Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

Euro's 500 via Pixabay

(Kifid-uitspraak GC 2023-0898) Heeft de adviseur uitvoering gegeven aan zijn waarschuwingsplicht? Uit de beschikbare documentatie blijkt niet dat de adviseur de partner van de consument erop heeft gewezen dat zijn persoonlijke situatie ten opzichte van het eerste adviesgesprek dusdanig was gewijzigd dat het sluiten van een overlijdensrisicoverzekering nu wel raadzaam was. De Geschillencommissie concludeert dat de adviseur jegens de consument niet de zorg heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur mag worden verwacht. De vordering van de consument zal daarom deels worden toegewezen tot een bedrag van 156.000 euro.

Naar het oordeel van de commissie "heeft de adviseur (BesteKeuzeHypotheken, red.) geen uitvoering gegeven aan zijn waarschuwingsplicht door ten tijde van het gesprek in juni 2020 de partner van de consument er niet op te wijzen dat zijn persoonlijke situatie ten opzichte van het moment van het eerste gesprek in 2016 dusdanig is gewijzigd. Er was immers sprake van een huwelijk, zodat het raadzaam was om een overlijdensrisicoverzekering te
sluiten. De consument en haar partner hadden nu wel een groot belang bij het sluiten van een dergelijke verzekeringsovereenkomst.

"Uit de beschikbare documentatie blijkt namelijk niet dat er op dat moment een nieuw adviesrapport is opgemaakt of dat er gespreksnotities aanwezig zijn waaruit expliciet is op te maken dat de adviseur de consument en haar partner op het belang van een overlijdensrisicoverzekering heeft gewezen.

"Het verweer van de adviseur dat door de gezondheidstoestand van de partner van de consument het sluiten van een overlijdensrisicoverzekering niet mogelijk was, treft geen doel. Los van het feit dat de adviseur dit verweer op geen enkele wijze feitelijk heeft onderbouwd, heeft de consument onweersproken gesteld dat het beeld van de ziekte van Crohn van haar partner in juni 2020 nog niet van dien aard was dat zijn overlijdensrisico toen al onverzekerbaar was. Tegen een opslag op de reguliere en relatief lage premie had een overlijdensrisicoverzekering zeer waarschijnlijk afgesloten kunnen worden. Pas in 2021 heeft de partner van de consument ook de diagnose darmkanker gekregen en die aandoening bleek helaas fataal te zijn.

"Wat de precieze premie voor de overlijdensrisicoverzekering zou zijn geweest valt bij gebrek aan informatie niet vast te stellen. De commissie maakt daarom gebruik van haar bevoegdheid5 om bij een niet nauwkeurig vast te stellen schade de omvang daarvan te schatten. De commissie stelt de totale verschuldigde verhoogde premie tot het moment van overlijden van de partner van de consument ex aequo et bono vast op een bedrag van 2.000 euro. Dit bedrag dient dan ook op de vordering van de
consument van 158.000,- in mindering te worden gebracht."

 

Reactie toevoegen

 
Adviseur heeft geen resultaatsverplichting

Adviseur heeft geen resultaatsverplichting

(Kifid-uitspraak GC 2024-0240) De financieringsaanvraag van de consumenten is door de geldverstrekker afgewezen omdat het onderpand niet paste binnen de acceptatievoorwaarden....

Verzekeraar eiste terecht alle originele selutels

Verzekeraar eiste terecht alle originele selutels

(Kifid-uitspraak GC 2024-0242) De verzekeraar heeft dekking afgewezen voor de diefstal van de camperbus van de consument, omdat hij niet alle originele sleutels...

Adviseur wees onvoldoende op risico's overbruggingskrediet

Adviseur wees onvoldoende op risico's overbruggingskrediet

(Kifid-tussenuitspraak GC 2024-231A) De Geschillencommissie is van oordeel dat de adviseur de consumenten in de gegeven omstandigheden onvoldoende heeft gewezen...

Geen recht op contra-expertise schade tegenpartij

Geen recht op contra-expertise schade tegenpartij

(Kifid-uitspraak GC 2024-0206) De consument wil dat de verzekeraar een contra-expert inschakelt om de schade van de tegenpartij te beoordelen. De verzekeraar heeft...

Geschillencommissie spoelt argumenten verzekeraar door

Geschillencommissie spoelt argumenten verzekeraar door

(Kifid-uitspraak GC 2024-0205) Consument 1 heeft een tuinslang aangesloten op de mengkraan in de keuken. Met de tuinslang heeft hij het balkon schoongemaakt. Vervolgens...

In hoeverre is bewijs vereist van strafbaar gedrag?

In hoeverre is bewijs vereist van strafbaar gedrag?

Rabobank mag toch beroep instellen tegen uitspraak 2023-0920 van de Geschillencommissie Kifid. De voorzitter van de Commissie van Beroep: "De uitspraak van de Geschillencommissie...

NZa treedt op tegen zorgverzekeraars voor niet nakomen zorgplicht

NZa treedt op tegen zorgverzekeraars voor niet nakomen zorgplicht

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) legt twee zorgverzekeraars een formele maatregel op voor het niet nakomen van hun zorgplicht. De NZa onderzocht de grootste zorgverzekeraar...

Laatste woord over ‘duurzame drager’ in Mijn-omgeving nog niet gezegd

Laatste woord over ‘duurzame drager’ in Mijn-omgeving nog niet gezegd

Vanwege het principiële karakter mag Achmea toch beroep aantekenen tegen Kifid-uitspraak GC 2023-0988, waarin de Geschillencommissie oordeelt dat het verstrekken...

Consument moet kennis kunnen nemen van voorwaarden

Consument moet kennis kunnen nemen van voorwaarden

(Kifid-uitspraak GC 2024-0157) De Geschillencommissie is van oordeel dat de consument namens de VvE onvoldoende kennis heeft kunnen nemen van de verzekeringsvoorwaarden....

Struikelen over je eigen voeten is niet onrechtmatig

Struikelen over je eigen voeten is niet onrechtmatig

(Kifid-uitspraak GC 2024-0161) De Geschillencommissie overweegt dat een gedraging pas onrechtmatig is wanneer de mate van waarschijnlijkheid van schade zo groot...