Kifid: opzettelijke misleiding loont niet

Een verzekeraar die na een ongeval namens zijn verzekerde aansprakelijkheid erkent voor de schade van de tegenpartij moet de vaststaande schade in beginsel vergoeden, ook als de tegenpartij heeft gefraudeerd. Om de schade aannemelijk te maken is bewijs dat alleen is terug te voeren op verklaringen van de consument als tegenpartij niet voldoende, als is gebleken dat de consument eerder opzettelijk onjuiste informatie heeft gegeven.

Dit blijkt uit twee vandaag gepubliceerde uitspraken van de Geschillencommissie Kifid. In beide klachtzaken tegen ASR en Nationale-Nederlanden zijn de consumenten als tegenpartij zogenoemde ‘derde benadeelden’ die de betrokken verzekeraars opzettelijk hebben misleid om zo een (hogere) schadevergoeding te krijgen dan waar zij recht op hadden. De verzekeraars mochten om die reden de persoonsgegevens van de consumenten opnemen in de interne en externe waarschuwingssystemen.

De uitspraak GC 2021-0483 in een klachtzaak van een consument tegen a.s.r. is bindend. De uitspraak GC 2021-0484 in een klachtzaak tegen Nationale-Nederlanden is op verzoek van betrokken consument niet-bindend.

In de ene klachtzaak is de consument, werkzaam als elektricien, zowel in 2016 als in 2018 slachtoffer van een verkeersongeval. Nationale-Nederlanden is voor beide ongevallen de WAM-verzekeraar en erkent in beide zaken de aansprakelijkheid van zijn verzekerden. Tijdens de schadeafhandeling constateert de verzekeraar dat deze consument, de zogenoemd derde-benadeelde, tegenstrijdige verklaringen geeft over zijn letsel. Hij probeert zo een hogere schadevergoeding te krijgen dan waar hij recht op heeft.

In de andere klachtzaak is de consument een scooterrijder die betrokken raakt bij een verkeersongeval. Hier is ASR de WAM-verzekeraar die aansprakelijkheid van zijn verzekerde erkent. Door het ongeval zou de scooterrijder onder meer een lager verdienvermogen hebben. Als tijdens de schadeafhandeling blijkt dat deze consument betrokken is bij meerdere schadeclaims, stelt de verzekeraar een onderzoek in. Daaruit blijkt dat de bij ASR ingediende werkgeversverklaring ook bij andere schadeclaims is ingediend en dan wordt duidelijk dat de werkgeversverklaring vals is.

De misleiding door de betrokken consumenten is voor de afzonderlijke verzekeraars reden om de schaderegeling stop te zetten en de persoonsgegevens voor respectievelijk zes jaar (zaak elektricien) en acht jaar (zaak scooterrijder) op te nemen in de externe waarschuwingsregisters: Incidentenregister en Extern Verwijzingsregister. Van de incidentenregistratie wordt melding gemaakt bij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV). De verzekeraar in de zaak van de scooterrijder registreert de persoonsgegevens van de consument ook intern in de Gebeurtenissenadministratie en het Intern Verwijzingsregister. Daarnaast willen de verzekeraars de onderzoekskosten en voor zover van toepassing de buitengerechtelijke kosten en advocaatkosten verhalen op de betrokken consumenten.

In beide klachtzaken concludeert de Geschillencommissie dat de consumenten de betrokken verzekeraars opzettelijk hebben misleid om zo een (hogere) schadevergoeding te krijgen terwijl zij daar geen recht op hebben. Deze fraude rechtvaardigt dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de betrokken consument mag opnemen in genoemde waarschuwingssystemen.

Vaststaande schade en smartengeld

Is er sprake van een zwaardere verdenking dan een vermoeden van fraude door de derde-benadeelde, dan zal de verzekeraar de schade die wel vaststaat in beginsel toch moeten vergoeden. Ook kan er recht bestaan op smartengeld. In de zaak van de elektricien is het duidelijk dat de man door het eerste verkeersongeval knieklachten heeft gekregen. Volgens de wet geeft dit de consument recht op smartengeld. De Geschillencommissie heeft dit naar billijkheid en rekening houdend met alle omstandigheden voor deze consument begroot op 10.000 euro. De verzekeraar moet dit bedrag alsnog aan de consument vergoeden, evenals de door een expert vastgestelde autoschade van 2.045 euro die door het tweede ongeluk is veroorzaakt. De consument claimt echter meer schade, waaronder psychische schade. De Geschillencommissie oordeelt dat deze schade onvoldoende aannemelijk is geworden, omdat de stukken van de huisarts en de psycholoog zijn gebaseerd op verklaringen van de consument, die eerder al opzettelijk onjuiste informatie heeft gegeven. De Geschillencommissie vindt de verklaringen van de consument door de fraude niet geloofwaardig.
Wat het recht op schadevergoeding betreft volgt de Geschillencommissie in de zaak van de scooterrijder eenzelfde redenering. De scooterrijder heeft geen recht op het voorschot dat hij heeft ontvangen. Het voorschot is namelijk uitgekeerd op basis van de verklaring van de scooterrijder zelf dat hij schade heeft geleden, terwijl de Geschillencommissie oordeelt dat hij bewust onjuiste informatie aan de verzekeraar heeft gegeven. De verklaring van de scooterrijder is daardoor onvoldoende als bewijs. Andere objectieve gegevens waaruit blijkt dat de scooterrijder wel degelijk schade heeft geleden, zijn er niet. 

Verder heeft de Geschillencommissie in beide zaken ook beoordeeld of de verzekeraars kosten op de tegenpartij, de derde-benadeelden, mogen verhalen omdat zij hebben gefraudeerd.

 

 

Reactie toevoegen

 
Meer over
Kifid: dossier niet op orde, toch geen schending zorgplicht

Kifid: dossier niet op orde, toch geen schending zorgplicht

(Kifid-uitspraak GC 2025-0491) Een consument is van mening dat pensioenuitvoerder Nationale-Nederlanden de zorgplicht heeft overtreden. De commissie heeft begrip...

Kifid: nieuwe bestemming woning dan ook nieuw adviestraject

Kifid: nieuwe bestemming woning dan ook nieuw adviestraject

(Kifid-uitspraak GC 2025-0456) Consumenten hebben in 2022 gekozen voor een ‘verhoogde inschrijving’ om extra financiering aan te kunnen aanvragen. Hun...

Kifid: bewaren persoonsgegevens gemaximeerd tot 5 jaar

Kifid: bewaren persoonsgegevens gemaximeerd tot 5 jaar

((Kifid-uitspraak GC 2025-0396) Kifid heeft de duur registratie persoonsgegevens afkomstig uit klantonderzoek antiwitwaswet gemaximeerd tot 5 jaar. De antiwitwaswet...

Kifid: adviseur schendt zorgplicht, maar consument kan schade niet aantonen

Kifid: adviseur schendt zorgplicht, maar consument kan schade niet aantonen

(Kifid-uitspraak GC 2025-0348) Een consument voert aan dat De Hypotheker Dordrecht hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de consequenties van het gebruikmaken...

Kifid: klant moet gemaakte kosten kunnen bewijzen

Kifid: klant moet gemaakte kosten kunnen bewijzen

(Kifid-uitspraak GC 2025-0352) Een consument heeft zijn hypothecaire geldlening overgesloten en verhoogd na advies en bemiddeling door Buro philip van den hurk....

Kifid: verzekeraar schiet te kort en moet advocaatkosten consument vergoeden

Kifid: verzekeraar schiet te kort en moet advocaatkosten consument vergoeden

(Kifid-uitspraak GC 2025-0330) De consument klaagt over de tekortkomingen van de uitvoerder (Klaverblad Rechtsbijstand Stichting,) in de verleende rechtsbijstand....

Kifid : geen gegronde vrees voor verduistering dan ook geen beslaglegging

Kifid : geen gegronde vrees voor verduistering dan ook geen beslaglegging

(Kifid-uitspraak GC 2025-0307) De consumenten hebben - via verzekeraar Nationale-Nederlanden - DAS ingeschakeld om rechtsbijstand vanwege gebreken aan een gekochte...

Kifid: premieverhoging Promovendum niet te goeder trouw

Kifid: premieverhoging Promovendum niet te goeder trouw

(Kifid-uitspraak GC 2025-0272) Een consument vordert dat gevolmachtigde Promovendum de premieverhoging voor twee autoverzekeringen per contractvervaldatum ongedaan...

Kifid: verzekeringsvoorwaarden verstrekken via Mijn-omgeving voldoet

Kifid: verzekeringsvoorwaarden verstrekken via Mijn-omgeving voldoet

(Kifid-uitspraak GC 2025-0266) Bij het online afsluiten van een verzekering moet de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden op de juiste manier ter hand stellen....

Kifid: niet wijzen op passende verzekering is schending zorgplicht

Kifid: niet wijzen op passende verzekering is schending zorgplicht

(kifid-uitspraak GC 2025-0248)  Er is schade ontstaan aan de woning van de consumenten doordat de vloer van de garage gedeeltelijk is verzakt. Tijdens het onderzoek...