Commissie van Beroep: ABN Amro voldeed niet aan zorgplicht

Kifid 2017 (deel logo)

(Kifd, Uitspraak Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening nr. 2023-0041

De inmiddels overleden vader van consument had bij ABN Amro een rekening op zijn naam geopend in de veronderstelling - naar de Commissie van Beroep als vaststaand aanneemt - dat de gelden daarop buiten bereik zouden blijven van zijn echtgenote. Op grond van de reeds bestaande bankvolmacht ten aanzien van eerdere bankrekeningen had de echtgenote echter wel toegang tot de nieuwe bankrekening.

Op 25 maart 2020 heeft de erflater 454.495 euro overgemaakt van de gezamenlijke rekening naar zijn nieuwe rekening. Vervolgens heeft de echtgenote nagenoeg hetzelfde bedrag op basis van de bestaande volmacht, via Internetbankieren van de nieuwe rekening van de erflater overgeboekt naar haar privérekening bij een andere
bank.

De consument stelt de bank hiervoor aansprakelijk op de grond dat de bank de erflater niet heeft gewaarschuwd voor de reikwijdte van de bankvolmacht van de echtgenote en daarmee haar zorgplicht jegens hem niet is nagekomen.

Eerder vorderde de consument een schadevergoeding van ABN Amro ten bedrage van 225.000 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit is het bedrag dat de echtgenote volgens de consument ten onrechte heeft behouden na de hiervoor genoemde overboeking en gedeeltelijke terugboeking. Daarnaast vorderde zij een proceskostenvergoeding en een vergoeding voor de tijd die haar partner aan deze
procedure heeft besteed. Subsidiair vorderde zij schadevergoeding zoals door de Geschillencommissie in redelijkheid vast te stellen.

De Geschillencommissie oordeelde dat de bank niet heeft voldaan aan de op haar rustende zorgplicht uit hoofde van de tussen partijen geldende overeenkomst en de klacht van de consument in zoverre gegrond geacht. De Geschillencommissie heeft verder geoordeeld dat nog niet kan worden vastgesteld dat sprake is van schade in
juridische zin en daarom nog geen uitsluitsel kan worden gegeven over de schadevordering jegens de bank. Zij heeft overwogen dat de consument desgewenst kan verzoeken om een nader oordeel te geven over de vordering jegens de bank nadat de benodigde duidelijkheid is verkregen bij de overheidsrechter. Zij heeft eveneens
overwogen dat een proceskostenvergoeding toewijsbaar is van 2.500 euro.

De Commissie van Beroep acht de klacht echter eveneens gegrond. Over de omvang van de schade en het causale verband tussen het handelen van de bank en de gestelde schade kan in deze procedure nog geen uitspraak worden gedaan.

Relevante stukken:

- Voorzittersbeslissing 2022-0063
- Tussenuitspraak 2022-0800A (Bindend)

 

Reactie toevoegen

 
Meer over
Kifid verwelkomt nieuwe commissieleden

Kifid verwelkomt nieuwe commissieleden

Het bestuur van Kifid heeft per 1 juni prof. mr. dr. Ruth de Bock benoemd tot lid van de Commissie van Beroep en per 1 juli 2021 mr. Annemieke Boer, mr. dr. ing....

Kifid: vanwege ‘oneerlijk beding’ moet ASR poliskosten beleggingsverzekering terugbetalen

Kifid: vanwege ‘oneerlijk beding’ moet ASR poliskosten beleggingsverzekering terugbetalen

ASR moet de door een consument betaalde poliskosten voor een beleggingsverzekering terugbetalen. Bij het afsluiten van de beleggingsverzekering was voor de consument...

Klacht van consument over beleggingsverzekering Allianz ongegrond

Klacht van consument over beleggingsverzekering Allianz ongegrond

De Commissie van Beroep Kifid bekrachtigt een uitspraak van de Geschillencommissie dat de klacht van een consument over een beleggingsverzekering van Allianz ongegrond...