Vraag naar strafrechtelijk verleden niet voor meerdere lezingen vatbaar

Kifid 2017 (deel logo)

De stelling van consument dat de zinsnede ‘in aanraking komen’ uitsluitend ziet op het eerste contact tussen hem en politie of justitie in 2006 volgt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) niet. De vraag naar het strafrechtelijk verleden is naar het oordeel van commissie in Uitspraak 2018-353 helder, duidelijk en niet voor meerdere lezingen vatbaar.

De consument kwam in 2006 in aanraking met justitie wegens verboden wapenbezit. In juli 2009 werd hij veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf. In maart 2014 verzweeg de consument dit laatste bij de aanvraag van een autoverzekering bij NN. Op 24 april 2014 is de auto gestolen. Tijdens het onderzoek ontdekte NN de verzwijging. Zij weigerde een uitkering en nam de consument voor een periode van acht jaar op in de gebeurtenissenadministratie en het daaraan gekoppelde Intern Verwijzingsregister en voor een periode van vier jaar in het Incidentenregister en het daaraan gekoppelde Extern Verwijzingsregister.

Ten onrechte, meende de consument. Hij vatte de vraag ‘Bent u of is een andere belanghebbende bij deze verzekering in de laatste vijf jaar in aanraking geweest met de politie en/of justitie in verband met (verdenking van) het plegen van een misdrijf?’ zo op dat de verzekeraar vroeg wanneer hij in aanraking met politie of justitie is gekomen. Dit was in 2006. Voor zover de verzekeraar iets anders bedoelde te vragen, heeft hij een vraag gesteld in voor misverstand vatbare termen en dient dat voor zijn eigen rekening te blijven, aldus de consument.

Verder: de verzekeraar heeft niet willen vragen naar een misdrijf in verband met verboden wapenbezit, maar naar verkeers-, gewelds- of vermogensmisdrijven. De diefstal van de auto staat bovendien niet in verband met het justitiële contact van in 2006. Het is volgens de consument onaannemelijk dat de verzekeraar de verzekeringsaanvraag zou weigeren indien hij had geweten van het verboden vuurwapenbezit. 

De commissie maakt korte metten met deze argumenten en handhaaft de registraties. De Commissie is van oordeel dat "de feiten en omstandigheden de conclusie rechtvaardigen dat sprake is van opzet tot misleiding. Hierbij neemt de Commissie in overweging dat de verzekering tot stand is gekomen op de grondslag van een door Consument ingevulde vragenlijst en dat Verzekeraar gebruik heeft gemaakt van een eenduidige en scherpomlijnde vraagstelling. De bewoordingen van de vraag die door Consument onjuist is beantwoord laten naar het oordeel van de Commissie geen ruimte voor zijn stelling dat de vraag onduidelijk is".

Reactie toevoegen

 
Meer over
Aov-klant hield Klaverblad niet voor de gek

Aov-klant hield Klaverblad niet voor de gek

Klaverblad vindt dat een aov-klant die in 2006 enkele weken een medicijn gebruikte in het kader van rouwverwerking dit had moeten melden bij zijn aanvraag in 2013....

Adviseur moet kunnen aantonen dat klant weloverwogen keuze kon maken

Adviseur moet kunnen aantonen dat klant weloverwogen keuze kon maken

Een financieel adviseur moet kunnen aantonen dat hij de klant in staat heeft gesteld een weloverwogen keuze te maken. Anders heeft hij niet gehandeld zoals het een...

Adviseur niet schuldig aan afwijzen hypotheekaanvraag door geldverstrekker

Adviseur niet schuldig aan afwijzen hypotheekaanvraag door geldverstrekker

Goedkopehypotheek.nl kan niet worden verweten dat geldverstrekker ABN Amro de hypotheekaanvraag van de klagende consument afwees. Dat oordeelt de Geschillencommissie...

Klant moet heel specifieke vragen zelf stellen

Klant moet heel specifieke vragen zelf stellen

Een adviseur hoeft heel specifieke vragen van de klant niet te voorzien en pro-actief te beantwoorden, meent de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening...