Kifid: premieverhoging Promovendum niet te goeder trouw

Kifid 2024

(Kifid-uitspraak GC 2025-0272) Een consument vordert dat gevolmachtigde Promovendum de premieverhoging voor twee autoverzekeringen per contractvervaldatum ongedaan maakt. Promovendum heeft de verhoging van de premie gebaseerd op artikel 20 aanhef, onder b, van de algemene verzekeringsvoorwaarden dat de gevolmachtigde het recht geeft om op ieder moment en om elke reden die hij daarvoor ziet de premie of de voorwaarden aan te passen.

De commissie concludeert onder meer: "Artikel 20 aanhef, onder b, van de algemene verzekeringsvoorwaarden verleent de gevolmachtigde een ruime bevoegdheid. De premie kan worden verhoogd “Als er voor ons een reden is” (subjectief) en “op ieder moment” (dus ook tussentijds). Het artikel geeft slechts één voorbeeld van redenen voor een premieverhoging (“Bijvoorbeeld omdat we erg veel schades hebben.”), waarbij het kennelijk aan de gevolmachtigde zelf is (“voor ons”) om te bepalen wanneer sprake is van ‘erg veel’. Het artikel houdt geen rekening met de mogelijkheid dat de verzekeringnemer, zoals in deze zaak, juist met de gevolmachtigde gecontracteerd heeft na diens aanbod om naar hem over te stappen voor een lagere premie. Het enige controlemechanisme waarin het artikel voorziet, is dat de gevolmachtigde de premieverhoging toelicht (“Wij leggen je uit waarom we de premie of voorwaarden aanpassen.”) en dat de verzekeringnemer de verzekering kan opzeggen. Het artikel zet geen grens aan de verhoging die de gevolmachtigde mag doorvoeren en evenmin aan de redenen die aan een verhoging ten grondslag kunnen liggen. Het artikel dwingt de gevolmachtigde nauwelijks tot een objectieve onderbouwing van de noodzaak tot premieverhoging."

De commissie is dan ook van oordeel dat het artikel een aanzienlijke verstoring van het evenwicht veroorzaakt tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen. "Aan het transparantievereiste is niet voldaan; de consument kan niet, althans onvoldoende, aan de hand van duidelijke en begrijpelijke criteria eventuele verhogingen van de premie voorzien. Dat het artikel de verzekeringnemer de bevoegdheid verleent om de verzekering op te zeggen in geval van een premieverhoging, maakt het artikel niet (toch) evenwichtig. Wel levert dat een relevante omstandigheid op maar de commissie vindt de zojuist genoemde aspecten van het artikel zwaarder wegen. In het bijzonder vindt zij van belang dat de consument na opzegging uiteraard geen verzekeringsdekking meer heeft, zodat van de opzeggingsmogelijkheid niet of nauwelijks een verzachtende omstandigheid uitgaat."

Verder zegt de commissie dat er sprake is van een (soort) en bloc-wijziging, omdat Promovendum niet alleen heeft bedoeld om de premie van deze consument te verhogen.  "Voor een tussentijdse eenzijdige wijziging op grond van artikel 7:940 lid 4 BW volgt uit de rechtspraak dat de reden daarvoor van dien aard moet zijn, dat gebondenheid aan het ongewijzigd voortzetten van de overeenkomst niet van de verzekeraar kan worden gevergd. Als uitgangspunt geldt dat de aard van de verzekeringsovereenkomst, waarbij het afdekken van risico’s voor de verzekerde centraal staat, meebrengt dat de verzekeraar van een eenzijdige bevoegdheid tot het verhogen van premie slechts onder zeer bijzondere omstandigheden gebruik mag maken. In deze procedure is niet gebleken dat het voortzetten van de verzekering niet van de gevolmachtigde kan worden gevergd, als hij de premieverhoging niet kan doorvoeren."

De commissie oordeelt dat het beding niet transparant is en dat sprake is van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument. "Deze verstoring is in strijd is met de goede trouw. De consument zou het beding niet hebben aanvaard als partijen daarover afzonderlijk hadden onderhandeld. Het beding is daarom onredelijk bezwarend. Dit brengt mee dat het beding buiten toepassing moet worden gelaten en de consument dus niet aan het beding is gebonden. Omdat de gevolmachtigde geen beroep op het beding toekomt, heeft hij ten onrechte met een beroep daarop de premie verhoogd. De vordering van de consument tot ongedaanmaking van de premieverhoging wordt toegewezen."

Reactie toevoegen

 
Kifid: adviseur schendt zorgplicht, maar consument kan schade niet aantonen

Kifid: adviseur schendt zorgplicht, maar consument kan schade niet aantonen

(Kifid-uitspraak GC 2025-0348) Een consument voert aan dat De Hypotheker Dordrecht hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de consequenties van het gebruikmaken...

Kifid: klant moet gemaakte kosten kunnen bewijzen

Kifid: klant moet gemaakte kosten kunnen bewijzen

(Kifid-uitspraak GC 2025-0352) Een consument heeft zijn hypothecaire geldlening overgesloten en verhoogd na advies en bemiddeling door Buro philip van den hurk....

Kifid: verzekeraar schiet te kort en moet advocaatkosten consument vergoeden

Kifid: verzekeraar schiet te kort en moet advocaatkosten consument vergoeden

(Kifid-uitspraak GC 2025-0330) De consument klaagt over de tekortkomingen van de uitvoerder (Klaverblad Rechtsbijstand Stichting,) in de verleende rechtsbijstand....

Kifid : geen gegronde vrees voor verduistering dan ook geen beslaglegging

Kifid : geen gegronde vrees voor verduistering dan ook geen beslaglegging

(Kifid-uitspraak GC 2025-0307) De consumenten hebben - via verzekeraar Nationale-Nederlanden - DAS ingeschakeld om rechtsbijstand vanwege gebreken aan een gekochte...

Kifid: verzekeringsvoorwaarden verstrekken via Mijn-omgeving voldoet

Kifid: verzekeringsvoorwaarden verstrekken via Mijn-omgeving voldoet

(Kifid-uitspraak GC 2025-0266) Bij het online afsluiten van een verzekering moet de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden op de juiste manier ter hand stellen....

Kifid: niet wijzen op passende verzekering is schending zorgplicht

Kifid: niet wijzen op passende verzekering is schending zorgplicht

(kifid-uitspraak GC 2025-0248)  Er is schade ontstaan aan de woning van de consumenten doordat de vloer van de garage gedeeltelijk is verzakt. Tijdens het onderzoek...

Kifid: verweer gevolmachtigde te laat, klacht gedeeltelijk toegewezen

Kifid: verweer gevolmachtigde te laat, klacht gedeeltelijk toegewezen

(Kifid-uitspraak GC 2025-0173, bindend) De consument heeft op vakantie in de Dominicaanse Republiek hartklachten gekregen waarvoor hij een arts heeft bezocht. De...

Kifid: Centraal Beheer verzaakte zorgplicht

Kifid: Centraal Beheer verzaakte zorgplicht

(Kifid-tussenuitspraak GC 2025-0162A, bindend) Centraal Beheer heeft in een klachtzaak als bemiddelaar of adviseur niet voldaan aan de zorg die redelijkerwijs verwacht...

Kifid: roekeloos rijden niet bewezen, bumperkleven wel

Kifid: roekeloos rijden niet bewezen, bumperkleven wel

(Kifid-uitspraak 2025-0093)  De auto van de consument is betrokken geweest bij een aanrijding met twee andere voertuigen. Volgens de consument is de tegenpartij...

Kifid: beëindiing klantrelatie door Rabobank onaanvaardbaar

Kifid: beëindiing klantrelatie door Rabobank onaanvaardbaar

(Kifid-uitspraak GC 2025-0072) De Rabobank verdenkt een consument van het plegen van hypotheekfraude en registreert de persoonsgegevens van de consument voor de...