Stafbureau cdfd: "pe moet voor sector meer zijn dan een moetje"

1. 30 september 2016
2. 5 reacties

Het stafbureau van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) had graag gezien dat de sector zelf meer PE-onderwerpen had ingebracht dan nu het geval is. “PE moet voor de sector meer zijn dan een moetje. Het gaat om de beroepseer!”

Terwijl de laatste financieel dienstverleners zwoegen op hun overgangsexamen(s), is het CDFD allang volop in de weer met de examens voor de nieuwe PE-periode. Deze loopt van april 2017 tot april 2019, twee jaar dus. Normaal gesproken is een nieuwe PE-periode drie jaar; dat de komende periode slechts twee jaar is, heeft te maken met de verlenging van de overgangsperiode met een jaar tot eind 2016.

In die overgangsperiode heette het PE-examen PEplus. Dankzij PEplus hoefden bestaande financieel adviseurs niet helemaal vanaf nul te beginnen in het begin 2014 opgetrokken nieuwe deskundigheidsbouwwerk met negen beroepskwalificaties.

Marian Meijer, beleidsmedewerker bij het stafbureau, heeft gemerkt dat sommige adviseurs denken dat de ‘plus’ slaat op de toetsing van vaardigheden en professioneel gedrag. “Zij denken vervolgens dat deze elementen in de nieuwe PE-examens niet meer aan de orde komen. Dat is niet helemaal juist. De plus gaat over het verschil tussen de ‘oude examens’ en de examens van na 2013. Net als vóór het nieuwe deskundigheidsbouwwerk gaat PE over het kennen en kunnen toepassen van ontwikkelingen die van belang zijn voor de (advies) praktijk. Het is dus absoluut niet zo dat de nieuwe examens alleen nog maar toetsen op kennis.”

 

Van binnenuit
Erik Mulder, hoofd van het stafbureau : “Er is ook geen duidelijke knip. Wij stoppen er heel veel energie in om van vragen een geïntegreerd geheel te maken. Niet voor niets werken we veel met casussen waarin men via het tonen van vaardigheid kan laten zien over kennis te beschikken.”

Meijer: “Uiteindelijk moet professioneel gedrag natuurlijk ook van binnenuit komen. Als je het rijbewijs behaalt, weet je dat je niet door rood mag rijden. Het is echter nog niet gezegd dat iemand dan niet door rood rijdt. Iemand kan 100 procent scoren op professioneel gedrag in een examen, maar dat is niet hetzelfde als dat hij zich ook werkelijk professioneel gedraagt.”

Mulder: “Wil je dat controleren, zou je ieder advies moeten nakijken. Dat is gewoon niet haalbaar alleen al vanwege de kosten.”

 

Teleurstellend
Het CDFD heeft er sinds de introductie van het PE-examen veel tijd en energie ingestoken om de vragen goed te laten aansluiten op de praktijk van de financiële dienstverlener. Er is een structuur neergezet die heeft gemaakt dat dit ook steeds meer is bereikt. De vragenmakers komen uit de praktijk, het CDFD heeft inmiddels drie toetsdeskundigen die de vragen beoordelen. Daarna kijken er nog controleurs naar die ook werkzaam zijn in de praktijk. . Het CDFD had dit proces aanvankelijk uitbesteed, maar het bleek noodzakelijk zelf de regie te nemen.

De sector wordt steeds ook nadrukkelijk uitgenodigd om PE-onderwerpen in te brengen. Een aantal partijen doet dat, maar van een aantal kanten blijft het stil. Teleurstellend, vindt het CDFD. De commissie roept de sector dan ook nog eens op meer moeite te doen.

Mulder: “We willen toch met z’n allen dat de consument weer vertrouwen heeft in de kwaliteit van financiële dienstverlening? Dus kom op! Het PE-examen mag geen moetje zijn, het gaat om het eigenaarschap van de branche, om de beroepseer.”

 

Analyse
Het CDFD start eind dit jaar een analyse om te kijken of er veranderingen in de module indeling van het vakbekwaamheidsbouwwerk wenselijk en noodzakelijk zijn. De inbreng van de branche is daarbij buitengewoon waardevol.

Met dien verstande, aldus Mulder, “dat het niet de bedoeling is het hele bouwwerk te slopen door er essentiële bouwstenen uit te halen. De samenhang tussen de beroepskwalificaties moet bewaard blijven. Maar wellicht is op onderdelen bijstelling nodig; het beroep van financiël adviseur is nu eenmaal constant aan verandering onderhevig".

Mocht er iets veranderen met betrekking tot de beroepskwalificaties (bijvoorbeeld uitbreiding daarvan), zal dat in ieder geval de komende PE-periode nog niet van invloed zijn. Elke verbouwing vereist een wettelijk traject en dat kost tijd.

 

Basisniveau
Het CDFD ziet op dit moment geen aanleiding om het niveau van de vragen op te trekken. Mulder: “Wij zijn er helemaal voor als financieel dienstverleners zich doorontwikkelen. Gelukkig bestaan daar ook allerlei mogelijkheden toe. Maar onze opdracht is om met het PE-examen een basisniveau te borgen. Onze taak is niet om per PE-periode de lat een stukje hoger te leggen. Wij moeten bereiken dat de financieel adviseurs over voldoende kennis en kunde beschikken om 80 procent van de consumenten op een goed niveau te kunnen bedienen. De overige 20 procent is maatwerk voor specialisten."
 

Reactie toevoegen

Naam

E-mailadres

Reactie

Organisatie

Telefoonnummer

VVPVIP HypothekenVVP Innovatie PlatformVIP SchadeVVP Twitter

Toevoegen 

Abonnement aanvragen