Vergroen uw advies!
(door Toon Berendsen, VVP) Financieel adviseurs zijn ondernemers. En ondernemers kijken voortdurend naar kansen. Een mooie, absoluut ook maatschappelijk relevante kans biedt de verduurzaming. Vergroen uw advies!
Vereniging Eigen Huis (VEH) publiceerde onlangs vervolgonderzoek in hoeverre huizenkopers van hun dienstverleners informatie krijgen over het verbeteren van de energiezuinigheid van hun woning. Daaruit blijkt dat verduurzaming in de gesprekken van klanten met hypotheekadviseurs vaker aan bod komt dan twee jaar geleden. Maar nog steeds gaat het om een bescheiden percentage: 26 procent. Dat terwijl nota bene bij hypotheken extra ruimte is gecreëerd voor verduurzaming; de consument mag onder voorwaarden immers bijlenen juist om de woning te verduurzamen. Een aantal geldverstrekkers speelt op deze mogelijkheid inmiddels zelfs gericht in met de ‘verduurzaam hypotheek’.
Verder: waarom zou je als hypotheekadviseur niet willen bijdragen aan een betere wereld? Het onderzoek leest: “Indien dienstverleners het initiatief nemen om tijdens het contact met kopers concrete verduurzamingsmaatregelen te bespreken, heeft dit een licht positief effect op de mate waarin kopers energiebesparende maatregelen nemen: van 41 procent als er niet over verduurzamingsmaatregelen is gesproken, oplopend tot 48 procent als dienstverleners het initiatief nemen om over energiebesparende maatregelen te praten.” Dus het heeft wel degelijk effect als de dienstverlener het onderwerp aanroert.
En toch is er dus terughoudendheid bij zo’n driekwart van de hypotheekadviseurs. Een aantal oorzaken zijn uit het onderzoek te halen. Het rapport leest: “Negen op de tien woningeigenaren (89 procent) die op eigen initiatief in gesprek gaat met dienstverleners over verduurzamingsmaatregelen voert deze maatregelen ook daadwerkelijk uit. Zijn de verduurzamingsmaatregelen uitsluitend besproken op initiatief van de dienstverlener(s), voert maar 48 procent de maatregelen uit.” Verder vindt 64 procent dat de hypotheekadviseur vooral moet kunnen adviseren over de financiën. De klant, kortom, stapt in de eerste plaats naar de hypotheekadviseur om uit te vinden of hij het huis van zijn dromen kan betalen. En hij moet vooraf al enige interesse hebben in verduurzaming wil hij hier oren naar hebben.
Afknapper
De consument associeert de hypotheek- en in ruimere zin financieel adviseur dus niet zonder meer met vergroening. Sterker, een aantal klanten zit op groen financieel advies niet per se te wachten. Dat terwijl bijvoorbeeld de ‘verduurzaam hypotheek’ interessant voor ze kan zijn.
Wil je als financieel adviseur vergroenen, zul je het groene nadrukkelijk moeten uitstralen. Dat kan natuurlijk alleen als je het groene ook kunt waarmaken. En ook dat is misschien een verklaring voor de aarzeling bij adviseurs: zij missen de echte kennis van energiebesparing en verduurzaming. En een afknapper, zo blijkt uit de opmerking van een respondent in het VEH-onderzoek, is als een hypotheekadviseur over verduurzaming begint maar er vervolgens “niet veel van af blijkt te weten. Hij kon dus ook totaal geen advies geven omtrent duurzaamheid en/of meenemen van financiering hierin”.
Keuze
Enige kennis van zaken is dus wel vereist. Of je ook in staat moet zijn volwaardige adviezen energiesparing en verduurzaming te geven? Nee, tenzij de adviseur hiervoor kiest. Wat gebeurt, onder meer omdat er dan een nieuw verdienmodel ontstaat naast het geven van financieel advies. Er ontstaan ook formules die de adviseur hierbij ondersteunen. Zoals de onlangs gelanceerde licentieformule WoonPlus Adviseurs, opgericht door onder meer Marc Pullen (directeur-eigenaar Pullen & Partners Financieel Adviseurs).
Adviseurs die zich aansluiten, dienen een vierdaagse leergang te volgen alvorens zij actief kunnen worden als WoonPlus Adviseur. Na de leergang is de WoonPlus Adviseur “in staat in kaart te brengen of verbouwing van de woning (voor het levensloopbestendig maken, red.) zinvol is, wat de mogelijkheden zijn voor verduurzaming, een inschatting te maken van de kosten van verbouwing c.q. verduurzaming en de realisatie financieel in kaart te brengen”. Als de klant dat wil, neemt de adviseur tegen betaling de regiefunctie op zich met betrekking tot de uitvoering.
Veel financieel adviseurs zullen waarschijnlijk eerder kiezen voor het vergaren van afdoende basiskennis. En een netwerk onderhouden met specialisten voor detailvragen en uitvoering. Dat de consument daarbij transparantie wordt geboden over eventuele kickbacks, spreekt voor zich.
‘Groen advies vraagt om keuzes’
Lichtgroen
Is er een redelijk niveau van kennis aanwezig, dan is de adviseur er nog niet. Natuurlijk moet het kantoor zelf ook duurzaam zijn. Maar een groen advies omvat meer dan duurzaamheidsmaatregelen, zoals bij de woning. Als de adviseur werkelijk groen advies wil geven, moet hij gaan kijken naar de duurzaamheid van alle onderdelen. Hij moet gaan wegen hoe groen de verzekeraars zijn waar hij zaken mee doet. Waar beleggen ze in bijvoorbeeld? Huizen ze in energieverslindende kantoren? Doen ze moeite om hun carbon footprint te reduceren? En hoe groen zijn de producten van de verzekeraars eigenlijk? Hoe groen zijn de schadeherstellers waar de verzekeraars mee samenwerken? En moet je als adviseur nog wel advies over de autoverzekering willen geven aan de klant met een oude milieuvervuilende diesel? Enzovoort.
Wij zijn heel benieuwd naar de antwoorden op deze vragen. Het zou wel eens kunnen blijken dat de verzekeringsbranche nog niet eens lichtgroen is!
Wij hebben ook niet de illusie dat de individuele adviseur de vragen allemaal zelf kan beantwoorden. Er is een sectorbrede effort nodig. Ondertussen geldt natuurlijk wel: een betere wereld begint bij jezelf. Dus elke stapje van een financieel adviseur naar groener advies is er een.