Kifid: nn schiet tekort in informatieplicht

Kifid (logo)

Het College van Beroep van Kifid is van mening dat Nationale-Nederlanden tekort is geschoten in haar informatieplicht bij de totstandkoming van een beleggingsverzekering. Eerder was de Geschillencommimsie van Kifid ook al deze mening toegedaan.

In dit geval werd aan een consument geen informatie verstrekt over bepaalde kosten (‘eerste kosten’) en ook niet over het hefboom- en inteereffect, zo concludeerde de Geschillencommissie eerder.  In haar uitspraak oordeelt de Commissie van Beroep dat NN op basis van deze verzekeringsovereenkomst geen eerste kosten in rekening mag brengen. Ook had NN de  consument moeten informeren over het bijzondere risico in verband met het hefboom- en inteereffect. "De consument liep – gezien zijn relatief hoge leeftijd – het bijzondere risico dat bij tussentijds overlijden van de verzekerde(n) de beleggingsverzekering voor de einddatum zonder uitkering zou eindigen, doordat de waarde van de beleggingen waarin de premie was belegd, ontoereikend zou zijn om de overlijdensrisicopremies en kosten te voldoen."

 


OORDEEL

De Commissie van Beroep oordeelt dat wanneer de verzekeraar ervoor kiest om in de offerte en verzekeringsvoorwaarden slechts uiterst summiere informatie te geven over de in rekening te brengen kosten en geen melding maakt van eerste kosten, de verzekeraar de gevolgen van die keuze moet dragen. "Een vermelding in de offerte dat “alle kosten” in de voorbeeldkapitalen zijn verrekend, betekent nog niet dat de verzekeraar ervan mag uitgaan dat een consument door het tekenen van de offerte ook instemt met het in rekening brengen van andere kosten dan de kosten die in de polis en verzekerings­voorwaarden zijn vermeld", aldus de commissie, die concludeert dat op basis van deze verzekeringsovereenkomst geen eerste kosten in rekening kunnen worden gebracht. NN moet de eerste kosten vergoeden en dit bedrag alsnog ten goede laten komen aan de waarde-opbouw van de verzekering op de manier zoals de Geschillencommissie in haar einduitspraak heeft aangegeven.

 

CASUS

De consument die de klacht indiende, sloot in 1997 bij NN een hypothecaire geldlening en daarnaast een beleggingsverzekering met als doel de hypothecaire geldlening af te lossen. Kenmerkend voor deze beleggingsverzekering is dat de overlijdensrisicodekking als het ware is ‘ingebouwd’ en volledig is afgestemd op de waarde-opbouw in de beleggingsverzekering. Dit brengt met zich mee dat bij dalende koersen meer moet worden betaald voor het meeverzekerde overlijdensrisico. Dat gaat ten koste van de waarde-opbouw van de verzekering. Wanneer de waarde van de beleggingen, door koersdaling en/of interen, op zeker moment onvoldoende is om de verschuldigde overlijdensrisicopremie en kosten te dekken, eindigt de verzekering voortijdig. Wanneer het overlijdensrisico van personen op hogere leeftijd is verzekerd, leidt dit ieder jaar tot een aanmerkelijke en steeds grotere premiestijging. Dat gegeven doet zich in deze zaak voor.

Volgens de Commissie van Beroep is deze consument niet alleen blootgesteld aan een beleggingsrisico voor de toegezegde uitkering van het opgebouwde kapitaal op de einddatum, maar dat er ook een reëel risico bestond dat bij voortijdig overlijden de voor dat geval toegezegde uitkering niet zou worden verstrekt. NN had de consument vóór of bij het afsluiten van de beleggingsverzekering moeten wijzen op dit bijzondere risico. De commissie verwerpt het standpunt van NN dat in deze zaak de zogeheten derde levensrichtlijn geen ruimte laat voor een aanvullende informatieverplichting op grond van ongeschreven recht, zoals de redelijkheid en billijkheid.

 

SCHADE

Om te bepalen hoeveel schade de consument heeft geleden als gevolg van het schenden van de informatieplicht, moet de feitelijke situatie na het tekortschieten worden vergeleken met de hypothetische situatie waarin de consument zich zou bevinden als de verzekeraar wel had voldaan aan zijn informatieplicht. "Wanneer de schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, kan deze worden geschat. Ook dan moet het uitgangspunt blijven: een vergelijking tussen de ‘werkelijke situatie’ en de ‘hypothethische situatie", aldus Kifid.  De Commissie van Beroep concludeert, anders dan de Geschillencommissie, dat het niet aannemelijk is dat bij een passende voorlichting over het hefboom- en inteereffect zou zijn afgesproken om uit te gaan van een vast rendement van de beleggingen van 13 procent. De Commissie van Beroep acht het dan ook niet aannemelijk dat de schade bestaat uit het verschil tussen de werkelijke waarde van de beleggingen en de waarde die zou zijn behaald met een vast rendement van 13 procent.

 

DEFINITIEF

 De commissie geeft de consument de gelegenheid om schriftelijk uiteen te zetten of en, zo ja, hoeveel schade is geleden. Daarna krijgt ook NN de gelegenheid om zich over de door consument geleden schade uit te laten. Vervolgens zal de Commissie van Beroep opnieuw uitspraak doen.

Reactie toevoegen

 
Hypotheekadviseur moet bijna veertien mille vergoeden

Hypotheekadviseur moet bijna veertien mille vergoeden

(Kifid-uitspraak GC 2024-0040) Toen de consument advies vroeg voor de aanvraag van een hypothecaire geldlening, ging de adviseur ervan uit dat de consument en zijn...

Alleen op strand met waardevolle spullen? Dan niet badderen!

Alleen op strand met waardevolle spullen? Dan niet badderen!

(Kifid-uitspraak GC 2024-0042) De spullen van de consument zijn tijdens een bezoek aan het strand in Thailand gestolen op het moment dat de consument de zee in is...

Kifid: afronding projectmatig behandelen beleggingsverzekeringsklachten in zicht

Kifid: afronding projectmatig behandelen beleggingsverzekeringsklachten in zicht

Op dit moment heeft Kifid nog ongeveer 80 beleggingsverzekeringsklachten in behandeling. Daarmee komt de afronding van de projectmatige en fasegewijze aanpak van...

Adviseur vroeg te laat renteaanbod aan

Adviseur vroeg te laat renteaanbod aan

(Kifid-uitspraak GC 2024-0038) De consumenten verwijten de adviseur dat hij niet tijdig een renteaanbod heeft aangevraagd bij de bank. Zij betalen daarom uiteindelijk...

Adviseur was te veel alleen doorgeefluik

Adviseur was te veel alleen doorgeefluik

(Kifid-uitspraak GC 2024-0022) De consument heeft in 1997 een beleggingsverzekering afgesloten. De consument vindt dat de tussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden...

Geen zoete afdronk voor klager

Geen zoete afdronk voor klager

(Kifid-uitspraak GC 2024-0030) Als gevolg van een storm zijn zonnepanelen van de consument van het dak van haar woning afgewaaid en tegen geparkeerde auto’s...

Vlieger gaat niet op

Vlieger gaat niet op

(Kifid-uitspraak GC 2024-0017) De zoon van de consument is tijdens de gezinsvakantie in Frankrijk uitgenodigd voor een interview op het Amerikaanse consulaat in...

Adviseur mag vergoeding houden ondanks gebrekkige communicatie

Adviseur mag vergoeding houden ondanks gebrekkige communicatie

(Kifid-uitspraak GC 2024-0012) De consument verwijt de adviseur dat hij gebrekkig met hem heeft gecommuniceerd. Bovendien heeft hij onvoldoende de belangen van de...

Verzekeraar mag uitgaan van juistheid oordeel deskundige

Verzekeraar mag uitgaan van juistheid oordeel deskundige

(Kifid-uitspraak GC 2024-0016) De verzekeraar mag in beginsel uitgaan van de juistheid van het oordeel van de door hem ingeschakelde deskundige tenzij blijkt dat...

Schending zorgplicht kost adviseur 22 mille

Schending zorgplicht kost adviseur 22 mille

(Kifid-uitspraak GC 2023-1013) De consumenten vorderen 20.000 euro vanwege de hogere rente en 2.000 euro aan bemiddelingskosten voor een nieuwe adviseur. De Geschillencommissie...