Kinderalimentatie door coronacrisis getroffen restauranthouder tijdelijk verlaagd

Restaurant leeg via Pixabay

De Rechtbank Gelderland verlaagt tijdelijk de kinderalimentatie van een man die door de coronacrisis niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De man stelde dat zijn inkomen is gewijzigd als gevolg van de uitbraak van het coronavirus en de sluiting van de horeca.

De rechtbank is van oordeel dat de man “voldoende onderbouwd heeft aangetoond dat de winstprognose over het jaar 2020 52.950 euro is. De vraag is vervolgens of er gemiddeld moet gaan worden met de behaalde winst uit de voorliggende jaren. Uit de informatie van de man volgt dat sprake is van sterk teruglopende inkomsten, die niet volledig gecompenseerd worden met de overheidssteun en het aanbieden van afhaalmaaltijden. In het jaar 2016 was het resultaat namelijk 78.357 euro, in het jaar 2017 87.267 euro, in het jaar 2018 74.983 euro en in 2019 87.126 euro. De prognose over 2020 bedraagt zoals gezegd 52.950 euro, waarvan een bedrag van ruim 15.000 euro overheidssteun is.

“Gegeven deze cijfers zal de rechtbank afwijken van het uitgangspunt dat bij ondernemers wordt uitgegaan van een gemiddelde winst over de afgelopen drie jaren. Daarmee wordt normaal gesproken tegemoet gekomen aan de normale schommelingen in de winst van een onderneming en wordt er rekening gehouden met ‘mindere’ jaren. De rechtbank is van oordeel dat in dit specifieke geval moet worden afgeweken van dat uitgangspunt. Die jaren zijn namelijk niet representatief voor zijn huidige draagkracht. De bijzondere omstandigheden van de gevolgen van de coronapandemie voor zijn onderneming, maken dat het jaar 2020 naar het oordeel van de rechtbank buiten de normale fluctuatie van de behaalde winst valt. De rechtbank weegt daarbij ook mee dat een te hoge alimentatieverplichting het voortbestaan van het restaurant in gevaar kan brengen. De man heeft onbetwist verklaard dat hij momenteel alle zeilen moet bijzetten om het restaurant overeind te houden. Onder andere heeft de man de echtelijke woning moeten verkopen en is hij diverse leningen aangegaan. Het is ook in het belang van de vrouw en de kinderen dat de man ook in de toekomst aan zijn onderhoudsverplichting kan blijven voldoen. De conclusie is dan dat de rechtbank de geprognosticeerde winst over 2020 tot uitgangspunt neemt bij het beoordelen van de draagkracht van de man.

“De rechtbank ziet geen reden om af te wijken van het forfait woonlasten. Het rekensysteem ten behoeve van kinderalimentatie rekent met een forfaitair bedrag aan woonlasten, waarbij wordt uitgegaan dat het redelijk is dat iemand 30 procent van zijn netto besteedbaar inkomen aan woonlasten mag uitgeven. De man heeft verklaard dat hij zijn woning weliswaar heeft verkocht, maar dat hij ook weer een nieuwe woning zal gaan kopen. De vrouw heeft daar tegenover geen bijzondere omstandigheden aangevoerd waarom in dit geval van het forfaitaire systeem zou moeten worden afgeweken.”

Per 1 april 2020

De man verzocht de wijziging van de kinderalimentatie in te laten gaan per 1 april 2020. Dit sluit aan bij de datum waarop de restaurants vanwege de maatregelen rondom de uitbraak van het coronavirus hun deuren moesten sluiten. De rechtbank gaat hier in mee: “Het uitgangspunt is dat de rechtbank terughoudend dient te zijn met het wijzigen van onderhoudsverplichtingen die zien op een periode die ligt in het verleden. In de praktijk wordt een ingangsdatum doorgaans niet voor de datum van indiening van het verzoekschrift vastgesteld. De rechtbank ziet in de bijzondere omstandigheden van de man reden om dat in dit geval wel te doen. Duidelijk is dat de onderneming van de man hard is getroffen door de overheidsmaatregelen. De man heeft gesteld te wachten met de indiening van een wijzigingsverzoek, omdat onduidelijk was hoe lang de sluiting van de horeca zou duren en in de zomerperiode de maatregelen versoepeld werden en de omzet weer wat leek toe te nemen. Omdat de gevolgen van de uitbraak van het virus langer duren dan hij verwacht had, verzoekt hij een eerdere ingangsdatum te bepalen. De rechtbank acht deze redenering van de man begrijpelijk. Hij heeft als het ware geprobeerd om het nog even uit te zingen. Nu blijkt dat dat niet lukt, zal de rechtbank de ingangsdatum bepalen op 1 april 2020, in aansluiting bij de sluiting van de horeca. Vanaf 2022 acht de rechtbank de man in staat om zijn inkomen weer op het oude niveau te krijgen.”

Reactie toevoegen

 
Meer over
Strafrechtelijke veroordeling mocht worden genoemd maar niet verwerkt

Strafrechtelijke veroordeling mocht worden genoemd maar niet verwerkt

(Rechtspraak) Promovendum mocht tegenover een klant refereren aan de strafrechtelijke veroordeling van de contra-expert die de klant wilde inschakelen. Promovendum...

Bv moet btw aan reparateur betalen

Bv moet btw aan reparateur betalen

(Rechtspraak) Reparatie aanrijdingsschade. De vordering op de verzekeraar is gecedeerd aan de reparateur. De verzekeraar vergoedt de btw niet, omdat de auto op naam...

Rechtbank slaat eis Golden Egg stuk

Rechtbank slaat eis Golden Egg stuk

(Rechtspraak) Losse bouwmaterialen kunnen niet aangemerkt worden als functionele inrichting. Geen verzekeringsdekking na brandschade. Op 16 april 2020 is brand...

Werkgever na ongeval aansprakelijk, of er nu wel of geen arbeidsovereenkomst is

Werkgever na ongeval aansprakelijk, of er nu wel of geen arbeidsovereenkomst is

(Rechtspraak) Een pizzakoerier krijgt tijdens het bezorgen een eenzijdig auto-ongeval. Hij bespreekt de pizzeria (op grond van artikel 7:658 BW subsidiair artikel...

Oranje bitter…

Oranje bitter…

(Rechtspraak) NN moet 44.800 euro meer vergoeden aan een organisatie van evenementen dan zij in eerste instantie deed. Tot dat oordeel komt de Rechtbank Den Haag. In...

Vermoeden van ADHD volstaat om aanvraag af te mogen wijzen

Vermoeden van ADHD volstaat om aanvraag af te mogen wijzen

(Rechtspraak) Ook in hoger beroep luidt het oordeel dat appellant zich had moeten realiseren dat zijn klachten - concentratieproblemen, onrust en impulsiviteit -...

Tussenpersoon is geen medisch adviseur

Tussenpersoon is geen medisch adviseur

(Rechtspraak) Eiser – beticht van schending van de mededelingsplicht - stelt zich op het standpunt dat het op de weg van de tussenpersoon had gelegen om hem...

Verzekeraar mag tijd nemen om verzwijging aan te tonen

Verzekeraar mag tijd nemen om verzwijging aan te tonen

(Rechtspraak) Het gaat in deze zaak om de vraag op welk moment de termijn van twee maanden begint te lopen waarbinnen een verzekeraar een beroep op verzwijging kan...

Adviseur laat veel steken vallen, moet 2,5 ton vergoeden

Adviseur laat veel steken vallen, moet 2,5 ton vergoeden

(Rechtspraak) Een financieel adviseur liet nogal wat steken vallen: onderverzekering, ontbreken milieuschadeverzekering, inventarisverzekering, rechtsbijstandsverzekering...

Unigarant struikelt over ‘bostuin’

Unigarant struikelt over ‘bostuin’

(Rechtspraak) Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch laat Unigarant in hoger beroep alsnog 139.000 tuiinschade vergoeden. Anders dan Unigarant meent, sloten de polisvoorwaarden...