Leren van Kifid-uitspraken Hypotheken (VVP 06-2022)

Kantoor Kifid

(Leren van Kifid-uitspraken Hypotheken, Ken je vak! VVP 06-2022) Vaktermen kunnen bij consumenten makkelijk tot misverstanden leiden. Voor de adviseur reden om deze termen niet te gebruiken of, wanneer dat echt niet anders kan, extra uitleg te geven. Een term die tot misverstanden kan leiden is ‘verhoogde inschrijving’.

In deze klacht gaat het om een situatie waarbij, in het kader van de hypothecaire geldlening, een hogere hypothecaire geldlening is ingeschreven dan het bedrag dat daadwerkelijk als lening aan de consument ter beschikking is gesteld. Wanneer de consument op enig moment de bank benadert om de hypothecaire geldlening te verhogen, voert de geldverstrekker een inkomenstoets uit en komt tot de conclusie dat het toekennen van de verhoging niet verantwoord is. De consumenten menen dat de verhoogde inschrijving hen ‘recht’ geeft om hun bestaande geldlening te verhogen.

De Geschillencommissie maakt met de volgende overweging de consumenten duidelijk dat dit niet de betekenis is van een verhoogde inschrijving: “Een verhoogde inschrijving brengt niet met zich mee dat de consumenten daarmee ook gegarandeerd hun hypothecaire geldlening kunnen verhogen. Immers zal de bank op het moment van de aanvraag tot de verhoging alsnog een volledige toets moeten uitvoeren op grond van het op dat moment geldende acceptatiebeleid en de (financiële) omstandigheden van dat moment. De commissie volgt de bank in deze toelichting en is van oordeel dat het feit dat er een verhoogde hypothecaire inschrijving was, dit niet met zich meebrengt dat de bank de verhoging derhalve had moeten goedkeuren. – Uitspraak GC 2022-0740

 

Niet voor uitkoop ex-partner?

In 2013 heeft de AFM gepubliceerd dat, in geval van een relatiebreuk en een dreigende gedwongen verkoop van de woning, het onder omstandigheden is toegestaan af te wijken van de reguliere krediettoets.

In 2020 is de relatie tussen de consument en zijn ex-partner geëindigd. De consument kan de hypotheek alleen dragen. De ex-partner wordt uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid ontheven. De consument vraagt vervolgens bij de geldverstrekker een verhoging van zijn hypotheek aan. De geldverstrekker weigert deze verhoging omdat deze niet zou passen binnen de leennormen. De consument is het hiermee niet eens en wijst op het eerdere standpunt van de AFM

De Geschillencommissie wijst de klacht van de consument af met onder meer de volgende overweging: “Daarnaast zien de uitspraken van de AFM met name op de situatie waarbij de achterblijvende partner op basis van een reguliere toets de bestaande hypotheeklasten niet zou kunnen voldoen. Daarvan lijkt in de situatie van de consument geen sprake. Immers gaat het hier om de vraag of de hypothecaire geldlening verhoogd kan worden ten behoeve van de uitkoop van de expartner van de consument. De bestaande hypotheeklasten waren voor de geldverstrekker (uiteindelijk) geen aanleiding om het ontslag uit de hoofdelijkheid niet te verlenen, kennelijk konden die volgens de geldverstrekker door de consument worden voldaan.” – Uitspraak GC 2022-0780

 

Leg vast wanneer overeenkomst van opdracht start

In maart 2020 vragen consumenten om een indicatieve berekening. In december 2020 doet men een bod op een woning. In januari 2021 stelt de adviseur het advies op en bemiddelt bij de totstandkoming van de hypotheek. De vraag ontstaat wat het exacte moment is dat er tussen een consument en een adviseur een overeenkomst van opdracht ontstaat.

Voor een overeenkomst van opdracht is niet vereist dat er sprake is van een schriftelijke overeenkomst. Vaststaat dat er op verschillende momenten en via verschillende kanalen contact is geweest tussen de consumenten en de adviseur. Ook heeft de adviseur een indicatieve berekening gemaakt voor de consumenten.

De Commissie spreekt hierop uit dat de start van de overeenkomst van opdracht het moment is waarop de consument voor het eerst een indicatieve berekening vroeg. 

POWERED BY NVHP

 

 

 

 

 

Reactie toevoegen

 
Adviseur hoeft gegevens niet tot in detail te beoordelen

Adviseur hoeft gegevens niet tot in detail te beoordelen

(Kifid-uitspraak GC 2023-0912) De adviseur heeft voor de consumenten een aanvraag voor een hypothecaire geldlening ingediend bij een geldverstrekker. De consumenten...

Onzorgvuldigheid kost adviseur 20 mille

Onzorgvuldigheid kost adviseur 20 mille

(Kifid-einduitspraak GC 2023-0726B) In de tussenuitspraak heeft de Geschillencommissie geoordeeld dat de adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden door na te laten...

Leren van Kifid-uitspraken hypotheken VVP 6-2023

Leren van Kifid-uitspraken hypotheken VVP 6-2023

(Leren van Kifid-uitspraken Hypotheken, Ken je vak! VVP 6-2023) Reikwijdte advies bij nieuwbouw HYPOTHEKEN – De consumenten wenden zich op enig moment...

Inbouwkookplaat is opstal, geen inboedel

Inbouwkookplaat is opstal, geen inboedel

(Kifid-uitspraak GC 2023-0909) Door een gevallen olijffles is er schade ontstaan aan de inbouwkookplaat van de consumenten. De verzekeraar dekt deze schade niet...

Geen schade ondanks premiestijging

Geen schade ondanks premiestijging

(Kifid-uitspraak GC 2023-0893) De verzekeraar heeft de consumenten pas geruime tijd na de renteverlaging van de hypotheek geïnformeerd dat ook de rentevergoeding...

Geen recht op duurzaamheidskorting

Geen recht op duurzaamheidskorting

(Kifid-uitspraak GC 2023-0894) De consument en zijn (inmiddels ex-)partner hebben in 2020 bij Florius een hypothecaire geldlening afgesloten met een rentevastperiode...

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

(Kifid-uitspraak GC 2023-0898) Heeft de adviseur uitvoering gegeven aan zijn waarschuwingsplicht? Uit de beschikbare documentatie blijkt niet dat de adviseur de...

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

(Rechtspraak) DAS hoeft de advocaatkosten van een klager bij Kifid niet verder te vergoeden dan volgens het Kifid-reglement. Dat oordeelt de kantonrechter. Volgens...

Kifid: maandlastenbeschermer is geen complex product

Kifid: maandlastenbeschermer is geen complex product

(Kifid-uitspraak GC 2023-0886) De consument vindt dat de assurantietussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden, omdat hij in 2007 heeft geadviseerd een maandbedrag...

Consument klaagt te laat over fout adviseur

Consument klaagt te laat over fout adviseur

(Kifid-uitspraak GC 2023-0887) De consument heeft niet tijdig, nadat zij dit had moeten ontdekken, geklaagd over de door haar gestelde gebrekkige prestatie van de...