Kifid: Post Vermogensbeheer heeft zorgplicht geschonden

Kifid 2017 (deel logo)

Post Vermogensbeheer heeft volgens de Commissie van Beroep van Kifid de zorgplicht geschonden omdat het een te risicovol vermogensbeheer heeft gevoerd dat niet paste bij het pensioendoel van de consument, zo blijkt uit uitspraak CvB 2018-064. De Commissie van Beroep oordeelt hiermee anders dan de Geschillencommissie eerder (GC 2017-041) en vindt dat de vermogensbeheerder aan de consument de helft van de voor vergoeding in aanmerking komende schade moet vergoeden.

De consument sluit medio 2014 een vermogensbeheerovereenkomst. Op het intakeformulier voor de vermogensbeheerder vermeldt de belegger onder meer dat hij AOW ontvangt, dat hij weinig risico wil lopen en een waardedaling van 10 procent van het belegd vermogen acceptabel vindt. Ook vermeldt hij dat het beleggingsdoel vermogensgroei is en kiest hij voor een beleggingsbeleid met een neutraal risicoprofiel. De vermogensbeheerder gebruikt daarom voor de beleggingen een neutraal risicoprofiel als uitgangspunt.

Wanneer vermogen wordt belegd om te voorzien in pensioen, geldt voor de vermogensbeheerder een bijzondere zorgplicht. De Commissie van Beroep concludeert dat de vermogensbeheerder op basis van het intakeformulier had kunnen weten dat de consument pensioengerechtigd was en dat hij weinig risico wilde lopen. Op basis van het intakeformulier zou een voorzichtig risicoprofiel passend zijn geweest. De belegger heeft weliswaar antwoorden gegeven die een hogere risicobereidheid aangeven, maar die zijn moeilijk te rijmen met de antwoorden dat hij weinig risico wilde lopen en pensioengerechtigde is. Wanneer er sprake is van tegenstrijdige informatie, mag de vermogensbeheerder niet zonder meer vertrouwen op de – afwijkende – keuze van het beleggingsprofiel door de belegger zelf. De Commissie van Beroep concludeert dat de vermogensbeheerder wist dat vermogensbehoud het doel van de belegger was. En in ieder geval vanaf eind 2014 wist de vermogensbeheerder van het pensioendoel. De vermogensbeheerder heeft ten onrechte geen rekening gehouden met de pensioendoelstelling van de belegger en is daarmee de zorgplicht niet nagekomen. Ook is het vermogensbeheer in de praktijk voor deze belegger met dit risicoprofiel en deze beleggingshorizon te risicovol geweest; het belegd vermogen is in een relatief korte beheerperiode van anderhalf jaar significant (22%) in waarde gedaald. In beginsel zal de vermogensbeheerder de financiële schade als gevolg hiervan moeten vergoeden.

De Commissie van Beroep oordeelt dat een deel van het verlies voor rekening van de belegger zelf komt. De belegger heeft bij het aangaan van de vermogensbeheerovereenkomst te kennen gegeven een risico van 10% waardeverlies te accepteren. Dat komt daarom niet als schade voor vergoeding in aanmerking. Ook weegt de Commissie van Beroep mee dat het hier gaat om een ervaren belegger. Hij had ervaring met optietransacties en met verliezen als gevolg daarvan. Daarnaast heeft de belegger zelf bijgedragen aan de tegenstrijdige informatie over vermogensdoel en risicobereidheid, met de antwoorden op het intakeformulier.

Voor de Commissie van Beroep weegt de schending van de zorgplicht door de vermogensbeheerder als deskundige en professionele partij zwaarder dan wat de belegger is aan te rekenen. Vanwege de rol die de belegger zelf heeft gehad, oordeelt de Commissie van Beroep dat de vermogensbeheerder de helft van de geleden schade moet vergoeden. De andere helft komt voor rekening van de belegger zelf. Post Vermogensbeheer moet aan deze consument een bedrag van ruim 34.000 euro vergoeden evenals een bijdrage in de kosten voor rechtsbijstand in deze beroepsprocedure.

Reactie toevoegen

 

Reacties

Rob Goedhart - St. Geldbelangen 3 januari 2019

Mooi. CvB meer consumentgericht dan Geschillencommissie. Maar nu even w.b. (duur) van de procedure: Beroepsschrift 31-03-2017. Verweerschrift 22-05-2017 (bijna 2 maanden later) Zitting 6-11-2017 (weer 5 maanden later) Uitspraak 2-11-2018 (12 maanden later) publicatie op site Kifid 28-12-2018 (ook weer 2 maanden later). Tussen beroepsschrift en publicatie zitten 21 maanden (richting 2 jaar....)

Rob Goedhart - St. Geldbelangen 3 januari 2019

Mooi. CvB meer consumentgericht dan Geschillencommissie. Maar nu even w.b. (duur) van de procedure: Beroepsschrift 31-03-2017. Verweerschrift 22-05-2017 (bijna 2 maanden later) Zitting 6-11-2017 (weer 5 maanden later) Uitspraak 2-11-2018 (12 maanden later) publicatie op site Kifid 28-12-2018 (ook weer 2 maanden later). Tussen beroepsschrift en publicatie zitten 21 maanden (richting 2 jaar....)

Meer over
Kifid: opnieuw ingediende klacht niet behandelbaar

Kifid: opnieuw ingediende klacht niet behandelbaar

(Kifid-uitspraak GC 2023-0615, bindend) De consument klaagt over de (totstandkoming van de) second opinion van met betrekking tot een rechtsbijstandverzekering van...

Kifid: terechte verwachting van consument is nog geen toezegging van de bank

Kifid: terechte verwachting van consument is nog geen toezegging van de bank

(Kifid-uitspraak GC 2023-0614) Consumenten doen bij ABN Amro een hypotheekaanvraag zonder advies. Ze hebben het idee dat de hypotheekaanvraag wordt toegewezen, maar...

Kifid: klacht over registratie deels niet-behandelbaar deels gegrond

Kifid: klacht over registratie deels niet-behandelbaar deels gegrond

(Kifid-uitspraak GC 2023-0587) De consument heeft een klacht ingediend over de registratie van zijn persoonsgegevens in het EVR door Nationale-Nederlanden Schade....

Kifid: klacht over late afwijzing financieringsaanvraag ongegrond

Kifid: klacht over late afwijzing financieringsaanvraag ongegrond

(Kifid-uitspraak GC 2023-0588) ASR heeft kort voor de overdracht een financieringsaanvraag afgewezen. Consumenten klagen bij Kifid over de communicatie van de verzekeraar...

Commissie van Beroep Kifid verduidelijkt uitleg ‘onvoorziene en onverwachte’ gebeurtenis

Commissie van Beroep Kifid verduidelijkt uitleg ‘onvoorziene en onverwachte’ gebeurtenis

(Commissie van Beroep Kifid, bindende uitspraak CvB 2023-0032) Unigarant heeft in beroepsprocedure bij Kifid bezwaar gemaakt tegen een uitspraak van de Geschillencommissie...

Kifid: belang minderjarigen rechtvaardigt langere opzeggingstermijn

Kifid: belang minderjarigen rechtvaardigt langere opzeggingstermijn

(Kifid-uitspraak GC 2023-0389) Bij broker DEGIRO konden minderjarigen (via hun ouders) beleggingsdiensten afnemen. De broker fuseert met een Duitse bank. Enige tijd...

Kifid: redelijk vermoeden van fraude telt niet

Kifid: redelijk vermoeden van fraude telt niet

(Kifid-uitspraak GC 2023-0379, bindend) De Geschillencommissie Kifid is van oordeel dat verzekeraar Rhion de persoonsgegevens van de consument ten onrechte heeft...

Kifid wijst klacht over boeterente af

Kifid wijst klacht over boeterente af

(Kifid-uitspraak GC 2023-0134, bindend) De consumenten hebben Florius verzocht om de lopende rentevastperiode open te breken, waarna zij een aanbod is gedaan. De...

Kifid: verzekeraar hoeft klant niet te attenderen op voordeliger product

Kifid: verzekeraar hoeft klant niet te attenderen op voordeliger product

(Kifid-uitspraak GC 2023-0133) Een consument klaagt omdat hij voor zijn aov meer betaalt dan zijn broers in vergelijkbare omstandigheden. Ook heeft de verzekeraar...

Kifid: bank mag onbewerkte kopie van ID-bewijs opvragen, verwerken en vastleggen

Kifid: bank mag onbewerkte kopie van ID-bewijs opvragen, verwerken en vastleggen

(Commissie van Beroep Kifid, uitspraak 2023-0004-1) Banken mogen voor het identificeren en verifiëren van de identiteit van een klant een onbewerkte kopie...