Blijf vooral bevlogen

1. 14 november 2023, door Toon Berendsen
2. 0 reacties

De vorige afleveringen van Uit de adviespraktijk sprak VVP met André van Luijk op zijn advieskantoor in Rotterdam, dit keer is de locatie een heel andere: de boerderij van zijn broer Peter in Westbroek. Een heel andere, veel relaxtere omgeving. André: “In de stad is iedereen gejaagd, hier ervaar je nog echt de rust van het groen.”

André is niet de financieel adviseur van Peter, die met de financiële sector eigenlijk niet zoveel te maken heeft. De boerderij is niet afhankelijk van financiering door de bank. Daar is hij blij mee, want “banken lenen niet zo makkelijk meer geld aan boeren, nu de stikstofproblematiek als een zwaard van Damocles boven agrarische bedrijven hangt. Ik wil graag een melkrobot, omdat dit efficiënter is dan de melkput die we nu hebben en opdat ik mijn tijd beter kan indelen. Dan heb je het over een investering van zo’n 150.000 euro, nog even los van de benodigde verbouwing van de stal. Ik zou de voorkeur hebben om dit middels financial lease aan te schaffen om zo voldoende cash flow te behouden om te kunnen ondernemen. Over het algemeen is dan een bepaald percentage aan aanbetaling vereist en resterend moet dan over 60 of 72 maanden afgelost worden. Dit is in de transportwereld heel gebruikelijk bij de aanschaf van materieel.”

Veel meer is André sparring partner. André: “Uiteindelijk draait alles om ondernemerschap. En 80 procent van de uitdagingen zijn voor alle ondernemers hetzelfde.”

Vrachtwagenchauffeur

Het was niet per se Peters ambitie om boer te worden. “Ik ben begonnen als vrachtwagenchauffeur. In 2011 besloot ik eigen rijder te worden. Inmiddels heb ik een transport- en expeditiebedrijf met drie vrachtwagens en we plannen wekelijks diverse charters die voor ons rijden. Daarnaast regelen we met ons expeditiebedrijf zendingen wereldwijd.

“Ik ben getrouwd met de enige dochter van boer Kees en Wilma van den Broek. Geleidelijk ben ik ook steeds meer op de boerderij gaan werken. Sinds vijf jaar zijn we bezig de boerderij over te nemen, we gaan hier ook wonen. Ik had altijd al wel iets met boeren. Als kind speelden André en ik veel bij boeren op het erf.

“Wij hebben 40 melkkoeien. Daarmee zijn we een bescheiden speler. Wij zouden volgens de wet- en regelgeving 72 koeien mogen hebben, maar groter is niet altijd beter. Groter wil niet zeggen dat je meer verdient. Je kosten worden immers ook hoger. Het is dan nog maar de vraag of je onder de streep meer overhoudt.

“Wij zoeken het eerder in diversificatie. Bij ons kun je de evenementenruimte ‘De Dassenburcht’ boe ken voor een feest of bijeenkomst. Dit loopt zeker in de weekenden heel goed, zonder dat we er speciaal reclame voor maken. We laten nu wel een bedrijfsfilm maken om op internet te zetten, om ook gedurende week meer bedrijven en andere organisaties naar de locatie te trekken voor vergaderingen. We willen ook graag enkele recreatiewoningen op ons terrein plaatsen om zo ook een verdienmodel voor de toekomst te behouden. Dat is nog niet zo makkelijk, omdat er allerlei regels gelden. Ik snap dat er regels zijn, maar het zou niet zo moeten zijn dat zij initiatieven dood slaan. Het kabinet wil dat er minder wordt geboerd. Dan moet je boeren wel de ruimte geven om alternatieve inkomstenbronnen aan te boren.”

Oneerlijk

De stikstofproblematiek weegt zwaar op de agrarische sector. Peter vertelt dat hij ook een keer met de trekker de snelweg op is gegaan, hoewel demonstreren niet zo in zijn aard ligt. “Laten we vooral in gesprek blijven. Maar het voelt nog steeds oneerlijk hoe wij als boeren worden behandeld.”

Op het moment van het schrijven van dit artikel was net bekend geworden dat Schiphol nog even onverminderd mag blijven doorvliegen, mede doordat de luchthaven boerderijen in de buurt en daarmee stikstofrechten heeft opgekocht. Van Luijk vindt het principieel onjuist dat industriële bedrijven op die manier hun positie veilig kunnen stellen. “Ik vind dat als boerderijen worden opgekocht, de stikstofrechten binnen de agrarische sector moeten blijven. Er is een omrekenfactor om NH3 tegen Nox uit te wisselen, maar dat is in mijn ogen nog steeds een oneigenlijke manier voor de industriële sector om hun stikstofuitstoot af te kopen.” Van Luijk vindt dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet nemen, ook de boeren. “Het is zaak dat we zoveel mogelijk lokaal gaan produceren. Het is bizar om te zien hoeveel goede producten wij exporteren en hoeveel inferieure producten wij importeren. Dat geldt ook voor ons voedsel. Sowieso denk ik dat je minder afhankelijk zou moeten willen zijn van het buitenland. Als land moet je toch redelijk zelfvoorzienend zijn, helemaal als het gaat om het voedsel.”

Provisieverbod

André vindt het wel ‘stoer’ wat zijn broer doet als boer (en als transporteur/expediteur). “Het zijn geen gemakkelijke bedrijfstakken om in te werken. Transportbedrijven merken het vaak als eerste als de economische activiteit minder wordt. Het is bovendien een zeer concurrerende markt. Ik zie daar wel een parallel met de markt van hypotheekadvies. Daar concurreer je ook sterk op tarief.”

André vindt dat wet- en regelgeving boeren letterlijk verstikken. “Over tien, vijftien jaar vinden we waarschijnlijk dat het allemaal doorsloeg. Maar dan is de schade al geleden. Maar dit is hoe die maatschappelijke processen werken. Het is hetzelfde verhaal als van het provisieverbod. Advies is onbereikbaar geworden voor mensen met een kleine portemonnee. Overlijdensrisicoverzekeringen en andere inkomensbescherming, typisch brengproducten, worden nauwelijks meer gesloten. Er is voor gewaarschuwd door de sector, maar het is toch gebeurd. Nu het kalf verdronken is, probeert de AFM met voorlichting de put nog enigszins te dempen.”

Overigens gelooft André dat niemand nu nog terug zou willen naar de situatie van voor het provisieverbod. “Ook niet de adviseurs die tot op het laatst hun hakken in het zand hebben gezet en soms nog steeds lopen te klagen. Ik vind het heel belangrijk dat de boeren zich laten zien. Als in de zorg medewerkers te weinig salaris krijgen, gaan ze gelijk de straat op. Boeren zijn van nature geneigd op hun erf te blijven. Dus laat vooral van je horen. Maar speel ondertussen ook in op de veranderingen. Dat bewonder ik aan mijn broer, dat hij nieuwe wegen en oplossingen probeert te vinden. Dat is iets wat we allebei hebben: niet blijven hangen in het probleem, maar kijken hoe je het probleem kunt oplossen.”

Coöperatieve expertdesk

André zelf neemt ook graag het initiatief. Zo is hij onlangs gestart met een coöperatieve expertdesk. André: “Onze coöperatie, met beperkte aansprakelijkheid, fungeert voornamelijk als een faciliterende entiteit voor adviseurs. De leden van de coöperatie maken gebruik van Bureau Van Luijk als hun centrale organisatie met een gedeelde vergunning. Via Bureau Van Luijk krijgen ze toegang tot geldverstrekkers en kunnen ze hun klanten van dienst zijn. Bovendien hebben we actieve zorgplichtmaatregelen, wat resulteert in sterke klantenbinding en veel doorverwijzingen. Zowel startende ondernemers als bestaande ondernemers zijn welkom om zich bij ons aan te sluiten. Als lid van de coöperatie ben je verantwoordelijk voor je eigen klanten, maar je werkt ook nauw samen door kennis, opleidingen en trainingen te delen. Zelfs tijdens vakanties kun je blijven samenwerken, waardoor je dossiers kunt overdragen. We hebben een gemeenschappelijke uitstraling en werkwijze die we gezamenlijk ondersteunen.

“De snel veranderende regelgeving, steeds hogere eisen van klanten en de opkomst van digitalisering (zoals kunstmatige intelligentie, brondata en big data) maken het steeds uitdagender om als individuele adviseur op hoog niveau te blijven presteren. Door samen te werken binnen een solide structuur met andere ondernemers kunnen we effectiever optreden richting geldverstrekkers en kunnen we bouwen op een sterke professionele basis.”

Foto: Peter van Luijk (links) en André van Luijk (fotograaf: Peter Beemsterboer).

Reactie toevoegen

Naam

E-mailadres

Reactie

Organisatie

Telefoonnummer

VVPVIP HypothekenVVP Innovatie PlatformVIP SchadeVVP Twitter

Toevoegen 

Meer over

• Uit de adviespraktijk