Achterblijven winstdeling niet aan verzekeraar te wijten maar aan lage rentestand

Kifid 2017 (deel logo)

De verzekeraar valt het achterblijven de winstdelingsregeling niet te verwijten, stelt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) in Uitspraak 2017-707. "Het achterblijven van de winstdelingsregeling is voornamelijk een gevolg van de lage rentestand die zich tijdens de duur van de verzekeringsovereenkomst heeft ontwikkeld. Deze ontwikkeling was niet te voorzien en kan niet meebrengen dat Verzekeraar te verplichten is een hogere dan het garantiebedrag uit te keren", meent de commissie.

De klager sloot in 1986 bij Delta Lloyd een traditionele winstdelende levensverzekering af met winstgarantie. Volgens de klager had de verzekeraar hem moeten informeren over de volgens hem hoge kosten en overlijdensrisicopremie.

De commissie volgt hem hierin niet: "Zoals reeds in eerder uitspraken van de Geschillencommissie is uiteengezet, wordt een dergelijke verzekering gekenmerkt door de omstandigheid dat de prijs en de prestatie op voorhand zijn bepaald. Consument wist bij het afsluiten van de verzekering welk bedrag hij op de einddatum, of bij eerder overlijden, zou ontvangen en welke premie - waarvoor een deel bestemd was voor de dekking van het overlijdensrisico en een deel voor de bestrijding van de door Verzekeraar gemaakte kosten - hij hiervoor verschuldigd was. Consument heeft kunnen afwegen welke premie hij voor welk garantiebedrag bereid was te betalen en met deze verhouding tussen premie en prestatie ingestemd. De met de verzekering gemoeide kosten en overlijdensrisicopremies zijn in het garantiekapitaal verdisconteerd. Om deze reden behoefde Verzekeraar bij het afsluiten van de verzekering niet te specificeren welk deel van de premie zou worden besteed aan kosten of aan overlijdensrisicopremies. Verzekeraar behoefde dit evenmin op een later moment te doen (zie onder meer GC 2012- 265, 2015-038 en 2016-097)."

Een derde ging op aan kosten

Verzekeraar heeft consument bij brief van 22 februari 2016 bericht dat van de maandpremie van 39,91 euro 16,31 euro de spaarpremie vormde, 11,59 euro de risicopremie en 12,01 euro de kostenpremie. Deze verdeling is gedurende de hele duur van de verzekering (1986-2016) hetzelfde geweest.

De uitkering medio 2016 beliep 17.403 euro (verzekerd kapitaal plus 2.655 euro winstgarantie). Consument vorderde betaling van een bedrag van 5.287 euro. Daarmee zou de totale polisuitkering overeenstemmen met de onderliggende hypotheek.

Reactie toevoegen

 
Verhoging risico-opslag van 0,2 naar 0,8 procent niet onredelijk

Verhoging risico-opslag van 0,2 naar 0,8 procent niet onredelijk

De verhoging van de risico-opslag op recreatiewoningen van 0,2 naar 0,8 procent door '(quasi) monopolist' Rabobank is niet onredelijk of onbillijk, oordeelt de Geschillencommissie...

Aanvaarding overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk

Aanvaarding overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk

Aanvaarding van een overeenkomst hoeft niet uitdrukkelijk plaats te vinden. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening in Uitspraak 2018-121. De...

Claimen binnen drie jaar

Claimen binnen drie jaar

Conform artikel 7:942 van het Burgerlijk Wetboek (BW) verjaart een rechtsvordering tegen een verzekeraar tot het doen van een uitkering door verloop van drie jaren...

Consument moet zelf polisblad controleren

Consument moet zelf polisblad controleren

De consument heeft de plicht om zelf het verstrekte polisblad te bestuderen en op juistheid te controleren. Die stelling betrekt de Geschillencommissie Financiële...

Geschillencommissie wijst claim van miljoen af

Geschillencommissie wijst claim van miljoen af

Een consument eist 1 miljoen euro vergoeding, de schade die hij zegt te hebben geleden wegens vermeend tekortschieten van zijn rechtsbijstanduitvoerder (SRK in opdracht...

Teleurgestelde verwachtingen...

Teleurgestelde verwachtingen...

Een kwestie van teleurgestelde verwachtingen. Van schending van de zorgplicht door de hypotheekadviseur is geen sprake. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële...

Ommekomst...

Ommekomst...

London General nam te makkelijk aan dat een klant niet meer volledig arbeidsongeschikt was. Daarom moet de verzekeraar alsnog uitkeren van de Geschillencommissie...

Brommer geen rondvliegend voorwerp

Brommer geen rondvliegend voorwerp

Leren van Kifid-uitspraken SCHADE. Uit VVP 1 De geparkeerde bromfiets van de consument waait omver en raakt beschadigd. De polisvoorwaarden van zijn verzekering...

NNul op het rekest...

NNul op het rekest...

Verzekeraars hoeven de consument gedurende de looptijd van de verzekering niet te informeren over de prijsstelling van nieuwe vergelijkbare producten. De Geschillencommissie...

Zorgplicht vraagt actieve en voortdurende bemoeienis van adviseur

Zorgplicht vraagt actieve en voortdurende bemoeienis van adviseur

In het kader van de zorgplicht mag een consument van de verzekeringsadviseur gedurende de looptijd van de verzekering een actieve en voortdurende bemoeienis verwachten....