Verzekeraar deed te laat onderzoek naar schending mededelingsplicht
(Rechtspraak) Het hof motiveert waarom de verzekeraar in dit geval na ontvangst van het claimformulier nader onderzoek had moeten doen naar de al dan niet nakomen van de mededelingsplicht van de verzekerde. Nu de verzekeraar dat niet heeft gedaan honoreert het hof het beroep op artikel 6:248 lid 2 BW.
De vervaltermijn van twee maanden van artikel 7:929 lid 1 BW begint pas te lopen op de dag na die waarop de verzekeraar daadwerkelijk in staat is de in dat artikel bedoelde mededeling aan de verzekerde te doen. Daarvan zal sprake zijn als de verzekeraar voldoende zekerheid - die niet een absolute zekerheid behoeft te zijn - heeft verkregen dat de verzekerde zijn mededelingsplicht als bedoeld in artikel 7:928 lid 1 BW heeft geschonden. Het antwoord op de vraag op welk tijdstip hiervan sprake is, is afhankelijk van alle relevante omstandigheden van het geval. Daarbij geldt dat de verzekeraar de relevante gegevens ten minste moet hebben gelezen.
In dit geval is de verzekeraar op een laat tijdstip voldoende bekend geworden met een schending van de mededelingsplicht door de verzekerde.
Tegenstrijdige informatie
Het hof: "In 2020 vermeldt [geïntimeerde] in het claimformulier dat hij al sinds 1986, derhalve ruim voor een mogelijke ingangsdatum van de verzekering, diabetes heeft en dat hij daarvoor sinds 1986 onder behandeling bij de huisarts is. Vervolgens vermeldt [geïntimeerde] echter in het claimformulier dat hij voor de ingangsdatum van de verzekering niet onder behandeling is geweest voor de klachten, waaronder diabetes. De informatie in het claimformulier roept als het ware om nader onderzoek naar de juiste feiten nu het formulier tegenstrijdige informatie bevat die meebrengt dat in het claimformulier de mededelingsplicht niet wordt nagekomen. Het bekijken van de gezondheidsverklaring van 2004 ligt daarbij voor de hand. En de informatie in het claimformulier roept ook om nader onderzoek naar de inhoud van de verzekeringspolis omdat uitsluitingsclausules voor de hand liggen gelet op de gegeven informatie. Een summier onderzoek naar de polis en de daarbij behorende stukken, zoals de gezondheidsverklaring en één contact met [geïntimeerde] hadden daarbij volstaan. Op deze wijze had Cardif ook in dit geval kunnen voldoen aan artikel 1.3 van voormeld Protocol, dat zij stelt na te leven. Anders dan Cardif heeft betoogd is een beoordeling na ontvangst van medische informatie over [geïntimeerde] niet nodig geweest om schending van de mededelingsplicht te kunnen constateren. De externe medisch adviseur heeft haar overweging in het rapport van 26 maart 2020 geschreven louter op basis van lezing van het claimformulier en de gezondheidsverklaring. Daarbij schrijft de externe medisch adviseur ‘dit is uiteraard niet consistent’. Cardif had dan ook veel eerder, te weten kort na 11 januari 2020, voldoende zekerheid kunnen en moeten hebben over de schending van de mededelingsplicht door [geïntimeerde] en hem ook veel eerder op de mogelijke gevolgen kunnen en moeten wijzen. Nu Cardif heeft nagelaten onderzoek te verrichten naar schending van de mededelingsplicht op een tijdstip waarop zij daartoe voldoende aanwijzingen had, is een beroep op de gevolgen van de schending van de mededelingsplicht naar maatstaven van een redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
“Uit het voorgaande volgt dat [geïntimeerde] recht heeft op uitkering op grond van de arbeidsongeschiktheidspolis. Het gaat dan op grond van de polis om een uitkering van 1.000 euro per maand. Het is niet aan Cardif om daarop enige inhouding te doen, zodat haar grief inhoudende dat het hof dient te bepalen dat de uitkering van 1.000 euro een bruto uitkering betreft wordt verworpen.”
Reactie toevoegen
Meer over
Alleen gemiddelde tuin gedekt op opstalpolis
(Rechtspraak) Wanneer wordt gekeken naar wat in het normale spraakgebruik onder een tuin behorende bij een woning wordt verstaan, doemt daarbij naar het oordeel...
Klager met etalagebenen staat te kijk
(Kifid-uitspraken GC 2025-0204 en GC 2025-0205) De verzekeraar heeft de verzekering beëindigd en de verstrekte uitkeringen (47.467,63 euro) en de kosten gemaakt...
Uit de bocht bij aanvraag motorverzekering
(Kifid-uitspraak GC 2025-0186) De consument heeft een motorverzekering afgesloten bij de verzekeraar. In het aanvraagformulier heeft hij aangegeven dat er geen sprake...
Vier maanden zitten voor oplichten autoverzekeraars
(Rechtspraak) De Rechtbank Rotterdam veroordeelt een man die betrokken was bij verzekeringsbedrog en opzetwitwassen tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan...
Beroepsfout kost adviseur meer dan half miljoen
(Rechtspraak) Het hof komt tot het oordeel dat [geïntimeerden] door de beroepsfout van de adviseur de kans hebben verloren om goed geïnformeerd over hun...
Adviseur aansprakelijk voor onderverzekering
(Rechtspraak) Aansprakelijkheid van assurantietussenpersoon voor onderverzekering. Geen aansprakelijkheid voor rubriek bedrijfsschade omdat er geen sprake is van...
Eiser moet bewijzen dat hij met offerte had ingestemd
(Rechtspraak) Tussenpersoon verstrekt offerte voor uitbreiding verzekeringsdekking. Voordat de uitbreiding aanvaard is door de verzekeraar, ontstaat schade. Appellant...
(Rechtspraak) a.s.r. moet alsnog bijna 140.000 aan verzekeringspenningen betalen aan een melkveebedrijf uit hoofde van de aansprakelijkheidsverzekering. De vergoeding...
(Rechtspraak) In deze procedure staat centraal de vraag of er dekking onder de polis bestaat voor de schade die is ontstaan doordat het dak van een gebouw van Marop...
Fout kost Univé en Marsh bijna twee miljoen
(Rechtspraak) De rechter laat Univé Stad en Land en Marsh ruim 1,8 miljoen euro vergoeden na een fout waardoor een bedrijf een deel van zijn verzekeringsdekking...