude bewezen, toch vergoeding schade
(Geschillencommissie Kifid uitspraak 2022-0173) De consument, eigenaresse van een Audi A1, is samen met haar partner betrokken geweest bij een nachtelijke botsing met een Toyota. Achmea, de verzekeraar van
de aansprakelijke tegenpartij, heeft de persoonsgegevens van de consument zowel intern als in het Incidentenregister geregistreerd. De consument vordert vergoeding van de schade aan de Audi A1 en doorhaling van alle registraties en intrekking van de melding aan het CBV.
De commissie is van oordeel dat de verzekeraar zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de consument onwaar heeft verklaard over het herstel van de auto voorafgaand aan de aanrijding. Hiermee heeft de consument geprobeerd om de verzekeraar te misleiden zodat zij een hogere schadevergoeding zou krijgen dan waarop zij bij een reguliere afhandeling van de schade recht zou hebben.
Dit betekent dat de verzekeraar niet kan worden verplicht om de registraties en de melding aan het CBV ongedaan te maken. Wel dient de verzekeraar de daadwerkelijk geleden schade van de consument te vergoeden. Er is geen sprake van een algeheel verval van recht vanwege de fraude. De vordering wordt (gedeeltelijk) toegewezen.
De commissie komt onder meer tot deze uitspraak aan de hand van een Toedrachtsonderzoek. In het rapport staat dat volgens de schade-expert die de verzekeraar had ingeschakeld om de schade aan de Audi vast te stellen, de motorkap niet was hersteld ten tijde van de botsing op 13 oktober 2020. Uit het rapport blijkt dat de schade-expert dit heeft vastgesteld door foto’s die hij zelf heeft gemaakt ten tijde van zijn schadevaststelling te vergelijken met foto’s van Marktplaats van vóór de botsing, die waren gemaakt met het doel de Audi te verkopen. Volgens de expert is op de foto’s dezelfde deuk zichtbaar. Hij acht het niet mogelijk dat de deuk er door de botsing van 13 oktober 2020 weer is ingesprongen.
De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat het gehele recht op schadevergoeding door de fraude is komen te vervallen. Tussen partijen staat evenwel niet ter discussie dat de Audi door toedoen van de verzekerde van de verzekeraar is beschadigd, aldus de Geschillencommissie. "Deze schade dient de verzekeraar nog aan de consument te vergoeden. Dat de consument heeft gefraudeerd doet hier niet aan af."
"De consument heeft op grond van art. 6 van de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen een eigen recht op schadevergoeding dat losstaat van een contractuele verhouding tussen de consument, als benadeelde, en de verzekeraar. De Hoge Raad heeft in dat kader in zijn arrest van 6 juli 20183 geoordeeld dat art. 7:941 lid 5 BW4 noch rechtstreeks noch analoog kan worden toegepast. Art. 7:941 lid 5 BW legt immers een sanctie op aan de verzekerde die zijn verzekeraar misleidt, ongeacht de ernst of de omvang van de misleiding. Volgens de
Hoge Raad brengen deze (potentieel) verstrekkende gevolgen mee dat zij een wettelijke basis dienen te hebben. Voor het aanvaarden van een algemene buitenwettelijke regel die meebrengt dat bij opzettelijke misleiding van de verzekeraar door de benadeelde het eigen recht van art. 6 WAM vervalt, is naar het oordeel van de Hoge Raad daarom geen plaats. De commissie is van oordeel dat, in lijn met het arrest van de Hoge Raad, in het onderhavige geval het niet zo is dat het gehele recht op schadevergoeding is komen te vervallen, omdat
zoals de verzekeraar ter zitting heeft bevestigd, niet vast staat dat sprake is van een opzetaanrijding. Dat de consument schade heeft geleden waarvoor de verzekerde van de verzekeraar aansprakelijk is staat daarmee vast."
De consument vordert een bedrag van 5.100 euro. Bij dit bedrag is evenwel geen rekening gehouden met de vóór de aanrijding reeds aanwezige schade, aldus Kifid. "De expert van de verzekeraar heeft de oude schade begroot op een bedrag van 1.250 euro. De commissie volgt de schadebegroting van de verzekeraar. Dit betekent dat het bedrag waar de consument recht op heeft 3.950 euro is, namelijk 10.500 euro (de dagwaarde ten tijde van de aanrijding) minus 1.250 euro (de oude schade) minus 5.300 euro (de restantwaarde)."
Reactie toevoegen
Kifid: premiestijging Promovendum niet onaanvaardbaar
(Kifid-uitspraak GC 2024-0707) De consument is het niet eens met de premiestijging per contract-vervaldatum en is van mening dat de premiestijging naar maatstaven...
Kifid benoemt twee nieuwe leden Geschillencommissie
Het bestuur van Kifid heeft twee nieuwe leden van de Geschillencommissie benoemd: mr. Angélique M. Verweij-Hoogveld en mr. Marijke Bruning. Beiden treden...
Kifid: hogere rente, geen schadevergoeding
(Kifid-uitspraak GC 2024-0643) Consumenten stellen dat advieskantoor Hypotheek-Huys te lang heeft gewacht met het indienen van de hypotheekaanvraag, waardoor...
Kifid: klacht afgewezen ondanks onduidelijke voorwaarden
(Kifid-uitspraak GC 2024-0637). Consumenten hebben in het verleden samen een woning gekocht en hebben besloten te gaan scheiden. Volgens de consumenten volgt uit...
Kifid: rentevoorstel verlopen, adviseur niet aansprakelijk
(Kifid-uitspraak GC 2024-0628). Volgens de consumenten kunnen zij geen aanspraak maken op het rentevoorstel van de geldverstrekker doordat Rijnders Assurantiën...
Kifid: Promovendum mag verzekering niet beëindigen
(Kifid, mondelinge uitspraak GC 2024-0640). De consument is het niet eens met de beëindiging van zijn rechtsbijstandsverzekering vanwege het aantal rechtsbijstandsverzoeken...
Kifid: geen zorgplichtschending bij haast consumenten
(Kifid-uitspraak GC 2024-0600) Consument en ex-partner benaderen een adviseur van de Hypothekers Associatie in Amersfoort voor het afsluiten van twee hypotheken....
Nieuw commissielid Geschillencommissie Kifid
Elly van Zadelhoff wordt per 1 juli 2024 benoemd tot lid van de Geschillencommissie Kifid. Van Zadelhoff werkte onder meer voor een ambtenarenbond, wetenschappelijk...
Kifid: te laag bedrag, geen beroep
(Kifid-uitspraak GC 2024-0444) Een consument heeft een klacht ingediend omdat in zijn optiek de uitvoerder van de rechtsbijstandverzekering een beroepsfout heeft...
Kifid: alleen voorwaarden verstrekt via duurzame drager zijn rechtsgeldig
(Kifid- bindende uitspraak GC 2024-0125) Een verzekeraar (in dit geval Centraal Beheer) kan zich niet beroepen op een nieuwe voorwaarde in de verzekering als een...