Zorgplicht vraagt actieve en voortdurende bemoeienis van adviseur

Kifid 2017 (deel logo)

In het kader van de zorgplicht mag een consument van de verzekeringsadviseur gedurende de looptijd van de verzekering een actieve en voortdurende bemoeienis verwachten. De zorgplicht reikt verder dan het moment van afsluiten van de verzekeringsovereenkomst.

In een maandag gepubliceerde uitspraak concludeert de Geschillencommissie van Kifid dat ABN Amro als adviseur is tekortgeschoten in haar zorgplicht. De daaruit voortvloeiende schade moet de bank - deels - aan de consument vergoeden. De Geschillencommissie concludeert dat de consument ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Wanneer de consument de verzekeringspolis vanaf 2012 goed had gelezen, dan had hij of zijn partner de begunstiging naar wens kunnen aanpassen. Deze nalatigheid van de consument leidt ertoe dat hij de helft van de schade van circa 3.800 euro zelf moet dragen.

Nadat de partner (verzekeringnemer) van de consument is overleden, ontvangt hun minderjarige kind een uitkering vanwege de overlijdensrisicodekking van de Meegroeiverzekering. Dit tot verrassing van de consument, die in de veronderstelling leefde dat hijzelf de begunstigde was. Deze aan een hypotheek gekoppelde verzekering was bedoeld om de hypotheek af te lossen en zo de maandelijkse hypotheeklasten te verlagen. De begunstiging aan het minderjarige kind leidt ertoe dat de uitkering niet met de fiscaalvriendelijke KEW-vrijstelling (Kapitaalverzekering Eigen Woning) kan worden gebruikt voor aflossing van de hypotheek.

De consument heeft zich bij Kifid beklaagd over de nalatige en onjuiste advisering door ABN Amro, die als adviseur voor de verzekering optrad. Hij vindt dat de bank als adviseur haar zorgplicht gedurende de looptijd van de verzekering heeft verzaakt. Er was wel aandacht voor de overlijdensrisicodekking, maar zonder stil te staan bij de begunstiging en het probleem dat zou onstaan bij voortijdig overlijden. De consument wil dat de bank zijn financiële nadeel vergoedt. De bank vindt dat het op de weg van de verzekeringnemer ligt om over gewijzigde omstandigheden, zoals een wijziging in de gezinssitutatie, contact te zoeken met de adviseur om eventuele gevolgen voor hypotheek en verzekering te bespreken. De zorgplicht is niet geschonden volgens de bank. De consument en zijn partner hebben lopende de verzekering niet aangegeven dat ze de standaardbegunstiging wilden aanpassen.

Voortdurende bemoeienis

Een adviseur heeft niet alleen een zorgplicht voorafgaand aan en bij het afsluiten van een verzekering. Ook gedurende de looptijd van een verzekering moet een adviseur periodiek nagaan of de verzekering nog passend is. En wanneer een adviseur op de hoogte is van feiten, die mogelijk tot aanpassing van de verzekering kunnen leiden, dan kan de adviseur niet stil blijven zitten, aldus de Geschillencommissie.

In deze klacht had de adviseur in het adviesgesprek in 2011 niet alleen aandacht moeten hebben voor de situatie ‘bij leven van de partner en de consument’, maar ook voor de situatie die zou ontstaan bij voortijdig overlijden. Logischerwijs zou dan de begunstiging aan de orde zijn gesteld. Het ligt voor de hand dat de partner en de consument de begunstiging zouden hebben aangepast. De bank als adviseur zal het financiële nadeel, dat de consument ondervindt als gevolg van deze tekortkoming, deels moeten vergoeden.

Let op het polisblad

De Geschillencommissie oordeelt dat de consument de helft van de schade voor eigen rekening moet nemen. De consument en zijn partner hadden al in 2012 op het polisblad kunnen zien dat hun minderjarig kind de tweede begunstigde was (na de partner van de consument als verzekeringnemer) en niet de consument zelf. De consument of zijn partner had met die kennis contact op kunnen nemen met de adviseur om de begunstiging van de verzekering aan te laten passen. Dat is niet gebeurd, waardoor de consument deels zelf schuldig is aan de situatie die is ontstaan na het overlijden van zijn partner.

 

Reactie toevoegen

 
Verhoging risico-opslag van 0,2 naar 0,8 procent niet onredelijk

Verhoging risico-opslag van 0,2 naar 0,8 procent niet onredelijk

De verhoging van de risico-opslag op recreatiewoningen van 0,2 naar 0,8 procent door '(quasi) monopolist' Rabobank is niet onredelijk of onbillijk, oordeelt de Geschillencommissie...

Aanvaarding overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk

Aanvaarding overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk

Aanvaarding van een overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk plaats te vinden. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening in Uitspraak 2018-121. De...

Claimen binnen drie jaar

Claimen binnen drie jaar

Conform artikel 7:942 van het Burgerlijk Wetboek (BW) verjaart een rechtsvordering tegen een verzekeraar tot het doen van een uitkering door verloop van drie jaren...

Consument moet zelf polisblad controleren

Consument moet zelf polisblad controleren

De consument heeft de plicht om zelf het verstrekte polisblad te bestuderen en op juistheid te controleren. Die stelling betrekt de Geschillencommissie Financiële...

Geschillencommissie wijst claim van miljoen af

Geschillencommissie wijst claim van miljoen af

Een consument eist 1 miljoen euro vergoeding, de schade die hij zegt te hebben geleden wegens vermeend tekortschieten van zijn rechtsbijstanduitvoerder (SRK in opdracht...

Teleurgestelde verwachtingen...

Teleurgestelde verwachtingen...

Een kwestie van teleurgestelde verwachtingen. Van schending van de zorgplicht door de hypotheekadviseur is geen sprake. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële...

Ommekomst...

Ommekomst...

London General nam te makkelijk aan dat een klant niet meer volledig arbeidsongeschikt was. Daarom moet de verzekeraar alsnog uitkeren van de Geschillencommissie...

Brommer geen rondvliegend voorwerp

Brommer geen rondvliegend voorwerp

Leren van Kifid-uitspraken SCHADE. Uit VVP 1 De geparkeerde bromfiets van de consument waait omver en raakt beschadigd. De polisvoorwaarden van zijn verzekering...

NNul op het rekest...

NNul op het rekest...

Verzekeraars hoeven de consument gedurende de looptijd van de verzekering niet te informeren over de prijsstelling van nieuwe vergelijkbare producten. De Geschillencommissie...

Bank hoeft echtelieden niet te informeren over elkaars vermogenspositie

Bank hoeft echtelieden niet te informeren over elkaars vermogenspositie

Het is aan de echtelieden onderling om elkaar desgevraagd te informeren over hun vermogenspositie. De bank is hierbij geen partij. Dat stelt de Geschillencommissie...