Multinationale verzekeringsprogramma’s: maatwerk is nodig

1. 17 september 2020
2. 0 reacties

(door Chubb, Partner VVP) Steeds meer bedrijven zijn internationaal actief en dat zijn niet alleen meer de grote ondernemingen van deze wereld. De behoefte aan internationale verzekeringsprogramma’s om grensoverschrijdende risico’s te beheersen, neemt al jaren toe. Bij het opzetten van een internationaal verzekeringsprogramma komt veel kijken en er is een aantal belangrijke aandachtspunten om in ogenschouw te nemen. Welke zijn dat? Dit is deel een in een serie van drie artikelen.  

Jeroen den Tex, Major Accounts Segment Leader Benelux bij Chubb, geeft aan dat er geen one-size-fits-all-aanpak mogelijk is als het gaat om verzekeringsprogramma’s met dekking in meerdere landen. “Voor bedrijven zijn er globaal drie verschillende opties waarmee ze risico's in het buitenland kunnen afdekken, namelijk: een gedecentraliseerde aanpak met apart een polis in elk land, een wereldwijde aanpak met een polis met werelddekking en tenslotte een multinationaal programma met een paraplupolis (ook wel moeder- of masterpolis genoemd) in combinatie met lokale polissen.”

Voordelen en beperkingen

Iedere optie heeft voordelen en beperkingen:

Bij een gedecentraliseerde aanpak met een aparte, stand-alone polis voor elk land is de dekking afgestemd op lokale behoeften en marktpraktijken. Maar deze aanpak is meestal wel tijdrovend, kostbaar en moeilijk te coördineren en te controleren.

Een wereldwijde aanpak met één polis met werelddekking is eenvoudig te implementeren, maar kan voor problemen zorgen op het gebied van schade en compliance.

Een multinationaal programma met een masterpolis en lokale polissen biedt goede controle en een consistente dekking die compliant is met afwijkende lokale juridische aspecten, maar vereist goede coördinatie tussen klant, makelaar en verzekeraar. Zo is het van belang om goed inzicht te hebben in de relatie tussen lokale polissen en de masterpolis, bijvoorbeeld met betrekking tot de lokale limiet ten opzichte van de masterlimiet.

“Voor wereldwijde programma’s bestaat er geen kant-en-klare oplossing”, zo stelt Den Tex. “De dekking moet altijd worden aangepast aan de behoeften van de klant en de bedrijfsstructuur. Als je bijvoorbeeld een centraal programma wilt implementeren bij een gedecentraliseerd bedrijf, heeft dat weinig kans van slagen. Het is belangrijk dat het programma is afgestemd op zowel de doelstellingen als de beperkingen van het bedrijf”, legt hij uit.

Bijzondere risico's

Wereldwijde programma’s kennen dus uitdagingen, maar blijken volgens Den Tex voor steeds meer bedrijven op steeds meer manieren uitkomst te bieden. Bedrijven met een dergelijk programma zijn beter in staat om zich aan te passen aan lokale uitdagingen zoals specifieke regelgeving of politieke omstandigheden.

 "Multinationals dekken hun brand- en aansprakelijkheidsrisico’s vaak al jaren af binnen dergelijke internationale programma’s”, vertelt hij. "Maar we zien de laatste tijd dat steeds vaker bijzondere risico’s, zoals cyber-, terrorisme- en milieurisico’s hierin worden meegenomen. Ook zijn het al lang niet meer alleen multinationals die de voordelen van deze programma’s zien”, voegt hij toe, “ook steeds meer kleinere bedrijven die internationaal actief zijn, kiezen hiervoor. Voor elke internationaal opererende organisatie, groot en klein, is het belangrijk om een verzekeraar te kiezen, die over het juiste netwerk beschikt en de middelen en expertise in huis heeft om een optimaal wereldwijd programma op te zetten.”

Dit artikel is het eerste in een reeks van drie artikelen over multinationale verzekeringsprogramma’s. Deel twee, over compliance en schade, zal 25 september gepubliceerd worden.  Deel drie, over verzekerbaar belang en verschillen in voorwaarden en limieten, verschijnt 2 oktober.

 

 

Partner van dit artikel

Reactie toevoegen

Naam

E-mailadres

Reactie

Organisatie

Telefoonnummer

VVPVIP HypothekenVVP Innovatie PlatformVIP SchadeVVP Twitter

Toevoegen 

Meer over

• chubb
• Partner VVP