Kifid: geen reactie, geen renteherziening
(Kifid-uitspraak GC 2025-0006) Consumenten hebben in 2019 van Florius een renteherzieningsaanbod ontvangen, waarop ze niet hebben gereageerd. Hierop heeft Florius de hypotheekrente (opnieuw) voor een periode van vijf jaar vastgezet. In 2024 hebben de consumenten vastgesteld dat hun hypotheekrente maar voor vijf jaar in plaats van voor tien jaar is vastgezet. Zij vorderen vergoeding van de hierdoor geleden schade althans het alsnog toekennen van een
rentevastperiode van tien jaar.
De consumenten hebben bij Florius een hypothecaire geldlening (bestaande uit 1 leningdeel) afgesloten. De einddatum van de geldlenig is 1 februari 2029. In verband met het per 1 augustus 2019 aflopen van de rentevastperiode van vijf jaar heeft Florius per brief van 18 april 2019 een renteaanbod uitgebracht aan de consumenten. Eind april 2019 hebben de consumenten gevraagd of er een lager renteaanbod mogelijk is.
Hierop heeft Florius geantwoord dat er een risico-opslag 0,2% in de rente zit en dat zij graag een WOZ-beschikking ontvangt om de risico-opslag te verlagen. Na ontvangst van de WOZ-beschikking heeft Florius de verlaging van de risico-opslag op het lopende rentecontract per 1 juni 2019 in gang gezet. Dit is op 1 mei 2019 schriftelijk aan de
consumenten bevestigd.
Op 3 mei 2019 hebben de consumenten telefonisch contact opgenomen met Florius en gevraagd of de opslag op de rente uit het renteaanbod ook omlaag gaat. Florius heeft aangegeven dat dit automatisch wordt aangepast als dit van toepassing is. Op 24 juni 2019 hebben de consumenten telefonisch contact opgenomen met Florius en aangegeven dat zij nog geen bevestiging van de nieuwe rente hadden ontvangen. Per brief van 27 juni 2019 heeft Florius de consumenten geïnformeerd dat de risico-opslag pas op 1 juli 2019 is verwijderd in plaats van 1 juni 2019. In verband hiermee heeft Florius de te veel betaalde rente over de maand juni 2019 aan de consumenten vergoed.
Op 28 juni 2019 hebben de consumenten contact opgenomen met Florius omdat Florius zou hebben aangegeven dat de risico-opslag zou worden verlaagd. Hierop heeft Florius aangegeven dat de rente per 1 juli 2019 wordt aangepast naar 2,85% en per 1 augustus 2019 wordt aangepast naar 1,9% voor een rentevastperiode van vijf jaar.
Op diezelfde dag hebben de consumenten een bericht naar Florius gestuurd waarin zij hebben aangeven dat zij het leningoverzicht hebben ontvangen, maar dat hierin een fout is geslopen en dat de nieuwe termijn vijf jaar rentevast moet zijn. Hierop heeft Florius per e-mail van 1 juli 2019 aan de consumenten uitgelegd dat de rente wordt herzien per 1 augustus 2019 en dat de rente, in overeenstemming met het aanbod van 18 april 2019, wordt
vastgezet voor een periode van vijf jaar.
Omdat de consumenten geen rentekeuze hebben doorgegeven, is per 1 augustus 2019 een (nieuwe) rentevastperiode van vijf jaar ingegaan. Dit is door Florius per brief van 6 augustus 2019 aan de consumenten bevestigd.
Per brief van 18 maart 2024 heeft Florius de consumenten geïnformeerd dat de rentevast-periode op 1 augustus 2024 afloopt. Op 20 maart 2024 hebben de consumenten telefonisch contact opgenomen met Florius en aangegeven dat zij in de veronderstelling waren dat zij in 2019 een rentevastperiode van tien jaar in plaats van vijf jaar hadden gekozen. In april 2024 hebben de consumenten een klacht ingediend bij Florius.
De consumenten vorderen vergoeding van € 6.097,80, verhoogd met wettelijke rente vanaf augustus 2024 althans het alsnog toekennen van een rentevastperiode van tien jaar. Zij voeren aan dat zij de brief van 18 april 2019 nooit ontvangen hadden. Bovendien hebben zij na ontvangst van de brief van 6 augustus 2019 telefonisch contact opgenomen met Florius en verzocht om de rente voor tien jaar in plaats van vijf jaar vast te zetten. Er is toen gezegd dat dit zou worden geregeld; daarna hebben de consumenten echter niets meer hierover vernomen van Florius.
Uit de correspondentie blijkt echter, volgens de Geschillencommissie, dat consumenten de brief van 18 april wel degelijk hebben ontvangen. Verder heeft Florius betwist dat het telefoongesprek heeft plaatsgevonden. Er is ook niets in de administratie van Florius terug te vinden en bovendien aanvaardt Florius per telefoon geen rentekeuzes.
De commissie: "Ingevolge artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft als uitgangspunt te gelden dat de partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door hem gestelde feiten – bij voldoende betwisting door de wederpartij – zijn stellingen moet bewijzen. Dit betekent dat de consumenten zullen moeten bewijzen dat dat telefoongesprek in augustus 2019 heeft plaatsgevonden. Ook moeten zij de inhoud van dat gesprek bewijzen nu Florius een en ander gemotiveerd betwist. In het leveren van dat bewijs zijn de consumenten naar het oordeel van de commissie niet geslaagd zodat niet is komen vast te staan dat partijen in 2019 een 10 jaar vaste rente zijn overeengekomen. Dit betekent dat de klacht ongegrond is en de vorderingen zullen worden afgewezen." commissie is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat partijen in 2019 een nieuwe rentevastperiode voor tien jaar zijn overeengekomen. De vorderingen worden afgewezen.
Reactie toevoegen
Kifid: nieuwe bestemming woning dan ook nieuw adviestraject
(Kifid-uitspraak GC 2025-0456) Consumenten hebben in 2022 gekozen voor een ‘verhoogde inschrijving’ om extra financiering aan te kunnen aanvragen. Hun...
(Uit VVP 2-2025) Maar liefst 34 spotters hebben 164 topkantoren aangedragen voor de longlist van de vernieuwde VVP Advies Award. Tijdens de spottersbijeenkomst...
VVP Advies Award nieuwe stijl: gespot ruim 160 advieshelden
Maar liefst 34 spotters hebben 164 topkantoren aangedragen voor de longlist van de vernieuwde VVP Advies Award. Tijdens de spottersbijeenkomst van 25 juni bij...
Kifid: bewaren persoonsgegevens gemaximeerd tot 5 jaar
((Kifid-uitspraak GC 2025-0396) Kifid heeft de duur registratie persoonsgegevens afkomstig uit klantonderzoek antiwitwaswet gemaximeerd tot 5 jaar. De antiwitwaswet...
Kifid: adviseur schendt zorgplicht, maar consument kan schade niet aantonen
(Kifid-uitspraak GC 2025-0348) Een consument voert aan dat De Hypotheker Dordrecht hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de consequenties van het gebruikmaken...
Kifid: klant moet gemaakte kosten kunnen bewijzen
(Kifid-uitspraak GC 2025-0352) Een consument heeft zijn hypothecaire geldlening overgesloten en verhoogd na advies en bemiddeling door Buro philip van den hurk....
Kifid: verzekeraar schiet te kort en moet advocaatkosten consument vergoeden
(Kifid-uitspraak GC 2025-0330) De consument klaagt over de tekortkomingen van de uitvoerder (Klaverblad Rechtsbijstand Stichting,) in de verleende rechtsbijstand....
Karin Polman wordt directeur hypotheekmerken ABN Amro
Karin Polman wordt per 1 mei 2025 directeur Hypotheken Intermediair van de hypotheekmerken ABN Amro, Florius en Moneyou. Redenen voor de krachtenbundeling zijn...
Kifid : geen gegronde vrees voor verduistering dan ook geen beslaglegging
(Kifid-uitspraak GC 2025-0307) De consumenten hebben - via verzekeraar Nationale-Nederlanden - DAS ingeschakeld om rechtsbijstand vanwege gebreken aan een gekochte...
Kifid: premieverhoging Promovendum niet te goeder trouw
(Kifid-uitspraak GC 2025-0272) Een consument vordert dat gevolmachtigde Promovendum de premieverhoging voor twee autoverzekeringen per contractvervaldatum ongedaan...