Uitstelmogelijkheid betaling bedrag ineens aangepast

1. 12 oktober 2021
2. 0 reacties

Het kabinet stelt een aanpassing voor van de eerder aangekondigde uitstelmogelijkheid betaling bedrag ineens. Deelnemers wiens pensioeningangsdatum ligt in de maand waarin zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken en aan de deelnemers wiens pensioeningangsdatum ligt op de eerste dag volgend op de maand waarin zij AOW-gerechtigd worden krijgen de mogelijkheid om – indien zij kiezen voor een bedrag ineens – het bedrag ineens tot uitbetaling te laten komen in de maand januari van het jaar volgend op het jaar waarin zij AOW-gerechtigd worden.

Met de tweede nota van wijziging was geregeld dat een deelnemer de keuze krijgt om een bedrag ineens niet tot uitkering te laten komen op de pensioeningangsdatum, maar uit te stellen tot de maand februari van het jaar volgend op het jaar waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt.

Pensioenuitvoerders zijn echter van mening dat de gekozen variant in de tweede nota van wijziging niet evenwichtig is en voor hen “een disproportionele complexiteit creëert ten aanzien van de administratie, communicatie en keuzebegeleiding”.

De oplossing voor het hiervoor geschetste probleem is gevonden in het zo veel mogelijk verkleinen van de periode die kan zitten tussen pensioeningang en het tweede uitbetalingsmoment oftewel de uitbetalingsmaand februari. Dat heeft gevolgen voor de omvang van de groep die gebruik kan maken van de mogelijkheid om een bedrag ineens later uit te laten betalen. Niet alle deelnemers kunnen deze uitstelmogelijkheid krijgen. Staatssecretaris Wiersma: “De keerzijde van de beperking van de doelgroep – wat dus noodzakelijk is om de complexiteit voor de uitvoering te verminderen - is dat deelnemers die vrijwillig of verplicht (in verband met vaste pensioenleeftijd, waarbij geen mogelijkheid bestaat om uit te stellen) met pensioen gaan voorafgaand aan de maand waarin zij AOW-gerechtigd worden toch geen gebruik kunnen maken van de mogelijkheid om de uitbetaling van het bedrag ineens uit te stellen.”

“Ik heb ervoor gekozen om specifiek voor de opgeworpen ‘geboortedatumproblematiek’ een oplossing te zoeken. Ik heb mij op deze groep gericht, omdat mensen zelf geen invloed hebben op het moment waarop zij AOW-gerechtigd worden; de AOW-datum is een gegeven en de bijbehorende AOW-premie die iemand in het jaar waarin diegene AOW-gerechtigd wordt over een bedrag ineens verschuldigd is, is ook een gegeven.”

Uitkeringsreeks

Om tot een werkbare vormgeving te komen voor pensioenuitvoerders, is het ook nodig gebleken om naar de systematiek voor de uitkeringsreeks bij een uitgestelde betaling van een bedrag ineens te kijken. De staatssecretaris beschrijft de nieuwe benadering aldus: “Op het moment van pensioneren berekent de pensioenuitvoerder welk bedrag dan tot uitkering moet komen in die maand januari, en zet dit bedrag apart. Dit bedrag wijzigt niet meer. De levenslange periodieke pensioenuitkering wordt op het moment van het kiezen voor een bedrag ineens (met dus een uitgestelde betaling) (pensioeningangsdatum) al aangepast. Kort gezegd ziet de uitkeringsstroom op 90-10-90 (90 procent periodieke uitkering – tien procent bedrag ineens – 90 procent periodieke uitkering). De pensioenaanspraak blijft in omvang gelijk, maar wordt op een andere manier over de tijd verdeeld. Indien de gepensioneerde deelnemer overlijdt voorafgaand aan de uitbetalingsmaand januari, doet de pensioenuitvoerder deze deelnemer een nabetaling ter hoogte van 100 procent pensioenuitkering minus de reeds uitbetaalde en al naar maximaal 90 procent verlaagde periodieke uitkeringen. Het gereserveerde bedrag ineens als zodanig komt niet tot uitkering, maar in plaats daarvan ontvangt de overleden gepensioneerde deelnemer een nabetaling.

 

 

 

Reactie toevoegen

Naam

E-mailadres

Reactie

Organisatie

Telefoonnummer

VVPVIP HypothekenVVP Innovatie PlatformVIP SchadeVVP Twitter

Toevoegen 

Meer over

• bedrag ineens
• keuzerecht

Abonnement aanvragen