Bank hoeft echtelieden niet te informeren over elkaars vermogenspositie
Het is aan de echtelieden onderling om elkaar desgevraagd te informeren over hun vermogenspositie. De bank is hierbij geen partij. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening in Uitspraak 2018-080.
De consument stelde zich op het standpunt dat de Rabobank onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door hem niet te informeren over het feit dat zijn toenmalige echtgenote bij de bank een zelfstandige aanvraag voor een lening (van 284.000 euro) had ingediend. Volgens de consument had de bank hem moeten informeren en was zijn toestemming voor de lening benodigd.
De Geschillencommissie: "Anders dan Consument lijkt te veronderstellen, is de Commissie van oordeel dat geen sprake is van één van de in artikel 1:88 lid 1 sub a BW genoemde situaties. Er is immers geen sprake van verkoop (vervreemding) van de echtelijke of de door Consument alleen bewoonde woning. Evenmin is sprake van bezwaring (het vestigen van een recht van hypotheek) van de echtelijke woning of de door Consument bewoonde woning. Dat betekent dat de vrouw in het onderhavige geval bevoegd was om zonder toestemming van Consument een lening aan te gaan. Niet is gebleken dat de Bank Consument bewust heeft benadeeld door hem niet te informeren. Hiertoe bestond ook geen verplichting voor de Bank. Daarnaast is het aan de echtelieden onderling om elkaar desgevraagd te informeren over hun vermogenspositie. De Bank is hierbij geen partij. Dat de vrouw en Consument dezelfde adviseur hadden doet daar niet aan af."
(Artikel 88 lid 1 a van boek 1 BW (1:88 BW): "Een echtgenoot behoeft de toestemming van de ander echtgenoot voor de volgende rechtshandelingen: a. Overeenkomsten strekkende tot vervreemding, bezwaring of ingebruikgeving en rechtshandelingen strekkende tot beëindiging van het gebruik van een door de echtgenoten tezamen of door de andere echtgenoot alleen bewoonde woning of van zaken die bij een zodanige woning of tot de inboedel daarvan behoren.”)
Volgens de klager zou hij niet hebben ingestemd met een wijziging van het huwelijksgoederenregime als hij had geweten van de lening.
Op 4 februari 2004 hebben consument en zijn toenmalige vrouw bij de notaris het huwelijksgoederenregime laten wijzigen van gemeenschap van goederen naar huwelijkse voorwaarden. Daarbij is de echtelijke woning en de ten behoeve van de financiering daarvan afgesloten hypothecaire geldlening toebedeeld aan de man.
Bij vonnis van 30 november 2011 heeft de rechtbank de huwelijkse voorwaarden vernietigd. Dit had tot gevolg dat de huwelijksgoederengemeenschap herleefde en dat de boedel in het kader van de echtscheiding van consument en zijn vrouw opnieuw diende te worden verdeeld.
Hierdoor werd de consument op grond van de wet hoofdelijk aansprakelijk voor de lening die de vrouw vlak voor de wijziging begin 2004 van het huwelijksgoederenregime had afgesloten.
In 2012 hebben de ex-partners overigens met toestemming van de bank de aktes ‘Afstand Vorderingsrecht’ en ‘Beperking aantal debiteuren’ ondertekend. Hierdoor waren zij beiden niet langer aansprakelijk voor de schulden aangegaan door de andere echtgenoot door het herleven van de gemeenschap. Hierdoor is het negatieve bijeffect ondervangen.
Reactie toevoegen
Bank hoeft fout in berekening boeterente niet voort te zetten
De Geschillencommissie Financiële Dienstverlening is van oordeel dat de bank niet gehouden kan worden een gemaakte (en ontdekte) fout in haar berekening van...
Alle kosten voor één partij te kort door de bocht
LEREN VAN KIFID-UITSPRAKEN SCHADE UIT VVP 03 - 2018 In deze uitspraak gaat het om een schade waarmee vrijwel elk financieel advieskantoor met enige regelmaat...
Verzuim kost bank helft advieskosten
SNS Bank moet een klant een gedeelte van de advieskosten vergoeden. Dat oordeelt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening in Uitspraak 2018-268. Consument...
Passieve houding kost adviseur bijna 9.000 euro
De Geschillencommissie Financiële Dienstverlening laat adviseur Raadsheeren bijna 9.000 euro aan schadevergoeding betalen aan een klant. De Commissie oordeelt...
Verzekeraar mag incassokosten verhalen
De Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) is van oordeel dat Aegon in het onderhavige geval in redelijkheid tot het nemen van incassomaatregelen...
"Verruim nu al recht op premieterugbetaling"
De Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) geeft verzekeraars ter overweging mee nu al het recht op premieterugbetaling te verruimen. De commissie...
Binnen vijf jaar claimen op sommenverzekering
Op grond van artikel 7:985 Burgerlijk Wetboek (BW) verjaart een rechtsvordering tegen de verzekeraar tot het doen van een uitkering uit hoofde van een sommenverzekering...
Autoverzekering onterecht beëindigd
Op basis van de door de verzekeraar gegeven informatie mocht de consument ervan uitgaan dat de autoverzekering onvoorwaardelijk was geaccepteerd door de verzekeraar....
Schending zorgplicht kan Rabo 126 mille kosten
Rabobank zal bidden dat deze cliënt niet vóór 1 augustus 2021 overlijdt... De Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) schat...
Aegon verhaalt terecht de onderzoekskosten op een vrouw die zich bezondigde aan verzwijging bij het afsluiten van een verzekering voor haar hond. Aldus de Geschillencommissie...