Achmea heeft ten onrechte polis beëindigd

Even Apeldroon bellen

Ruim 10 jaar na faillissement van het verzekerd bedrijf heeft Achmea gebruik gemaakt van zijn uit de algemene voorwaarden toekomende bevoegdheid om de arbeidsongeschiktheidsverzekering op grond daarvan, te beëindigen. Ten onrechte, zo blijkt uit Uitspraak 2017-699 van de Geschillencommissie Kifid.

De consument vordert dat de beëindiging van de verzekering ongedaan wordt gemaakt en dat deze in kracht wordt hersteld. Dit omdat volgens de consument Achmea onrechtmatig heeft gehandeld en/of is te kort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van deze verzekeringsovereenkomst. De verzekeraar kan niet tien jaar na dato alsnog met een beroep op het faillissement de verzekering beëindigen, stelt de consument. Achmea brengt de consument met deze beëindiging in een nadelige
positie omdat zij thans immers geen rechten meer kan ontlenen aan de verzekering als haar arbeidsongeschiktheid tussentijds is toegenomen. Achmea heeft door tien jaar stil te zitten, zijn recht verwerkt. Achmea heeft ook zonder voorbehoud een uitkering verstrekt en zag in 2004 in het faillissement van de werkgever van de consument kennelijk geen enkele aanleiding om de verzekering te beëindigen. Integendeel, na het faillissement heeft zij zelfs afspraken met Consument gemaakt over de - door deze zelf - te betalen premie. Volgens de consument handelt Achmea bovendien in strijd met de goede naam van het Verzekeringsbedrijf door bij de consument tien jaar lang het gerechtvaardigde vertrouwen te wekken dat hij geen gebruik zal maken van het recht om de verzekering te beëindigen en dat dan alsnog te doen.

De commissie is van oordeel dat de consument op basis van deze gang van zaken en de wijze waarop Achmea zich daarbij tegenover haar heeft opgesteld er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de verzekeraar de verzekering niet in verband met het faillissement van de werkgever zou beëindigen, maar dat zij bereid was deze voort te zetten zolang de consument in privé de premie zou betalen.

Met die gang van zaken is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar dat Achmea vervolgens meer dan tien jaar later alsnog in verband met het faillissement uit 2004 de verzekering zou kunnen beëindigen met een beroep op artikel 4.3 onder b van de algemene voorwaarden. Het beroep op rechtsverwerking slaagt dan ook. Het ook door Achmea gevoerde verweer dat hij de verzekering ook kon opzeggen omdat er geen sprake meer was van een verzekerd belang, wordt door de Commissie afgewezen. Gesteld noch gebleken is dat de uit hoofde van deze verzekering te verstrekken uitkering in overwegende mate afhankelijk is van de vraag of daadwerkelijk schade wordt geleden als gevolg van inkomensverlies. De vraag of nog sprake is van een verzekerd belang is daarmee dan niet relevant. Vordering van Consument wordt toegewezen.

Reactie toevoegen

 
Verkenning opties voor portefeuilles Achmea Pensioen & Levensverzekeringen

Verkenning opties voor portefeuilles Achmea Pensioen & Levensverzekeringen

Achmea bevestigt berichtgeving dat de opties voor Achmea Leven & Pensioen, waaronder verkoop, worden onderzocht. Achmea: "De afgelopen jaren hebben wij op gezette...

Volgende verzekeraar struikelt over 'duurzame informatiedrager'

Volgende verzekeraar struikelt over 'duurzame informatiedrager'

(Kifid-uitspraak GC 2024-0101) De Geschillencommissie heeft ambtshalve getoetst aan de Richtlijn betreffende verkoop op afstand van financiële diensten aan...

Slachterofferhulp en Achmea ontwikkelen 'Letselschadeproces in kaart'

Slachterofferhulp en Achmea ontwikkelen 'Letselschadeproces in kaart'

Slachtofferhulp Nederland en Achmea hebben Letselschadeproces in kaart ontwikkeld, dat slachtoffers na een ongeval meer inzicht biedt in het proces: van het ongeluk...

Commissie van Beroep laat verzekeraar tuinschade alsnog vergoeden

Commissie van Beroep laat verzekeraar tuinschade alsnog vergoeden

(Kifid-uitspraak CvB 2024-0007) De consument heeft twee akkoordverklaringen ondertekend, voor schade aan de inboedel en voor schade aan opstal en tuin. Daarna heeft...

Kifid: registratie van persoonsgegevens niet standaard acht jaar

Kifid: registratie van persoonsgegevens niet standaard acht jaar

De Commissie van Beroep van Kifid oordeelt in een dinsdag gepubliceerde uitspraak dat de bank bij registratie van persoonsgegevens niet standaard mag uitgaan van...

Geen disculperende stilstand

Geen disculperende stilstand

(Kifid-uitspraak GC 2024-.0061) De consument is betrokken geweest bij een aanrijding met een scooterrijder. Hij is van mening dat de scooterrijder, verzekerde van...

ORV splijt ex-partners

ORV splijt ex-partners

(Kifid-uitspraak GC 2024-0062) Consument is het niet eens met het feit dat zijn ex-echtgenote een overlijdensrisicoverzekering op zijn leven heeft gesloten. Hij...

Hypotheekadviseur bewaakte tijdlijnen onvoldoende

Hypotheekadviseur bewaakte tijdlijnen onvoldoende

(Kifid-uitspraak GC 2024- 0053) De consument heeft de adviseur ingeschakeld voor advies over en bemiddeling bij het oversluiten van zijn hypotheek en het verkrijgen...

Sector geeft Kifid ruime voldoende

Sector geeft Kifid ruime voldoende

Financiële dienstverleners zijn in 2023 onverminderd tevreden over het financiële klachteninstituut Kifid. Zij waarderen Kifid met een 7,4 gemiddeld. Ruim...

Hypotheekadviseur moet bijna veertien mille vergoeden

Hypotheekadviseur moet bijna veertien mille vergoeden

(Kifid-uitspraak GC 2024-0040) Toen de consument advies vroeg voor de aanvraag van een hypothecaire geldlening, ging de adviseur ervan uit dat de consument en zijn...