Fiscale claim niet verzilverd...

Zilveren baren

Uit het arrest Kostov kan niet worden afgeleid dat een btw-plichtige natuurlijke persoon zonder meer elke incidentele handeling onder bezwarende titel verricht in de hoedanigheid van ondernemer. Dat oordeel velt de Hoge Raad.

Belanghebbende verricht zelfstandig tegen vergoeding juridische werkzaamheden jegens derden en is uit dien hoofde ondernemer in de zin van artikel 7, lid 1, van de Wet op de omzetbelasting 1968. In december 2011 heeft zij baren zilver gekocht om die te zijner tijd onder gunstige omstandigheden te verkopen.
Belanghebbende heeft de ter zake van de levering van het zilver aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting teruggevraagd. De Inspecteur heeft dit verzoek om teruggaaf bij beschikking afgewezen.
Terecht, vindt ook de Hoge Raad.

De Raad: “De middelen betogen onder meer dat het Hof heeft miskend dat uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 13 juni 2013, Galin Kostov, C 62/12, ECLI:EU:C:2013:391, volgt dat tot de economische activiteit van een belastingplichtige behoort elke incidenteel verrichte handeling onder bezwarende titel, en dat dit ook geldt voor belanghebbende wanneer zij op enig moment het zilver verkoopt.

“In het arrest Kostov verklaarde het Hof van Justitie voor recht dat een natuurlijke persoon die voor zijn activiteiten als zelfstandig gerechtsdeurwaarder reeds is onderworpen aan de btw, ook voor elke andere economische activiteit, die hij incidenteel verricht, als ‘belastingplichtige’ moet worden aangemerkt, mits deze activiteit een activiteit is in de zin van artikel 9, lid 1, tweede alinea, van BTW-richtlijn 2006. In deze tweede alinea worden als economische activiteit aangewezen alle werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter, met inbegrip van de winning van delfstoffen, de landbouw en de uitoefening van vrije of daarmede gelijkgestelde beroepen alsmede de exploitatie van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen.

“Het is buiten redelijke twijfel dat enkel het incidenteel aankopen van baren zilver om deze op enig moment te verkopen niet een in artikel 9, lid 1, tweede alinea, van BTW-richtlijn 2006 bedoelde werkzaamheid of exploitatie van een lichamelijke zaak vormt.”

Reactie toevoegen

 
Te (luipaard)bont...

Te (luipaard)bont...

De Hoge Raad volgt de eerdere uitspraak dat geen giftenaftrek geldt voor aan een museum geschonken voorwerpen gemaakt van luipaardbont. Belanghebbende heeft in...

Fiscaliteit niet alleen in cijfers maar ook in woorden goed uitwerken

Fiscaliteit niet alleen in cijfers maar ook in woorden goed uitwerken

 Omdat hij de fiscaliteit niet ook goed in woorden had uitgewerkt, laat de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening een hypotheekadviseur 500 euro...