Nabeschouwing zorgplicht financieel adviseur bij gedaalde ORV-premies

Chris de Bruin nieuw

Door adviseur Chris de Bruin van Bureau mr. de Bruin uit Amerongen

Op 2 september 2019 deed de Geschillencommissie van het Kifid een uitspraak (nr. GC2019-623) die de gemoederen van de gemiddelde financieel adviseur hevig beroerde. Er werd toen bepaald, dat de adviseur die zijn cliënten niet wijst op de sterk gedaalde premies voor overlijdensrisicoverzekeringen, zowel zijn publiekrechtelijke zorgplicht (artikel 4:20 WFT) als zijn civielrechtelijke zorgplicht (artikel 7:401 BW) schendt en dus aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade. Overigens werd bij diezelfde uitspraak geen schade aangetoond, waardoor er per saldo door de financieel adviseur geen vergoeding voor de klant aan de orde kwam, maar de essentie van de uitspraak was dat alle adviseurs dus vanaf dat moment wisten dat zij hun klanten moesten wijzen op premiedalingen in de markt.

De desbetreffende adviseur ging in beroep tegen deze uitspraak en op 28 mei 2020 deed de Commissie van Beroep van het Kifid uitspraak. Daarbij werd beslist dat de financieel adviseur noch op basis van zijn publiekrechtelijke zorgplicht, noch op basis van zijn (algemene, toevoeging van CdB) civielrechtelijk zorgplicht, gehouden is zijn klant te wijzen op algemene marktontwikkelingen, zoals een premiedaling voor producten zoals ook die klant die heeft. Met dank aan de collega die in beroep ging!

Juridisch kader publiekrechtelijke zorgplicht

Van belang zijn de leden 1 en 3 van artikel 4:20 WFT. Kort samengevat staat er in lid 1 dat de adviseur zijn klant voorafgaand aan de dienstverlening dient te informeren over het te sluiten product, voor zover die informatie belangrijk is voor die klant. Lid 3 voegt daaraan toe dat ook tijdens de looptijd van het eenmaal afgesloten product, belangrijke wijzigingen in de informatie bedoeld in het eerste lid (cursivering van CdB) voor zover die wijzigingen redelijkerwijs relevant zijn voor de klant, aan de klant moeten worden gemeld.

Uit de uitspraak van de Commissie van Beroep blijkt dat de Geschillencommissie destijds geheel voorbij gegaan is aan de hiervoor geplaatste cursivering. Er moet dus sprake zijn van wijzigingen in de informatie die in de precontractuele fase aan de klant is verteld. En dat is dus informatie, waardoor de klant steeds op de hoogte is van wijzigingen met betrekking tot het concrete product. Niet informatie over andere producten, ook niet als die soortgelijk zijn aan het concrete product. En al helemaal niet informatie over marktontwikkelingen in het algemeen, ook al hebben die betrekking op hetzelfde product als dat de klant heeft. En daar ging het om in dit dossier.

Juridisch kader civielrechtelijke zorgplicht

Wat ik hiervoor vermeldde met betrekking tot de publiekrechtelijke zorgplicht, geldt ook voor de civielrechtelijke zorgplicht, met een belangrijke aantekening daarbij. Eerst de essentie uit de uitspraak van de Commissie van Beroep, die samengevat als volgt luidt: In het algemeen hebben adviseurs een nazorgplicht om de klant tijdig te wijzen op feiten die de adviseur bekend zijn geworden en die van belang zijn voor de dekking van verzekeringen die tot de portefeuille van de adviseur behoren. Premiedalingen in de markt hebben echter geen gevolgen voor de dekking van het lopende product van de klant, zodat het melden van die premiedalingen niet onder de nazorgverplichting van de adviseur valt.

Onder 6.7 van de uitspraak volgt echter wel een belangrijk punt en dat is het volgende. In de basis heeft de adviseur geen civielrechtelijke zorgplicht om algemene marktontwikkelingen die niet van invloed zijn op de producten van zijn klant, te melden. Een dergelijke nazorgplicht kunnen adviseur en klant echter wel degelijk overeenkomen, en uiteraard geldt dan die overeenkomst boven de wettelijke regeling. Dus collega’s: heeft u een nazorgabonnement afgesloten met uw klant waarin u (wellicht in een onbedoeld royale bui) allerlei algemene verplichtingen uwerzijds met betrekking tot marktontwikkelingen in uw dienstverlening heeft opgenomen? Of zijn die daar redelijkerwijs onder te scharen? Ik zou er nog maar eens goed naar kijken, want a contrario aan deze uitspraak redenerend betekent dat dus dat u daar in dat geval wel degelijk aan gehouden bent. Misschien is voor de zekerheid een uitsluiting in uw dienstverlening van algemene marktontwikkelingen een goed idee (of nog beter: voeg die toe aan het rijtje 'wat doen we niet?', dat u ongetwijfeld al heeft opgenomen).

Slotsom

Voor veel adviseurs zal gegolden hebben dat na de uitspraak van de Geschillencommissie het hek in beginsel van de dam was. Want hoever zou het melden van die algemene marktontwikkelingen gaan? Moesten we bij iedere aanbieder die zijn premies zou verlagen, meteen op een holletje naar onze klant gaan? En wat nou als het niet ging om een premieverlaging, maar om een voorwaardenverbetering tegen ongeveer dezelfde premie? Gelukkig is die onzekerheid nu van de baan. Wat niet wegneemt, dat een fatsoenlijk werkende adviseur natuurlijk wel degelijk kijkt naar wat er om hem heen gebeurt en dat verwerkt in zijn dienstverlening. Maar wel op het goede moment en niet nog nét op tijd om onredelijke pogingen tot schadeclaims te voorkomen. Die vanzelfsprekende dienstverlening is immers de kern van een goede band tussen de klant en ons? Naleving van zorgplicht is daar maar een heel klein onderdeel van.

Reactie toevoegen

 
Geen disculperende stilstand

Geen disculperende stilstand

(Kifid-uitspraak GC 2024-.0061) De consument is betrokken geweest bij een aanrijding met een scooterrijder. Hij is van mening dat de scooterrijder, verzekerde van...

ORV splijt ex-partners

ORV splijt ex-partners

(Kifid-uitspraak GC 2024-0062) Consument is het niet eens met het feit dat zijn ex-echtgenote een overlijdensrisicoverzekering op zijn leven heeft gesloten. Hij...

Hypotheekadviseur bewaakte tijdlijnen onvoldoende

Hypotheekadviseur bewaakte tijdlijnen onvoldoende

(Kifid-uitspraak GC 2024- 0053) De consument heeft de adviseur ingeschakeld voor advies over en bemiddeling bij het oversluiten van zijn hypotheek en het verkrijgen...

Sector geeft Kifid ruime voldoende

Sector geeft Kifid ruime voldoende

Financiële dienstverleners zijn in 2023 onverminderd tevreden over het financiële klachteninstituut Kifid. Zij waarderen Kifid met een 7,4 gemiddeld. Ruim...

Hypotheekadviseur moet bijna veertien mille vergoeden

Hypotheekadviseur moet bijna veertien mille vergoeden

(Kifid-uitspraak GC 2024-0040) Toen de consument advies vroeg voor de aanvraag van een hypothecaire geldlening, ging de adviseur ervan uit dat de consument en zijn...

Alleen op strand met waardevolle spullen? Dan niet badderen!

Alleen op strand met waardevolle spullen? Dan niet badderen!

(Kifid-uitspraak GC 2024-0042) De spullen van de consument zijn tijdens een bezoek aan het strand in Thailand gestolen op het moment dat de consument de zee in is...

Een ORV, daar red je levens mee!

Een ORV, daar red je levens mee!

(Partner in kennis Dazure in katern Veilig Wonen in VVP 6-2023) Veilig wonen, dat is in het huidige tijdperk iets wat helaas steeds minder mensen kunnen beamen....

Kifid: afronding projectmatig behandelen beleggingsverzekeringsklachten in zicht

Kifid: afronding projectmatig behandelen beleggingsverzekeringsklachten in zicht

Op dit moment heeft Kifid nog ongeveer 80 beleggingsverzekeringsklachten in behandeling. Daarmee komt de afronding van de projectmatige en fasegewijze aanpak van...

Adviseur vroeg te laat renteaanbod aan

Adviseur vroeg te laat renteaanbod aan

(Kifid-uitspraak GC 2024-0038) De consumenten verwijten de adviseur dat hij niet tijdig een renteaanbod heeft aangevraagd bij de bank. Zij betalen daarom uiteindelijk...

Adviseur was te veel alleen doorgeefluik

Adviseur was te veel alleen doorgeefluik

(Kifid-uitspraak GC 2024-0022) De consument heeft in 1997 een beleggingsverzekering afgesloten. De consument vindt dat de tussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden...