Meenemen hypotheek niet zonder meer mogelijk
(Kifid-uitspraak GC 2022-0591) Het ‘meenemen’ van de hypothecaire geldlening bij de aanschaf van een andere woning is niet zonder meer mogelijk. De nieuwe hypothecaire financiering moet voldoen aan alle financieringsvoorwaarden. Het kan daardoor zo zijn dat een nieuwe hypothecaire geldlening die vergelijkbaar is met de reeds lopende (of oude) hypothecaire geldlening, op dat moment niet meer mogelijk is. Naar het oordeel van de Geschillencommissie is geen sprake van discriminatie of onzorgvuldig handelen door de bank. De vordering is daarom afgewezen.
De commissie: “Volgens de bank is uit de door de consument aangeleverde inkomensgegeven gebleken dat de gewenste financiering niet voldeed aan de wettelijke leennormen en daarom niet tot de mogelijkheden behoorde. De consument heeft dit op zichzelf niet bestreden, maar vindt het onredelijk dat er een nieuwe toetsmoment plaatsvindt en de bank volgens hem vanaf de pensioengerechtigde leeftijd niet meer uitgaat van inkomen uit werk of vermogen. De bank heeft dat echter bestreden en toegelicht dat zij onder andere het uitgangspunt hanteert dat de financiering de eerstkomende tien jaar betaalbaar moet zijn op basis van het huidige vaste en bestendige inkomen van de consument en dat zij daarbij rekening houdt met een mogelijk te verwachten inkomensdaling door bijvoorbeeld pensionering in die periode. De bank heeft daarbij verwezen naar door de European Banking Authority (EBA) opgestelde richtsnoeren waaruit ook blijkt dat daar rekening mee moet worden gehouden.
“De bank heeft de consument medegedeeld dat zijn inkomen – waaronder zijn pensioeninkomen – niet voldoet aan de door de bank gehanteerde acceptatiecriteria. De bank is voorts niet gehouden rekening te houden met een inkomen uit een mogelijk (vast) dienstverband waarvan de consument heeft aangegeven dat dat tot zijn mogelijkheden behoort maar waar feitelijk nog geen sprake van is. De bank heeft bovendien een bepaalde mate van contracteer- en beleidsvrijheid bij het aangaan van een nieuwe overeenkomst. Het is de commissie niet gebleken dat de bank daarvan misbruik heeft gemaakt of in strijd met de wet heeft gehandeld door de consument (vooralsnog) een (nieuwe) mogelijke financiering te weigeren.”
Naar het oordeel van de commissie is er geen sprake van een verboden onderscheid naar leeftijd. De commissie: “Het wettelijk verbod is namelijk beperkt tot leeftijdsdiscriminatie bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs en strekt zich niet uit tot leeftijdsdiscriminatie bij het aanbod van goederen een diensten. Dit betekent dat het beleid van de bank niet in strijd is met de wet.”
Reactie toevoegen
Reacties
Gerda - n.v.t. 21 juli 2022
"de consument en zijn echtgenote hebben in 1998 een hypothecaire lening van 547.000,- bij de bank afgesloten. De algemene voorwaarden voor de particuliere geldlening 2003 zijn hierop van toepassing" : het niet mee kunnen nemen van bijv een hypothecaire lening met spaarhypotheekconstructie eventu - naar een andere (gelijkwaardige) woning op grond van het huidige inkomen, zou dan verstrekkende fiscale gevolgen hebben en als ik 2e kamerlid was zou ik daar kamervragen over stellen. "de consment acht het niet redelijk en billijk dat de bank een nieuwe inkomenstoets toepast als zij de hypothecaire geldlening willen meeverhuizen naar een nieuwe woning. Als zij zouden blijven zitten in de woning, zou een dergelijke toets niet plaatsvinden. Daar ben ik het volledig mee eens. Wanneer een consument gebruik maakt van het overeengekomen recht van 'meenemen' van een hypothecaire (spaar)hypotheek, dan lijkt het me wel logisch dat de geldverstrekkende bank toetst of zij de waarde van het aan haar te verpanden woning onderpand toets, zodat bij niet-nakoming van de verplichtingen door consument, de bank het (nieuwe) onderpand kan verkopen. Jemig, je zou als consument maar steeds hebben gedacht: Ik los mijn (spaar)hypotheek uit 1998 ad 547.000,- met een rentevast periode ad 5,5% niet af want a. dan moet ik boeterente betalen bij de huidige lage rentestand; b. en ik heb een spaarhypotheek onder het oude regime en dan heeft voortijdige beëindiging fiscale consequenties: Wat een bedriegelijke term is die term 'meeneem' hypotheek toch: boeterente betalen door de consument bij vroegtijdige aflossing (is een integere, gegronde verklaring voor te geven door elke consument met enige financiële ervaring); Maar als de consument zijn hypotheek wil voortzetten op een ander onderpand (rentevast peridode in onderhavig geval 1,25%), meent het Kifid dat de bank dit kan weigeren op grond van het huidige inkomen van de hypotheekgevers dd 1998;
Chris de Bruin - Bureau mr. de Bruin 21 juli 2022
Wat mij betreft een volkomen logische uitspraak. Op het moment dat iemand van plan is de oude woning te verkopen en een nieuwe aan te kopen, gaat het reguliere acceptatietraject lopen en dat ziet er bij iemand die binnen 10 jaar voor zijn AOW-datum zit, iets anders uit dan voor iemand die jonger is. Hoe dat dan werkt had de klant bij iedere hypotheekadviseur kunnen horen, maar kennelijk is de gang naar die adviseur niet gemaakt. Het erbij halen van leeftijdsdiscriminatie is ronduit kul, daar heeft het niets mee te maken. Het is niet de leeftijd, maar het inkomen dat hier een rol heeft gespeeld en in veel gevallen een rol speelt. @Paul, je slaat wat mij betreft de plank volledig mis. Ja, banken zijn vaak zo flexibel als gewapend beton, maar in dit geval had de bank gewoon gelijk. En zeker, er zijn veel vitale mensen die na de AOW-datum doorwerken. Bij deze klant was dat overigens (nog) niet het geval. En als het wel het geval zou zijn geweest, zou er sprake moeten zijn geweest van een bestendig inkomen uit dat loondienstverband gedurende tenminste 10 jaar. De vraag is of iemand dat kan aantonen en daarnaast maakt de contractsvrijheid (voor de bank) het aannemelijk dat zelfs daarmee geen rekening wordt gehouden (dat inkomen kan immers zomaar ophouden bij een ouder iemand) en alleen naar het pensioeninkomen wordt gekeken.
Paul Schoo - Platter-Schoo FD 21 juli 2022
Leeftijdsdiscriminatie valt onder het begrip discriminatie. Art. 1 van de Grondwet: Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of "op welke grond dan ook", is niet toegestaan. En daarmee wordt niet de klei of de zandgrond bedoeld. Dus Kifid, verklaar u nader svp. En ja banken zijn te rigide. Veelal omdat ze over een te laag niveau van arbeidskrachten beschikken. Vinkjes zijn eenvoudiger te zetten dan personeel fatsoenlijk op te leiden. Inmiddels gaan veel arbeidsrelaties na de aow-leeftijd gewoon door. Er zijn veel vitale ouderen. Daar kan best wat soepeler mee omgegaan worden.
Meer over
Verbrand gereedschap moet alsnog vergoed worden
(Kifid-uitspraak GC 2023-0212) De consument wil dekking voor het gereedschap dat verloren is gegaan tijdens een brand op zijn zeiljacht. De gevolmachtigde heeft...
Na dure waterschade: 'Akte van taxatie' geldt
(Kifid-uitspraak GC 2023-0208) Volgens de consumenten is hun waterschade door extreme neerslag niet tijdig en eerlijk afgehandeld door de expert (Crawford) die de...
Commissie van Beroep: adviseur had toch partnerverklaring moeten aanraden
(Kifid-tussenuitspraak CvB 2023-0012) De adviseur heeft op basis van execution only dienstverlening de overlijdensrisicoverzekering van de inmiddels overleden partner...
Geen punt dat afwijzingsbrief niet helemaal conform eis was
(Kifid-uitspraak GC 2023-0199) De consumenten houden de adviseur aansprakelijk voor schade die zij hebben geleden als gevolg van het niet tijdig inroepen van een...
Niet gemaakte advieskosten niet fiscaal aftrekbaar
(Kifid-uitspraak GC 2023-0188) De consument heeft hypotheekadvies ingewonnen bij de adviseur (Advitas). Door een fout van de adviseur is geen hypothecaire geldlening...
Verzekeraar hoeft geen excuses aan te bieden
(Kifid-uitspraak GC 2023-0181) De Geschillencommissie kan niet beslissen over het al dan niet aanbieden van excuses door in dit geval de verzekeraar. Naar het oordeel...
Duur verzuim: adviseur meldde te laat dat hij niet kon bemiddelen
(Kifid-uitspraak GC 2023-0162) Het is de adviseur (Advitas) naar het oordeel van de Geschillencommissie aan te rekenen dat hij de consument niet direct of zo spoedig...
Verzekeraar hoeft tien mille schade door installatiefout niet te vergoeden
(Kifid-uitspraak GC 2023-0163) De afvoerslang van de wasmachine is losgeschoten bij de eerste wasbeurt nadat de consument de wasmachine had geïnstalleerd, waardoor...
Klant wil premie terug maar onderbouwt eis onvoldoende
(Kifid-uitspraak GC 2023-0169) De consument vindt dat hij voor zijn rechtsbijstandverzekering te veel premie betaalt, omdat hij geen gebruik kan maken van een verzekerde...
Bank mocht vragen om taxatierapport
Kifid-uitspraak GC 2023-0145) De consumenten hebben via een onafhankelijk hypotheekadviseur voor de aankoop van een nieuw te bouwen recreatiewoning een hypothecaire...