Zorgplicht pensioen nader ingevuld

Paul van der Heide (2008) In de Wft is vooral de zorgplicht geregeld bij het geven van het pensioenadvies aan een werkgever. Hoewel in de jurisprudentie over zorgplicht in het arbeidsrecht wel een norm is ontwikkeld, is dit voor pensioen nog in ontwikkeling. “In een recent arrest heeft hof Den Haag veel gezegd over hoe de norm zou moeten zijn”, aldus Paul van der Heide, directeur Nederlands Pensioenbureau.

Op 9 februari heeft hof Den Haag een arrest gewezen over de zorgplicht van de werkgever en van zijn pensioenadviseur bij wijziging van pensioenregelingen. De werkgever werd in deze procedure door drie werknemers aangesproken op zijn zorgplicht (art. 7:611 BW). De werkgever had op zijn beurt de pensioenadviseur in vrijwaring gedagvaard. Wanneer de werkgever schade zou moeten vergoeden, zou hij de schade in dat geval aan zijn pensioenadviseur kunnen doorschuiven.
 

Kort gezegd was de grief van de werknemers dat zij bij de overgang van de pensioenregeling in 1999 onvoldoende zijn gewezen op de risico’s die de nieuwe pensioenregeling voor hen inhield. Het ging hierbij om het beleggingsrisico, het renterisico en het langlevenrisico. Tevens stelden zij dat zij ondeugdelijke berekeningen voorgelegd hadden gekregen, omdat zij niet waren gewezen op het effect van salarisstijging op enerzijds de eindloonregeling en anderzijds de beschikbare premieregeling. In dit geval zijn de drie werknemers accountant van beroep. Het hof heeft de veronderstelde professionele kennis zwaar meegewogen in zijn oordeel. De werknemers werkten met een dga-pensioensoftwareprogramma en zouden om die reden een meer dan gemiddeld inzicht in de materie hebben.
 

Ik ben het met die visie van het hof niet eens, hoewel ik de redenering wel kan volgen. De werkgever ging in dit geval vrijuit, hij werd geacht zijn zorgplicht niet geschonden te hebben. De werknemers werden geacht voldoende op de hoogte te zijn van de risico’s als beleggen, rente en langleven. Het effect van salarisstijgingen op de uitkomst van beide regelingen werd door het hof (en in eerste instantie door de rechtbank) gebagatelliseerd. Voor de adviespraktijk is dat jammer, het zou goed zijn als hier meer duidelijkheid over kwam.
 

Uit het arrest en hetgeen op de zitting ter sprake is gekomen, blijkt dat het totaal anders had kunnen uitpakken als de belanghebbenden geen accountant waren geweest. In zoverre is de uitspraak toch een voorloper van mogelijke claims van werknemers – als ze geen accountant zijn.
 

De pensioenadviseur in kwestie is naar mijn mening een integere adviseur die in 1999 zijn werk naar de toen geldende normen prima heeft gedaan. Hij heeft helaas wel een foutje gemaakt, waarvan ik veronderstel dat het in de pensioenadviespraktijk vaker is voorgekomen. Hij heeft de werknemers de in 1999 opgebouwde waarde van hun eindloonregeling laten overdragen naar de beschikbare premieregeling. Hierbij is naar de mening van het hof onvoldoende gewezen op de risico’s van die beschikbare premieregeling ten opzichte van de ‘goudgerande’ eindloonregeling. Weliswaar werd een berekening overlegd waarin de situaties met en zonder waardeoverdracht met elkaar werden vergeleken. Het hof neemt de adviseur echter kwalijk dat hij het resultaat van overdracht nogal ongenuanceerd rooskleurig heeft voorgesteld. De adviseur is door het hof veroordeeld tot het vergoeden van de schade die hierdoor is ontstaan. Hoe hoog die schade is moet nog worden vastgesteld, maar het is duidelijk dat die zeer aanzienlijk zal zijn.
 

Bij dit soort zaken is natuurlijk altijd de nuance te plaatsen dat het makkelijk is om met de kennis van nu naar oude situaties te kijken. Toch zou het mij niet verbazen als nieuwe claims van werknemers voortaan een stuk kansrijker zijn.

Reactie toevoegen

 
Hypotheekadviseur schetste te rooskleurig beeld

Hypotheekadviseur schetste te rooskleurig beeld

(Kifid-uitspraak GC 2023-0671) Gelet op de vele fouten die de adviseur heeft gemaakt, dienthij de advies- en bemiddelingskosten ad 1.894 euro volledig aan de consumenten...

Adviseur stuurde getekend renteaanbod niet tijdig door

Adviseur stuurde getekend renteaanbod niet tijdig door

(Kifid-uitspraak GC 2023-0663) De adviseur heeft nagelaten het ondertekende renteaanbod (tijdig) naar de bank te sturen, waardoor dit renteaanbod is komen te vervallen....

Adviseur was te optimistisch over maximale financiering

Adviseur was te optimistisch over maximale financiering

(Kifid-uitspraak GC 2023-0659) De adviseur heeft de consumenten in het vooruitzicht gesteld dat zij een hypothecaire geldlening konden verkrijgen van 300.000 euro....

Adviseur was te afwachtend bij regelen opstalverzekering

Adviseur was te afwachtend bij regelen opstalverzekering

(Kifid-uitspraak GC 2023-0651) Een adviseur moet ruim 2.000 stormschade aan cliënten vergoeden omdat hij te afwachtend was bij het regelen van de opstalverzekering. De...

Adviseur kan niet aantonen dat klant voor Inkomensverklaring zou zorgen

Adviseur kan niet aantonen dat klant voor Inkomensverklaring zou zorgen

(Kifid-uitspraak GC 2023-0595) De Geschillencommissie beslist dat de hypotheekadviseur een bedrag van 1.797,50 euro aan de consument vergoedt. De consument heeft...

Hypotheekadviseur vroeg niet door naar woning in Spanje

Hypotheekadviseur vroeg niet door naar woning in Spanje

(Kifid-uitspraak GC 2023-0567) Een hypotheekadviseur verzuimde door te vragen toen klanten uit zichzelf vertelden dat zij een woning in Spanje hebben. De Geschillencommissie:...

Kifid: aansprakelijkheid tussenpersoon erkend door reactie BAV-verzekeraar

Kifid: aansprakelijkheid tussenpersoon erkend door reactie BAV-verzekeraar

Met haar mededelingen heeft de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar naar het oordeel van de Geschillencommissie namens de tussenpersoon aansprakelijkheid erkend...

Gebrek aan actie tussenpersoon weegt zwaarder dan gebrek aan actie consument

Gebrek aan actie tussenpersoon weegt zwaarder dan gebrek aan actie consument

(Tussenuitspraak GC 2022-0964B) De Geschillencommissie is van oordeel dat de tussenpersoon 75 procent van de schade van de consument als gevolg van de niet tijdige...

Mogelijkheid bouwdepot ten onrechte niet meegenomen in advies

Mogelijkheid bouwdepot ten onrechte niet meegenomen in advies

(Kifid-uitspraak GC 2023-0574) De consumenten klagen over het feit dat zij in 2015 geen bouwdepot hebben gekregen bij hun hypothecaire geldlening. Zij menen hierdoor...

Vriendelijkheid breekt financieel dienstverlener op

Vriendelijkheid breekt financieel dienstverlener op

(Kifid-uitspraak GC 2023-0554) De financiële dienstverlener en de consumenten hebben geen schriftelijke overeenkomst met elkaar gesloten waaruit volgt dat de...