Verzekeringnemer ten onrechte gemeld bij fraudeloket

Register via Pixabay

(Rechtspraak) ABN Amro Schadeverzekeringen heeft in 2006 onrechtmatig gehandeld jegens een verzekeringnemer door zijn gegevens bij het fraudeloket van het Verbond van Verzekeraars te melden. Tot dat oordeel komt het Gerechtshof Amsterdam, in een zaak die door de rechtbank eerder als verjaard werd afgedaan.

Het hof: “Tussen partijen staat vast dat AAS de gegevens van [appellant] zowel heeft geregistreerd bij het externe fraudeloket, als op haar interne signaallijst. AAS heeft gesteld dat deze registratie op grond van de artikelen 4.1, 5.2 en 6.2 en van het Protocol Incidentenwaarschuwing Financiële Instellingen 2005 (hierna: PIFI 2005) terecht was. Zij heeft aangevoerd dat zij mag afgaan op de conclusies van de door haar ingeschakelde expert en dat de uitkomsten van het onderzoek van [bedrijf] maakten dat aan de opnamecriteria voor registratie in het fraudeloket was voldaan. AAS heeft hierbij gewezen op feiten over de toedracht van de brand genoemd in het rapport van [bedrijf] , waaronder een indicatie van de aanwezigheid van een brandversnellend middel bij de brandhaard in de badkamer, de benarde financiële situatie van [appellant], de voorgenomen echtscheiding en verkoop van de woning, het gegeven dat de elektriciteit was afgesloten en een aanzienlijk deel van de inboedel was verkocht en de vermelding dat buren [appellant] ongeveer twintig minuten voor de brand in de omgeving van de woning hebben gezien."

Redelijk vermoeden van schuld niet voldoende

Het hof vervolgt: “Nu AAS [appellant] heeft gemeld bij het fraudeloket in verband met (een vermoeden van) brandstichting, waarvan zij ook aangifte bij de politie heeft gedaan, dient de melding naar het oordeel van het hof te worden getoetst aan het voor strafrechtelijke persoonsgegevens geldende kader. Voor zover AAS heeft betoogd dat voor opname van de gegevens van [appellant] een ander, lichter, toetsingskader geldt, wordt dat niet gevolgd nu in de stelling van AAS dat sprake is van brandstichting besloten ligt dat het gaat om strafrechtelijke persoonsgegevens. Het toetsingskader houdt in dat de strafrechtelijke aard van de te verwerken persoonsgegevens meebrengt dat deze gegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Het moet gaan om zodanig concrete feiten en omstandigheden dat zij een als strafbaar feit te kwalificeren bewezenverklaring in de zin van artikel 350 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) kunnen dragen. Een strafrechtelijke veroordeling is niet vereist, maar de enkele verdenking van betrokkenheid bij een strafbaar feit in de zin van een vermoeden van schuld, zoals dat kan blijken uit een aangifte, is niet voldoende. Als maatstaf heeft te gelden of de vastgestelde gedragingen een ‘zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld’ opleveren, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan (HR 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720).

“Naar het oordeel van het hof heeft AAS onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die een zwaardere verdenking opleveren dan een redelijk vermoeden van schuld aan brandstichting door [appellant] , zodat AAS [appellant] ten onrechte heeft gemeld bij het fraudeloket. De conclusie uit het rapport van [bedrijf] is slechts dat niet kon worden uitgesloten dat [appellant] de brand in de woning had gesticht. Dit is onvoldoende grond voor de melding, ook indien deze wordt bezien in samenhang met de feitelijke omstandigheden die in het rapport zijn genoemd over de toedracht van de brand. De voor de registratie bij het fraudeloket vereiste zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld aan brandstichting kon op basis daarvan niet worden vastgesteld. Deze stond dus onvoldoende vast om een vermelding in het frauderegister te kunnen rechtvaardigen.”

“Uit het bovenstaande volgt dat AAS onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellant] door de gegevens van [appellant] bij het fraudeloket te melden.”

Het betreft een tussenuitspraak. Partijen worden in de gelegenheid gesteld hun stellingen die op de schade betrekking hebben nader aan te vullen.

Overigens werd de aangifte tegen de verzekeringnemer in 2007 geseponeerd.

Geen excuses

Met betrekking tot de door [appellant] gevorderde verklaring voor recht AAS hem excuses dienen te maken, oordeelt het hof, dat deze vordering naar haar aard niet toewijsbaar is. Het hof: “Excuses zijn te beschouwen als een uiting van moraal en fatsoen, waartoe een partij niet veroordeeld kan worden.”

Reactie toevoegen

 
Meer over
Rechtbank houdt Allianz aan erkenning aansprakelijkheid

Rechtbank houdt Allianz aan erkenning aansprakelijkheid

(Rechtspraak) Allianz heeft aansprakelijkheid erkend voor het verkeersongeval. Later heeft Allianz de erkenning ingetrokken. De Rechtbank Rotterdam beslist dat niet...

Letselschade door kop warm water niet voor rekening stageverlener

Letselschade door kop warm water niet voor rekening stageverlener

(Rechtspraak) Naar het oordeel van de kantonrechter rustte op de stageverlener geen verplichting om de stagiaire te instrueren over de manier waarop zij op een veilige...

WAM-verzekeraar moet toch uitkeren in zaak handremtrekker

WAM-verzekeraar moet toch uitkeren in zaak handremtrekker

(Rechtspraak) Als iemand anders dan de bestuurder de handrem aantrekt, wat in dit geval gebeurde met rampzalige gevolgen, is de bestuurder verkeersslachtoffer. Aldus...

Hof geeft Allianz alsnog gelijk, risicowijziging door hennepkwekerij ten onrechte niet gemeld

Hof geeft Allianz alsnog gelijk, risicowijziging door hennepkwekerij ten onrechte niet gemeld

(Rechtspraak) Verweerders bewoonden een chalet op een woonwagenstandplaats. Zij hadden een inboedel- en een opstalverzekering afgesloten bij Allianz. Het chalet...

Steigerbouwers steigeren vergeefs bij rechtbank

Steigerbouwers steigeren vergeefs bij rechtbank

(Rechtspraak) Eisers zijn twee aannemingsbedrijven die samen een huis aan het bouwen waren toen een storm schade veroorzaakte aan het dak. Ook zijn er door de storm...

Gerechtshof: Rabobank is onafhankelijke tussenpersoon

Gerechtshof: Rabobank is onafhankelijke tussenpersoon

(Rechtspraak) Het Gerechshof 's-Hertogenbosch maakt korte metten met de stelling dat Rabobank geen onafhankelijke tussenpersoon zou ziin. Dit in het hoger beroep...

Beroepsfout van bijna 90 mille, maar consument klaagt te laat

Beroepsfout van bijna 90 mille, maar consument klaagt te laat

(Rechtspraak) De adviseur sloot abusievelijk geen ORV af voor de consument, maar deze klaagde te laat. Tot dat oordeel komt de Rechtbank Noord-Holland. De consument...

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

(Rechtspraak) DAS hoeft de advocaatkosten van een klager bij Kifid niet verder te vergoeden dan volgens het Kifid-reglement. Dat oordeelt de kantonrechter. Volgens...

Medewerker verzekeraar krijgt celstraf voor computervredebreuk

Medewerker verzekeraar krijgt celstraf voor computervredebreuk

(Rechtspraak) De Rechtbank Gelderland geeft een man twee jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf wegens computervredebreuk bij zijn werkgever, een verzekeraar, en...

Named perils-verzekering blijft overeind

Named perils-verzekering blijft overeind

(Rechtspraak) De named perils-verzekering is niet uigehold. De Hoge Raad oordeelt dat het gerechtshof mocht terugkomen op haar eerdere oordeel dat er wel degelijk...