Bank hoeft echtelieden niet te informeren over elkaars vermogenspositie

Kifid logo 350

Het is aan de echtelieden onderling om elkaar desgevraagd te informeren over hun vermogenspositie. De bank is hierbij geen partij. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening in Uitspraak 2018-080.

De consument stelde zich op het standpunt dat de Rabobank onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door hem niet te informeren over het feit dat zijn toenmalige echtgenote bij de bank een zelfstandige aanvraag voor een lening (van 284.000 euro) had ingediend. Volgens de consument had de bank hem moeten informeren en was zijn toestemming voor de lening benodigd.

De Geschillencommissie: "Anders dan Consument lijkt te veronderstellen, is de Commissie van oordeel dat geen sprake is van één van de in artikel 1:88 lid 1 sub a BW genoemde situaties. Er is immers geen sprake van verkoop (vervreemding) van de echtelijke of de door Consument alleen bewoonde woning. Evenmin is sprake van bezwaring (het vestigen van een recht van hypotheek) van de echtelijke woning of de door Consument bewoonde woning. Dat betekent dat de vrouw in het onderhavige geval bevoegd was om zonder toestemming van Consument een lening aan te gaan. Niet is gebleken dat de Bank Consument bewust heeft benadeeld door hem niet te informeren. Hiertoe bestond ook geen verplichting voor de Bank. Daarnaast is het aan de echtelieden onderling om elkaar desgevraagd te informeren over hun vermogenspositie. De Bank is hierbij geen partij. Dat de vrouw en Consument dezelfde adviseur hadden doet daar niet aan af."

(Artikel 88 lid 1 a van boek 1 BW (1:88 BW): "Een echtgenoot behoeft de toestemming van de ander echtgenoot voor de volgende rechtshandelingen: a. Overeenkomsten strekkende tot vervreemding, bezwaring of ingebruikgeving en rechtshandelingen strekkende tot beëindiging van het gebruik van een door de echtgenoten tezamen of door de andere echtgenoot alleen bewoonde woning of van zaken die bij een zodanige woning of tot de inboedel daarvan behoren.”)

Volgens de klager zou hij niet hebben ingestemd met een wijziging van het huwelijksgoederenregime als hij had geweten van de lening.

Op 4 februari 2004 hebben consument en zijn toenmalige vrouw bij de notaris het huwelijksgoederenregime laten wijzigen van gemeenschap van goederen naar huwelijkse voorwaarden. Daarbij is de echtelijke woning en de ten behoeve van de financiering daarvan afgesloten hypothecaire geldlening toebedeeld aan de man. 

Bij vonnis van 30 november 2011 heeft de rechtbank de huwelijkse voorwaarden vernietigd. Dit had tot gevolg dat de huwelijksgoederengemeenschap herleefde en dat de boedel in het kader van de echtscheiding van consument en zijn vrouw opnieuw diende te worden verdeeld. 

Hierdoor werd de consument op grond van de wet hoofdelijk aansprakelijk voor de lening die de vrouw vlak voor de wijziging begin 2004 van het huwelijksgoederenregime had afgesloten.

In 2012 hebben de ex-partners overigens met toestemming van de bank de aktes ‘Afstand Vorderingsrecht’ en ‘Beperking aantal debiteuren’ ondertekend. Hierdoor waren zij beiden niet langer aansprakelijk voor de schulden aangegaan door de andere  echtgenoot door het herleven van de gemeenschap. Hierdoor is het negatieve bijeffect ondervangen. 

 

 

 

 

 

Reactie toevoegen

 
Verhoging risico-opslag van 0,2 naar 0,8 procent niet onredelijk

Verhoging risico-opslag van 0,2 naar 0,8 procent niet onredelijk

De verhoging van de risico-opslag op recreatiewoningen van 0,2 naar 0,8 procent door '(quasi) monopolist' Rabobank is niet onredelijk of onbillijk, oordeelt de Geschillencommissie...

Aanvaarding overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk

Aanvaarding overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk

Aanvaarding van een overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk plaats te vinden. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening in Uitspraak 2018-121. De...

Claimen binnen drie jaar

Claimen binnen drie jaar

Conform artikel 7:942 van het Burgerlijk Wetboek (BW) verjaart een rechtsvordering tegen een verzekeraar tot het doen van een uitkering door verloop van drie jaren...

Consument moet zelf polisblad controleren

Consument moet zelf polisblad controleren

De consument heeft de plicht om zelf het verstrekte polisblad te bestuderen en op juistheid te controleren. Die stelling betrekt de Geschillencommissie Financiële...

Geschillencommissie wijst claim van miljoen af

Geschillencommissie wijst claim van miljoen af

Een consument eist 1 miljoen euro vergoeding, de schade die hij zegt te hebben geleden wegens vermeend tekortschieten van zijn rechtsbijstanduitvoerder (SRK in opdracht...

Teleurgestelde verwachtingen...

Teleurgestelde verwachtingen...

Een kwestie van teleurgestelde verwachtingen. Van schending van de zorgplicht door de hypotheekadviseur is geen sprake. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële...

Ommekomst...

Ommekomst...

London General nam te makkelijk aan dat een klant niet meer volledig arbeidsongeschikt was. Daarom moet de verzekeraar alsnog uitkeren van de Geschillencommissie...

Brommer geen rondvliegend voorwerp

Brommer geen rondvliegend voorwerp

Leren van Kifid-uitspraken SCHADE. Uit VVP 1 De geparkeerde bromfiets van de consument waait omver en raakt beschadigd. De polisvoorwaarden van zijn verzekering...

NNul op het rekest...

NNul op het rekest...

Verzekeraars hoeven de consument gedurende de looptijd van de verzekering niet te informeren over de prijsstelling van nieuwe vergelijkbare producten. De Geschillencommissie...

Zorgplicht vraagt actieve en voortdurende bemoeienis van adviseur

Zorgplicht vraagt actieve en voortdurende bemoeienis van adviseur

In het kader van de zorgplicht mag een consument van de verzekeringsadviseur gedurende de looptijd van de verzekering een actieve en voortdurende bemoeienis verwachten....