Nieuwe woning of niet?
(Kifid-uitspraak GC 2023-0023) De consument heeft bij de kredietverstrekker een hypotheek aangevraagd. Partijen verschillen van mening of de consument een beroep toekomt op de meeneemregeling zoals die is opgenomen in de toepasselijke hypotheekvoorwaarden. De Geschillencommissie is van oordeel dat de consument een beroep toekomt op de meeneemregeling.
De commissie overweegt dat “het kernpunt van het geschil is of sprake is van een ‘nieuwe woning’. Anders dan de kredietverstrekker is de commissie van oordeel dat de voorwaarde onduidelijk is over de vraag of daarvan nog sprake is als de woning al anderhalf jaar eigendom van de consument was toen zij een beroep op de meeneemregeling deed. Deze onduidelijkheid komt voor rekening van de kredietverstrekker.
“Daarbij komt dat de commissie van oordeel is dat de lezing van de consument dat met ‘nieuwe woning’ bedoeld wordt, de woning waar men zich metterwoon heeft gevestigd, een redelijke lezing is. Op grond van artikel 6:238 lid 2 BW prevaleert deze voor de consument meest gunstigste uitleg.
“De stelling van de kredietverstrekker dat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de nieuwe lening binnen zes maanden na aanschaf van de nieuwe woning moet zijn aangevraagd berust op een verkeerde lezing van hetgeen is bepaald in artikel 9.2 onder e. Daarin is namelijk het volgende bepaald: ‘Wij ontvangen van u binnen zes maanden na aflossing van de lening van uw oude woning, de getekende akkoordverklaring van de lening voor uw nieuwe woning.’ De termijn van zes maanden is gekoppeld aan de datum van aflossing van de geldlening van de oude woning en niet aan de aanschafdatum van de nieuwe woning. Nu de oude geldlening op 2 augustus 2022 is afgelost, en de lening voor de woning in [plaatsnaam 2] op 4 juli 2022 is aangevraagd, is de commissie van oordeel dat aan deze voorwaarde is voldaan.
“De stelling van de kredietverstrekker dat niet zeker is of een nieuwe lening aan de dan geldende acceptatiecriteria had voldaan, omdat de acceptatiecriteria onlangs zijn gewijzigd, kan hem ook niet baten. De commissie is van oordeel dat de krediet- verstrekker heeft nagelaten deze stelling voldoende te onderbouwen.”
Reactie toevoegen
Meer over
Commissie van Beroep: adviseur had toch partnerverklaring moeten aanraden
(Kifid-tussenuitspraak CvB 2023-0012) De adviseur heeft op basis van execution only dienstverlening de overlijdensrisicoverzekering van de inmiddels overleden partner...
Geen punt dat afwijzingsbrief niet helemaal conform eis was
(Kifid-uitspraak GC 2023-0199) De consumenten houden de adviseur aansprakelijk voor schade die zij hebben geleden als gevolg van het niet tijdig inroepen van een...
Niet gemaakte advieskosten niet fiscaal aftrekbaar
(Kifid-uitspraak GC 2023-0188) De consument heeft hypotheekadvies ingewonnen bij de adviseur (Advitas). Door een fout van de adviseur is geen hypothecaire geldlening...
Verzekeraar hoeft geen excuses aan te bieden
(Kifid-uitspraak GC 2023-0181) De Geschillencommissie kan niet beslissen over het al dan niet aanbieden van excuses door in dit geval de verzekeraar. Naar het oordeel...
Duur verzuim: adviseur meldde te laat dat hij niet kon bemiddelen
(Kifid-uitspraak GC 2023-0162) Het is de adviseur (Advitas) naar het oordeel van de Geschillencommissie aan te rekenen dat hij de consument niet direct of zo spoedig...
Verzekeraar hoeft tien mille schade door installatiefout niet te vergoeden
(Kifid-uitspraak GC 2023-0163) De afvoerslang van de wasmachine is losgeschoten bij de eerste wasbeurt nadat de consument de wasmachine had geïnstalleerd, waardoor...
Klant wil premie terug maar onderbouwt eis onvoldoende
(Kifid-uitspraak GC 2023-0169) De consument vindt dat hij voor zijn rechtsbijstandverzekering te veel premie betaalt, omdat hij geen gebruik kan maken van een verzekerde...
Bank mocht vragen om taxatierapport
Kifid-uitspraak GC 2023-0145) De consumenten hebben via een onafhankelijk hypotheekadviseur voor de aankoop van een nieuw te bouwen recreatiewoning een hypothecaire...
Bank is geen belastingadviseur
(Kifid-uitspraak GC 2023-0147) De consument had een levenslooprekening bij de bank en heeft het saldo voor een deel in 2020 en 2021 laten uitbetalen. Op het deel...
Verkeerde eerste begunstigde kost adviseur 90 mille
(Kifid-uitspraak GC 2023-0153) Na het overlijden van de partner van de consument zijn zijn kinderen als eerste begunstigde van zijn lijfrenteverzekering aangemerkt....