Nieuw forfaitair systeem nivelleert
Na jaren van kritiek wijzigt in belastingjaar 2017 eindelijk de vermogensbelasting. De spaartarieven zijn al jaren aan het dalen en ook de beleggingsrendementen hielden niet over. Het systeem moest op de schop: gemakkelijker én eerlijker. Maar of dat nou gelukt is?
De basisheffing blijft 30 procent, het fictieve rendement wordt vanaf 2017 gekoppeld aan zogenaamde ‘werkelijk behaalde rendementen’. Voor de berekening is warempel onderscheid gemaakt tussen een spaardeel en een beleggingsdeel.
Het nieuwe systeem lijkt te mooi om waar te zijn en dat is het dan ook. De pijlers onder dit nieuwe systeem bestaan uit een aantal discutabele vooronderstellingen. Het belastbare vermogen wordt gestaffeld: hoe groter het vermogen, des te meer vermogensbelasting er wordt geheven. Dat komt omdat de overheid veronderstelt dat mensen met een groot vermogen meer beleggen en dat het beleggingsdeel per definitie een hoger rendement oplevert.
Maar niet iedereen die vermogen in box 3 bezit, belegt. Er zijn talloze goede redenen te bedenken om dat niet te doen. Veronderstellen dat een hoger vermogen altijd voor een deel uit beleggingen bestaat, is onzinnig. Er is simpelweg geen aanwijsbare correlatie tussen de omvang van iemands beleggingen en het behaalde rendement. Jammer dan; de overheid meent blijkbaar dat beleggingen altijd een hoog rendement opleveren en negeert het feit dat de statistieken een tegengesteld beeld laten zien.
En zo gigantisch hoog hoeft je vermogen niet te zijn om hier last van te hebben. Een vermogen tot een ton wordt al geacht voor een deel -forfaitair-belegd te zijn in een mix van één derde beleggingen en twee derde sparen. De meer gefortuneerden met een vermogen tussen een ton en een miljoen zouden blijkbaar vier vijfde horen te beleggen en slechts een vijfde te sparen. Voor de rijken onder ons is sparen blijkbaar helemaal ondenkbaar: met een vermogen van meer dan een miljoen euro wordt aangenomen dat u alles belegd heeft. Het is maar dat u het weet. U wordt er door de overheid op afgerekend, ook al spaart u zich een ongeluk.
Het fictieve rendement op spaargeld wordt berekend op basis van het 5-jaars voortschrijdend gemiddelde van de -dagelijks opvraagbare-spaarrente. De periode die voor het belastingjaar 2017 wordt genomen, is die van 2011-2015. De gemiddelde spaarrente bedroeg toen nog 1,7 procent; een percentage waarvan u anno 2017 alleen nog maar kunt dromen.
Het forfaitaire lange-termijnrendement van het eveneens forfaitaire beleggingsdeel komt tot stand door het 15-jaars gemiddelde te berekenen van drie gewogen componenten: aandelen (33 procent), onroerende zaken (53 procent) en obligaties (14 procent). Ook deze onderverdeling is ronduit arbitrair.
‘Het nieuwe systeem lijkt te mooi om waar te zijn en dat is het ook’
Dat leidt dan allemaal tot nieuwe belastingpercentages die u mag gaan betalen over uw vermogen. En mocht u denken dat die oude 1,2 procent al fors was, boven de ton bent u vanaf nu aanzienlijk slechter uit. Tot een ton komt u uit op 0,86 procent, bij een fictief rendement van 2,87 procent. Tussen een ton en een miljoen wordt u verondersteld 4,60 procent rendement behaald te hebben en mag u 1,38 procent aftikken. Boven het miljoen maakt u volgens vadertje staat jaarlijks 5,39 procent rendement op uw vermogen en wordt u aangeslagen voor 1,62 procent.
Het kantelpunt ligt ongeveer op 350.000 euro. Daarboven hakt de vermogensbelasting er fors in. Nivellering kan een gewenst doel zijn, maar zeg dat dan ook gewoon. Dat is pas f(orfait)air!
Reactie toevoegen
Editie
Meer over
(Vanja Bentum, MoneyView, in VVP 6-2023) De markt van verzekeringen is continu in beweging. Soms worden punten van discussie platgeslagen door het Verbond van...
Grote premieverschillen voor jonge bromfietsbestuurders
"Hoewel dit niet direct leeftijdsdiscriminatie te noemen is, weren verzekeraars in de praktijk jongeren door zeer hoge premies te vragen." Aldus MoneyView bij de...
Verzekeringen winnen opnieuw DIL-strijd
Uit DIL-onderzoek van MoneyView blijkt dat in polissen de stijgende marktrentes sneller worden doorberekend dan in de bancaire tegenhangers. Het bureau: “De...
MoneyView in VVP 5-2023: nieuwe pijnlijke dossiers
In de nieuwe VVP (5-2023) staat Martin Koot van MoneyView stil bij de weer opgelaaide woekerpolisaffaire en nieuwe pijnlijke dossiers. Koot merkt op dat financieel...
Let op: deze column is moeilijk leesbaar
(Martin Koot, MoneyView, in VVP 5-2023) En ineens zijn ze weer in het nieuws: woekerpolissen! Eind september deed het Gerechtshof Den Haag uitspraak in het hoger...
Pensioen en de onwil om het te willen begrijpen
(Dion van der Mooren van MoneyView in VVP 4, 2023) Het heeft even geduurd, maar de nieuwe pensioenwet (Wtp) is eindelijk aangenomen. Een van de gevolgen van deze...
MoneyView: hypotheken meer geschikt voor verduurzaming
Steeds meer geldverstrekkers passen hun producten aan om verduurzaming te vergemakkelijken en te stimuleren, zo blijkt uit het Special Item Hypotheken van MoneyView. Het...
Wij zijn nog lang niet overbodig
(Pepijn van Kleef van MoneyView in VVP 4) Al dertig jaar is MoneyView in de financiële sector de noodzakelijke luis in de pels. MoneyView werd opgericht om...
(Peter Post, MoneyView, in VVP 3, 2023) Actieve provisietransparantie moet van de afdeling advies van de Raad van State terug naar de tekentafel van het kabinet....
MoneyView: grote verschillen in dekking scheidingsmediation
Scheidingsmediation is bij driekwart van de rechtsbijstandverzekeringen standaard of optioneel meeverzekerd. Of en wanneer je daar gebruik van mag maken, verschilt...