Vordering afgewezen na cirkelzaagongeluk
Een consument is op 17 juni 2015 arbeidsongeschikt geraakt door een cirkelzaagongeluk. Hij vordert dat zijn financieel adviseur de schade van zeven mille voor zijn rekening neemt in verband met het feit dat door verzekeraar een wachttijd van 52 weken in acht is genomen. De Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) wijst de vordering af. De klant had bekend kunnen zijn met de wachttijd.
De Commissie heeft "in de vaststaande feiten geen aanknopingspunten gevonden waaruit kan worden opgemaakt dat de Adviseur (Zicht, red.) is tekortgeschoten in de nakoming van zijn zorgplicht en dat Consument op grond van de door hem ontvangen èn geaccepteerde verzekeringsdocumenten, zijnde de polisbladen en verzekeringsvoorwaarden, in alle redelijkheid erop mocht vertrouwen dat verzekeraar bij het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid zonder enige vorm van wachttijd de voor zijn pensioenverzekering verschuldigde premie voor zijn rekening zou nemen". (Uitspraak 2018-186.)
Zeer ongebruikelijk
Het verweer van de adviseur: "Consument benaderde in 1994/1995 een rechtsvoorganger van de Adviseur over de mogelijkheden van een voortzetting van zijn pensioenopbouw na het einde van zijn dienstverband bij zijn toenmalige werkgever. Consument koos er uiteindelijk voor om de optie premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid mee te verzekeren. Deze was indertijd standaard 'WAO-volgend' en kende dientengevolge een wachttijd van 52 weken. Het meeverzekeren van premievrijstelling zonder wachttijd was zeer ongebruikelijk en zeer waarschijnlijk onmogelijk.
"Consument ontving sinds 1995 dan ook telkenmale verzekeringspolissen waarop werd verwezen naar de clausules waarop de regels over deze premievrijstelling waren benoemd inclusief de geldende wachttijd van 52 weken. Consument heeft hier tot het moment van het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid nooit enig bezwaar tegen gemaakt.
"Als de door Consument gevraagde premievrijstelling zonder wachttijd overigens zou hebben bestaan dan was de verschuldigde premie een stuk hoger uitgevallen, omdat in dat geval verzekeraar bij iedere (kortdurende) ziektesituatie premievrijstelling had moeten verlenen. In die situatie had Consument gedurende 21 jaar (van 1994 tot 2015) extra premie moeten betalen, zodat de gestelde schade door de besparing van de premie (grotendeels of geheel) zou zijn gecompenseerd."
Reactie toevoegen
Losse motoronderdelen geen motorfiets
De Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) laat de Europeesche wel de sleutels maar niet de originele onderdelen (vervangen door race-onderdelen)...
Consument alleen consument als hij dienst afneemt
Als iemand geen dienst heeft afgenomen, kan hij ook niet klagen bij Kifid. Aldus de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) in Uitspraak 2018-162. De...
Vordering afgewezen in plaats van klacht ongegrond
Anders dan in ons bericht vrijdag stond, wees de Geschillencommissie (Kifid) in Uitspraak 2018-158 de klacht niet af. Zij wees de vordering af, maar verklaarde de...
Loyaliteitskorting duur betaald...
De loyaliteitskorting bij zijn WestlandUtrecht-hypotheek breekt een klant lelijk op. De Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) volgt de klant...
Onjuiste offerte leidt niet tot schadeplichtigheid
Het enkele gegeven dat een verzekeraar een verkeerde offerte heeft opgemaakt, leidt op zichzelf niet tot schadeplichtigheid. Aldus de Geschillencommissie Financiële...
Vordering afgewezen ondanks schending zorgplicht door adviseur
De adviseur moet binnen een redelijke termijn bij de verzekeraar informeren naar de status van het dossier van de consument. Aldus de Geschillencommissie Financiële...
Bij overkreditering alleen vordering tot schadevergoeding mogelijk
In geval van overkreditering is alleen een vordering tot vergoeding van de schade mogelijk. Aldus de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid)...
Claimant heeft medewerkingsplicht
Op de consument rust een medewerkingsplicht als de verzekeraar informatie de medewerking van de consument nodig heeft om de claim te kunnen beoordelen. Daar wijst...
Toch betalen ondanks no cure no pay
Een klant die de opdracht van overeenkomst met zijn adviseur voortijdig beëindigde, moet toch betalen voor een deel van de door de adviseur reeds verrichte...
Verhoging risico-opslag van 0,2 naar 0,8 procent niet onredelijk
De verhoging van de risico-opslag op recreatiewoningen van 0,2 naar 0,8 procent door '(quasi) monopolist' Rabobank is niet onredelijk of onbillijk, oordeelt de Geschillencommissie...