Trends en adviezen in digitalisering

Jurjen Oosterbaan 2015

Elke financiële dienstverlener realiseert zich dat ‘digitalisering’ voor de eigen onderneming steeds belangrijker wordt. Maar waar te beginnen om de bedrijfsprocessen aan te passen? Op dit moment worden de ontwikkelingen vaak zo beschreven dat de adviseur deze als bedreigend ervaart voor het eigen bestaan. “Het is daarom goed dat VVP het initiatief neemt om dit onderwerp nu eens breed en vanuit een positief kader te behandelen”, aldus Jurjen Oosterbaan. In dit artikel bespreekt hij tien trends in digitalisering.

Door de digitalisering neemt het aantal bedieningsconcepten waaruit de consument kan kiezen toe. Het begrip hybride advies wordt daarbij gemeengoed. In de praktijk wordt het onderscheid tussen advies en bemiddeling voor de consument echter steeds minder scherp. Voor de adviseur wordt het daarom nog belangrijker te communiceren wat dit verschil inhoudt en in welke situaties advies voor de klant belangrijk is.

1. Klant wordt actiever. Buiten de financiële dienstverlening raken klanten er steeds meer aan gewend, dat zij langs verschillende wegen en op tijdstippen die hen uitkomen, contact kunnen hebben met dienstverleners. Voor effectief klantcontact zal de financieel dienstverlener dus over meerdere communicatiemiddelen moeten beschikken, waarbij de consument buiten kantoortijden tenminste een bericht kan achterlaten via het medium van zijn voorkeur. Nieuw is tevens dat de consument op een breed digitaal gebied leert dat hij bepaalde handelingen zelf kan uitvoeren. Die gewenning aan mogelijkheden voor interactie zal alleen maar groeien. De financieel adviseur zal zich moeten beraden of hij zijn klanten wel of niet deze vormen van interactie wil aanbieden en zo ja, voor welke handelingen wel of niet.

2. Nieuwe partijen komen op. De financiële sector is traditioneel een besloten gemeenschap, waarin de spelers elkaar kennen en waarbij min of meer een gemeenschappelijke cultuur van normen bestaat. Vernieuwing ontstond altijd vanuit de sector zelf. We zien nu nieuwe spelers opkomen. Vaak van buiten de sector, met vooral een technologische achtergrond. Partijen die vol trots uitdragen dat ze ‘disrupter’ willen zijn. Veelal zijn deze nieuwe partijen sterk transactie gericht. Waarbij ze een plek willen bevechten tussen de klant en de bestaande spelers. Vernieuwing komt meer dan in het verleden van buiten onze sector. Daar waar het klantcontact tussen klant en adviseur het minst intensief is, zullen deze nieuwe partijen zich het makkelijkst kunnen positioneren.

3. Bescherming data gaat gebruiksgemak verminderen. Verzekeraars en banken zijn geliefde partijen om te proberen fraude bij te plegen. Zowel door professionele criminelen, maar ook – en misschien nog wel erger – door hun eigen klanten. Het resultaat is dat het gebruiksgemak dat de voortschrijdende techniek biedt, grotendeels weer ongedaan wordt gemaakt door de noodzakelijke maatregelen om fraude tegen te gaan. Maatregelen die tot irritatie bij de klant leiden en een ‘warm’ klantcontact bemoeilijken. De adviseur als mens heeft ook in deze context veel voordelen ten opzichte van het geprogrammeerde wantrouwen van de digitale uitvoerder.

4. Privacy is de rem op de digitalisering. Het denken over digitalisering wordt in sterke mate bepaald door wat technisch kan. In een maatschappij waarin consumenten de meest intieme dingen bijvoorbeeld via sociale media naar buiten brengen, is tegelijkertijd een steeds bredere en krachtigere onderstroom van zorgen over privacy te zien. Terecht: incidenten rondom persoonsgegevens zullen steeds vaker plaatsvinden, waardoor de weerstand tegen ongebreidelde concentratie en methoden van dataverrijking eveneens zullen toenemen. Ik voorspel dat het groeiend aantal incidenten uiteindelijk zal leiden tot nog strengere wetgeving. Niet alles wat technisch kan, zal ook mogen.

5. Wetgeving loopt achter, maar dreigt door te schieten. Elke wetgever loopt per definitie achter de feiten aan. Op het gebied van de digitalisering binnen de financiële sector is dit evident. Het laatste dat DNB en AFM echter willen is te boek staan als ouderwets en vernieuwing blokkerend. Het gevolg hiervan is dat formeel besloten is om de interpretatie van wet- en regelgeving op te rekken, te gedogen en nieuwe spelers ontheffingen en vrijstellingen te verlenen. Dat is niet verkeerd.

Mits het codewoord ‘innovatie’ maar geen doorgang geeft, waar het in de belang van de consument zaak is te stoppen. De ruimte die nu aan ‘FinTech’ wordt geboden wekt bij de traditionele adviseurs de schijn dat er met twee maten wordt gemeten. Dat versterkt het verkeerde gevoel dat de nieuwe wereld de vijand is van de oude wereld. Toezichthouders mogen enthousiast zijn over die nieuwe wereld, maar ze hebben tevens de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat gevestigde marktpartijen hen blijven zien als ook ‘hun’ toezichthouder.

6. Druk op eficiency. Aanbieders, adviseurs en bemiddelaars – allen voelen de druk om forse kostenreducties door te voeren. In de komende jaren zullen deze reducties vooral gevonden worden door administratieve handelingen verder te automatiseren. De tijd die nodig is voor beheer en bemiddeling wordt daarbij drastisch verminderd. Dit zal de sector veranderen. De behoefte aan en waardering voor administratieve medewerkers zal afnemen. Advieskantoren doen er verstandig aan bij de samenstelling van hun personeelsbestand hiermee rekening te houden. Eficiency zal daarnaast tot gevolg hebben dat bij aanbieders minder ruimte ontstaat voor maatwerk. Volume en liefst van gelijke aard is de heilige graal waarnaar aanbieders op zoek zijn. Ook de nieuwe partijen zoeken de massa. Alles wat niet standaard is, zal voor de adviseur een vruchtbaar werkgebied zijn.

7. Versnelling leidt tot schaalvergroting. De markt van financiële advieskantoren is relatief klein. Het aantal bedrijven dat software aan deze kantoren aanbiedt, is relatief groot. De snelheid van veranderingen vereist permanent forse investeringen om de eigen software actueel te houden. Deze snelheid verkort echter tegelijkertijd de terugverdientijd van deze investeringen. Hogere investeringen en een kortere terugverdientijd leiden tot noodzaak van schaalvergroting. Het is waarschijnlijk dat in de komende jaren meer fusies en overnames van ondernemingen die software aan financiële advieskantoren leveren, zullen plaatsvinden. Bovendien zal er steeds meer integratie tot stand komen van software die de adviseur ondersteunt bij administratie, advies en premie- en voorwaardenvergelijking. Voor de financieel adviseurs is het daarom belangrijk om bij de keuze van een softwareleverancier ook aandacht te schenken aan de lange termijnstrategie van deze leveranciers.

8. Brondata zullen belangrijker worden. Het traditionele beeld is nu nog dat een organisatie informatie geeft aan de consument, bijvoorbeeld een salarisbrief. De consument geeft deze vervolgens aan de adviseur. De adviseur geeft de informatie weer aan de aanbieder. Alle partijen ‘bewerken’ dezelfde informatie. De techniek maakt het nu al mogelijk dat de adviseur of aanbieder dit soort informatie direct digitaal ophaalt bij de bron, in dit voorbeeld de salarisadministratie. Deze werkwijze brengt grote voordelen met zich mee, zoals kostenbesparing, minder fouten en geringere kans op fraude. Het gebruik van brondata zal toenemen. Echter, ook hier speelt het onderwerp privacy een belangrijke rol in de snelheid waarmee dit gebruik van brondata gemeengoed zal worden.

9. Meer regie is gewenst. Digitalisering zal de sector veranderen. Alle spelers proberen nu juist voor te sorteren om straks een goede startpositie te hebben. Concurrentie is goed, maar het is toch wel handig wanneer locomotief en treinstel min of meer dezelfde snelheid hebben. Adviseurs kunnen niet zonder aanbieders. En aanbieders kunnen niet zonder adviseurs. Ook in een nog meer gedigitaliseerde wereld. Beide partijen hebben er dus belang bij dat ze aansluiting met elkaar houden waar het gaat om de vernieuwingen. Met organisaties als Sivi, HDN, Aplaza, Meetingpoint en de recent opgerichte Contact Groep Automatisering is er meer dan voldoende kennis aanwezig om te komen tot een versnelling van een branchebrede aansluiting bij de digitale ontwikkelingen, waarmee we de klant beter kunnen bedienen en onze bedrijven kunnen versterken. Belangrijk hierbij is dat partijen met elkaar communiceren. Het initiatief van het Verbond van Verzekeraars en de stichting Poliskluis is intrinsiek een interessant project. De vraag is echter of adviseurs en bemiddelaars hierbij voldoende betrokken zijn. Gebeurt dat niet dan organiseert het initiatief als het ware zijn eigen weerstand vanuit de sector zelf.

10. Meer gebruik applicaties en tools. Veel automatiseringssystemen waarvan adviseurs en bemiddelaars nu gebruik maken bevatten al applicaties en tools om het contact met de klant verder te optimaliseren en de bedrijfsprocessen te optimaliseren. Ook aanbieders bieden deze toepassingen inmiddels ruim aan. Wat opvalt is dat bij veel kantoren de bestaande mogelijkheden van de pakketten die in gebruik zijn, nog maar gedeeltelijk worden gebruikt. Kantoren hoeven niet zo zeer te wachten op wat er nog allemaal ontwikkeld wordt, maar kunnen nu al investeren in het beter gebruik maken van wat er al is. Veel automatiseerders geven regelmatig workshops op dit terrein. Eigen medewerkers of een hbo-stagiaire deze opleidingen laten volgen, en vervolgens concrete voorstellen laten doen hoe het eigen bedrijf van de bestaande faciliteiten beter gebruik kan maken, zal vaak zeer vruchtbaar blijken te zijn.

Geloof in eigen kracht

De sector is in beweging. Morgen zal de wereld echt niet compleet anders zijn, dan vandaag. Heb je als adviseur nog maar een korte horizon, dan zul je de eindstreep best wel halen door goed te blijven doen wat je altijd hebt gedaan. Is die horizon wat verder weg, dan is het zaak met een open geest de veranderingen tegemoet te treden. Digitalisering is niet de vijand van persoonlijk advies. Wees je bewust van je sterke punten en kijk hoe nieuwe technieken die sterke punten beter tot hun recht kunnen laten komen.

Persoonlijk financieel advies – ook buiten het klassieke productgerichte denken – zal voor grote groepen van consumenten in de komende jaren alleen maar belangrijker worden. Digitalisering kan helpen om het persoonlijk advies voor meer consumenten tegen voor hen betaalbare prijzen beschikbaar te maken. Laat daarom deze special van VVP een mooie start zijn om als financieel adviseurs met vertrouwen samen de digitale toekomst tegemoet te treden.

Reactie toevoegen

 
Editie
ORV Onderzoek 2022: samenwerking en verbreding ORV is wenselijk

ORV Onderzoek 2022: samenwerking en verbreding ORV is wenselijk

Voor het vijfde opeenvolgende jaar heeft Bureau DFO de waardering van het intermediair gemeten met betrekking tot verzekeraars die overlijdensrisicoverzekeringen...

Digitale wake-up call voor adviseurs

Digitale wake-up call voor adviseurs

(Belangrijkste aandachtspunten rapport Bureau DFO over digitalisering intermediair in VVP Special Digitale Innovatie 2022) Recent bracht Bureau DFO het rapport...

Meer regie gewenst bij digitalisering financieel adviseurs

Meer regie gewenst bij digitalisering financieel adviseurs

Jurjen Oosterbaan Martinius (directeur Bureau DFO) roept intermediairgeoriënteerde organisaties op samen een extra bijdrage te leveren aan de digitalisering...

Jurjen Oosterbaan: "Publicatie Verbond schaadt aanzien sector"

Jurjen Oosterbaan: "Publicatie Verbond schaadt aanzien sector"

In ‘De Onderlinge’, een uitgave van het Platform Onderlinge Verzekeraars (POV) van het Verbond, adviseert advocaat Pieter Leerink om via interne memo’s...

Oosterbaan: “Onverantwoorde kredietverlening tegengaan”

Oosterbaan: “Onverantwoorde kredietverlening tegengaan”

“Ons goedbedoelde systeem van maximale leennormen”, meent Jurjen Oosterbaan (Bureau DFO), “duwt groepen consumenten richting schuldposities die...

VCN toost op eerste plaatsen in onderzoek serviceproviders DFO

VCN toost op eerste plaatsen in onderzoek serviceproviders DFO

Met een toost vierde VCN HypotheekService dat De Financiële Makelaar en KredietPunt Nederland binnen hun categorie door Bureau DFO zijn uitgeroepen tot meest...

Bureau DFO: “Serviceproviders op kruispunt”

Bureau DFO: “Serviceproviders op kruispunt”

Serviceproviders staan op een kruispunt, meent Bureau DFO bij de publicatie van zijn serviceprovider onderzoek 2021. Jurjen Oosterbaan Martinius, directeur Bureau...

67 procent kantoren verwacht dat onderhoud en nazorg belangrijker wordt

67 procent kantoren verwacht dat onderhoud en nazorg belangrijker wordt

Van de deelnemers aan het DFO-onderzoek serviceproviders 2021 verwacht 67 procent dat onderhoud en nazorg in de komende jaren voor hun kantoren belangrijker gaat...

Serviceproviders met hoogste waardering in onderzoek 2021 Bureau DFO

Serviceproviders met hoogste waardering in onderzoek 2021 Bureau DFO

Bureau DFO heeft de hoogste gewaardeerde serviceproviders in zijn onderzoek 2021 bekendgemaakt. De uitkomsten zijn gebaseerd op 2.167 waarnemingen. Bij de grote...

Bureau DFO: provisieverbod raakt meest kwetsbaren

Bureau DFO: provisieverbod raakt meest kwetsbaren

“Het maatschappelijk belang van de overlijdensrisicoverzekeringen is groot. Veel leed kan tegen verwaarloosbare kosten worden voorkomen. Wet- en regelgeving...