Indemniteitsbeginsel

Rechtershamer via Pixabay

In het hoger beroep over een gezonken jacht (zie ook eerder bericht) beriep ASR zich onder meer op het indemniteitsbeginsel. Dit beginsel houdt in dat de verzekerde niet wezenlijk beter mag worden van een verzekeringsuitkering.

Volgens ASR was dat in dit geval aan de orde.

ASR stelde dat zij zich het recht had voorbehouden een beroep te doen op het indemniteitsbeginsel als in geval van totaal verlies de werkelijke waarde significant zou afwijken van de verzekerde waarde. Die situatie deed zich volgens ASR voor. Het jacht, met als verzekerde som 2.412.000 euro, stond volgens ASR te koop voor 1.250.000 euro, volgens haar zou de eigenaar voor een bedrag van 1.100.000 euro een jacht van hetzelfde model kunnen kopen.

Het Gerechtshof Amsterdam volgt ASR niet: "Uitgangspunt voor de beoordeling is dat de enkele omstandigheid dat de vermogenswaarde (‘dagwaarde’) van een verzekerde zaak voorafgaand aan het schadevoorval lager – ook significant lager – is dan de verzekerde aanschafwaarde nog niet betekent dat een uitkering op basis van de aanschafwaarde of nieuwwaarde in strijd komt met het indemniteitsbeginsel. Anders dan waarvan ASR uitgaat en onderbouwt met de (veronderstelde) verkoopwaarde of tweedehandswaarde van het jacht, strekt een schadeverzekering niet uitsluitend ertoe de vermogensschade van de verzekerde te vergoeden.

"Ook bij een aanzienlijke lagere dagwaarde van de verzekerde zaak voorafgaand aan het evenement is het immers goed mogelijk dat de schadelijke gevolgen van het evenement voor de verzekerde slechts kunnen worden weggenomen door een uitkering op basis van nieuwwaarde. Dat zal zich met name voordoen in het geval dat de functie die de verzekerde zaak voor de verzekerde heeft, meebrengt dat deze bij tenietgaan of beschadiging noodzakelijkerwijs moet worden vervangen, ook al overtreffen de kosten daarvan de dagwaarde zeer aanzienlijk.

"Een verzekering op basis van nieuwwaarde beoogt de verzekerde tot vervanging van de verzekerde zaak in staat te stellen. De strekking van een clausule als de onderhavige, een aanschafwaardegarantie, is mede om te voorkomen dat de verzekerde som niet toereikend is om de zaak te kunnen vervangen bij totaal verlies en zelfs de mogelijkheid dat daarover een geschil zou kunnen ontstaan te voorkomen. (Vergelijk: HR 10 december 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1176). Daar komt bij dat de door Eurolink te betalen premie was gerelateerd aan de verzekerde aanschafwaarde. Dit maakt dat het indemniteitsbeginsel terughoudend moet worden toegepast.

"ASR heeft als verzekeraar onder ogen gezien, althans behoren te zien, dat de werkelijke waarde van het jacht op het moment van een schadevoorval aanzienlijk zou kunnen afwijken van de aanschafwaarde daarvan, met name in een geval als het onderhavige waarin de schade intreedt jaren na de aanschaf daarvan en kort voor de afloop van de overeengekomen garantietermijn. Voor dat risico heeft ASR premie bedongen en ook ontvangen. Het hof is op grond van het over en weer gestelde van oordeel dat ASR geen beroep op het indemniteitsbeginsel toekomt."

 

Reactie toevoegen

 
Meer over
"provisie verdwijnt ook bij schadeverzekering"

"provisie verdwijnt ook bij schadeverzekering"

Ook bij schadeverzekeringen zal provisie verdwijnen. Dat voorziet Dik van Velzen (NIBE-SVV) in de nieuwe Beursbengel. Van Velzen: "Bij de meeste schadeverzekeringen...