Leren van Kifid-uitspraken (VVP 06-2022)

Kantoor Kifid

(Leren van Kifid-uitspraken, Ken je vak! VVP 06-2022) PRIVACY – De consument heeft met een beroep op het recht op vergetelheid gevorderd dat haar hele dossier bij de uitvoerder van de rechtsbijstand en het medisch adviesbureau binnen veertien dagen na de uitspraak van de Geschillencommissie wordt vernietigd.

De commissie merkt op dat “het recht op vergetelheid op grond van artikel 17 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geen absoluut recht is. Dit betekent dat hier niet in elke situatie een beroep op kan worden gedaan. Dit is in de onderhavige situatie het geval, omdat de uitvoerder het dossier nog nodig heeft, nu de consument nog aanspraak wenst te maken op de rechtsbijstandverzekering en de uitvoerder het dossier nodig heeft voor het voeren van verweer. De commissie kan daarom het verzoek tot vernietiging van het dossier op dit moment niet toewijzen. Voor zover het verzoek betrekking heeft op het medisch adviesbureau geldt dat die geen partij is bij dit geschil en om die reden kan dat verzoek niet worden toegewezen”.

Ook kan de commissie niet oordelen over het al dan niet aanbieden van excuses, “omdat het aanbieden van excuses een gemoedstoestand veronderstelt die de commissie niet aan partijen kan opleggen.” – Uitspraak GC 2022-0907

 

Niet aansprakelijk, want geen contractsoverneming

AANSPRAKELIJKHEID – De adviseur slechts kan worden aangesproken op eventuele fouten van voormalige adviseurs indien die aansprakelijkheid krachtens contractsoverneming of rechtsopvolging op de adviseur is overgegaan. Van rechtsopvolging is in dit geval geen sprake, aldus de Geschillencommissie. “De vraag is dan”, schrijft de commissie, “ of sprake is geweest van contractsoverneming. Daarvoor is op grond van artikel 6:159 BW onder meer vereist dat de consument met de contractsoverneming heeft ingestemd. Tussen partijen is niet in geschil dat de consument in 2016 voorafgaand aan de overdracht van de verzekeringsportefeuille aan de adviseur, niet is geïnformeerd of gevraagd daaraan voor wat betreft de overdracht van zijn verzekering mee te werken. Onder die omstandigheden kan geen sprake zijn van een rechtsgeldige contractsoverneming. Dit betekent dat de adviseur niet kan worden aangesproken voor de eventuele fouten van de voormalige adviseur bij het premievrij maken van de verzekering.” – Uitspraak GC 2022-0865

 

Alleen smartengeld in uitzonderlijke gevallen

SMARTENGELD – Immateriële schade komt slechts in uitzonderlijke gevallen voor vergoeding in aanmerking, er moet dan voldaan zijn aan de vereisten van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Kort samengevat gaat het om de volgende situaties: (a) de aansprakelijke persoon heeft het nadeel opzettelijk toegebracht, (b) de benadeelde heeft lichamelijk letsel, is in zijn eer of goede naam geschaad of op andere wijze in zijn persoon aangetast of (c) de nagedachtenis van een overledene is aangetast.

Degene die het smartengeld vordert moet met concrete gegevens onderbouwen dat zich een van deze situaties heeft voorgedaan. De uitvoerder van de rechtsbijstand erkent dat er in dit geval op verschillende momenten onvoldoende voortvarend op de klachten van de consument is gereageerd. De klacht van de consument over de wijze waarop haar klachten zijn behandeld is in zoverre gegrond. De vordering tot vergoeding van 7.500 euro aan smartengeld voor wat de uitvoerder haar heeft aangedaan, wijst de Geschillencommissie echter af. – Uitspraak GC 2022-0899

 

Adviseur natuurlijk persoon met privacyklacht

REGISTRATIE – De Geschillencommissie oordeelt dat een verzekeringsadviseur door a.s.r. terecht drie jaar in Incidentenregister en Extern Verwijzingsregister (EVR) is opgenomen wegens valsheid in geschrifte. Maar Kifid behandelt op grond van zijn reglement toch alleen klachten van consumenten?

Op grond van artikel 60 van het reglement is een consument een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen. De commissie: “In artikel 60 van het reglement is ook bepaald dat onder het begrip consument tevens wordt begrepen de natuurlijke persoon met een privacyklacht. Aangezien een klacht over de verwerking van persoonsgegevens een privacyklacht is, is de klager, voor zover hij klaagt over de registratie van zijn persoonsgegevens, consument in de zin van het reglement. In zoverre is zijn klacht dus wél behandelbaar.”

Om ervoor te zorgen dat zijn klant de schadevrije jaren van zijn vader kon overnemen heeft de adviseur het polisblad van de verzekering van de vader van de klant bewerkt, zodat hierop stond dat de klant regelmatige bestuurder was van de auto van zijn vader. Wegens deze valsheid in geschrifte nam a.s.r. de persoonsgegevens van de adviseur voor de duur van acht jaar op in het Incidentenregister en het EVR. Na bemiddeling van een advocaat bracht de verzekeraar dit terug naar drie jaar, volgens de Geschillencommissie een redelijke termijn. – Uitspraak GC 2022-0871

 

Driemaandentermijn niet vermeld

TERMIJNEN – In artikel 5 van het Kifid-reglement staat binnen welke termijn de klacht moet zijn ingediend om voor behandeling in aanmerking te komen. Het artikel bevat twee verschillende termijnen. In artikel 5.1 staat dat de klacht moet zijn ingediend binnen een jaar nadat de consument deze voor het eerst aan de financiële dienstverlener heeft voorgelegd (de eenjaarstermijn). Verder staat in artikel 5.2 vermeld dat de consument de klacht binnen drie maanden na de dagtekening van de brief of het bericht waarin de financiële dienstverlener zijn definitieve standpunt over de klacht aan de consument kenbaar heeft gemaakt bij Kifid moet indienen, mits in die brief is verwezen naar Kifid en is gewezen op de driemaandentermijn.

In artikel 5.3 is bepaald dat wanneer de financiële dienstverlener in zijn definitieve standpunt wel heeft gewezen op Kifid, maar niet heeft gewezen op de driemaandentermijn, een consument de klacht binnen een redelijke termijn na de afwijzing moet indienen.

In dit geval heeft de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van de adviseur in zijn reactie van november 2021 verwezen naar Kifid, echter zonder vermelding van de driemaandentermijn. Deze reactie van november 2021 beschouwt de commissie “als het definitieve standpunt van de adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 5.3 van het reglement is na ontvangst van die reactie de termijn aangevangen waarbinnen de consument zijn klacht bij Kifid diende in te dienen. Omdat er in het definitieve standpunt niet gewezen is op de driemaandentermijn, dient de consument zijn klacht binnen een redelijke termijn in te dienen. De consument heeft zijn klacht op 16 december 2021 ingediend bij Kifid. Naar het oordeel van de commissie heeft de consument zijn klacht hiermee tijdig ingediend. Dat de klacht na het verstrijken van de eenjaarstermijn is ingediend, doet hier niets aan af, nu de interne klachtprocedure meer dan één jaar heeft geduurd. Dit betekent dat de klacht behandelbaar is”. – Uitspraak GC 2022-0851

 

 

 

Reactie toevoegen

 
Onzorgvuldigheid kost adviseur 20 mille

Onzorgvuldigheid kost adviseur 20 mille

(Kifid-einduitspraak GC 2023-0726B) In de tussenuitspraak heeft de Geschillencommissie geoordeeld dat de adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden door na te laten...

Leren van Kifid-uitspraken hypotheken VVP 6-2023

Leren van Kifid-uitspraken hypotheken VVP 6-2023

(Leren van Kifid-uitspraken Hypotheken, Ken je vak! VVP 6-2023) Reikwijdte advies bij nieuwbouw HYPOTHEKEN – De consumenten wenden zich op enig moment...

Inbouwkookplaat is opstal, geen inboedel

Inbouwkookplaat is opstal, geen inboedel

(Kifid-uitspraak GC 2023-0909) Door een gevallen olijffles is er schade ontstaan aan de inbouwkookplaat van de consumenten. De verzekeraar dekt deze schade niet...

Geen schade ondanks premiestijging

Geen schade ondanks premiestijging

(Kifid-uitspraak GC 2023-0893) De verzekeraar heeft de consumenten pas geruime tijd na de renteverlaging van de hypotheek geïnformeerd dat ook de rentevergoeding...

Geen recht op duurzaamheidskorting

Geen recht op duurzaamheidskorting

(Kifid-uitspraak GC 2023-0894) De consument en zijn (inmiddels ex-)partner hebben in 2020 bij Florius een hypothecaire geldlening afgesloten met een rentevastperiode...

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

(Kifid-uitspraak GC 2023-0898) Heeft de adviseur uitvoering gegeven aan zijn waarschuwingsplicht? Uit de beschikbare documentatie blijkt niet dat de adviseur de...

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

(Rechtspraak) DAS hoeft de advocaatkosten van een klager bij Kifid niet verder te vergoeden dan volgens het Kifid-reglement. Dat oordeelt de kantonrechter. Volgens...

Kifid: maandlastenbeschermer is geen complex product

Kifid: maandlastenbeschermer is geen complex product

(Kifid-uitspraak GC 2023-0886) De consument vindt dat de assurantietussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden, omdat hij in 2007 heeft geadviseerd een maandbedrag...

Consument klaagt te laat over fout adviseur

Consument klaagt te laat over fout adviseur

(Kifid-uitspraak GC 2023-0887) De consument heeft niet tijdig, nadat zij dit had moeten ontdekken, geklaagd over de door haar gestelde gebrekkige prestatie van de...

Eigenaar gezonken woonark gaat nat bij Kifid

Eigenaar gezonken woonark gaat nat bij Kifid

(Kifid-uitspraak GC 2023-0877) De consument heeft een beroep op de verzekering gedaan nadat zijn woonark is gezonken. De verzekeraar heeft dekking afgewezen, onder...