Eigenaar gezonken woonark gaat nat bij Kifid
(Kifid-uitspraak GC 2023-0877) De consument heeft een beroep op de verzekering gedaan nadat zijn woonark is gezonken. De verzekeraar heeft dekking afgewezen, onder verwijzing naar de verzekeringsvoorwaarden. Hierin staat dat schade niet verzekerd is als openingen in de woonark lager liggen dan 20 centimeter van de waterlijn (het vrijboord). De consument is van mening dat de tussenpersoon hem actief op deze uitsluiting had moeten wijzen. De Geschillencommissie is van oordeel dat de tussenpersoon de consument voldoende heeft geïnformeerd. Van een zorgplichtschending is geen sprake. Vordering afgewezen.
Kort nadat de consument op de ark is gaan wonen, kreeg hij te maken met enkele zware stormen in de periode 16-21 februari 2022. Tijdens de storm kwam de ark scheef te liggen, waardoor water door de ventilatieopeningen naar binnen is gelopen. Dit heeft ertoe geleid dat de ark op 23 februari 2022 gedeeltelijk is gezonken. De consument vordert dat de tussenpersoon zijn schade vergoedt, te weten 226.700 euro plus wettelijke rente.
Allereerst stelt de commissie vast dat "de tussenpersoon de consument voorafgaand aan het aanvragen van de verzekering heeft geadviseerd de ark te laten inspecteren voor aankoop. Uit de inspectie die vervolgens door [X] is uitgevoerd bleek dat drie standpijpen open stonden. Ter toelichting hierover is in het rapport opgenomen dat bij standpijpen de hoogte van belang is én dat de meeste verzekeraars vragen om een minimale uitwatering van 20 centimeter. Waarbij ook is vermeld dat met minimale uitwatering het verschil tussen waterlijn en de laagste opening van het casco wordt bedoeld.
"Vervolgens heeft de tussenpersoon een e-mail met twee offertes aan de consument verstuurd met daarbij de verzekeringskaart en de van toepassing zijnde voorwaarden. In deze beide stukken wordt de uitsluiting duidelijk en nadrukkelijk vermeld. Ter zitting heeft de consument verklaard dat hij de bijlagen bij de e-mail slechts op hoofdlijnen heeft bekeken. De NAW-gegevens, de hoogte van de premie en het eigen risico heeft hij gecontroleerd. De voorwaarden heeft de consument, naar eigen zeggen, niet gelezen. Nu de tussenpersoon de consument in de e-mail nadrukkelijk heeft verzocht om de bijlagen door te nemen, mocht de tussenpersoon er vanuit gaan dat de consument dat had gedaan en mocht zij er dus vanuit gaan dat de consument bekend was met de uitsluiting en die begreep. Daar komt bij dat niet ter discussie staat dat de consument voor het sluiten van de verzekering zelf het aanvraagformulier heeft ingevuld en daarbij de vraag ‘Zijn de standpijpen en overige openingen minimaal 20 cm boven de waterlijn?’ met ‘ja’ heeft beantwoord. Hiermee staat naar het oordeel van de commissie in voldoende mate vast dat de tussenpersoon de consument bij het sluiten van de verzekering voldoende heeft begeleid en geïnformeerd over de hier van belang zijnde dekkingsuitsluiting. Gelet op het voorgaande kon en behoorde de consument bekend te zijn dat het vrijboord een belangrijk onderdeel van de verzekering was en mocht de tussenpersoon er gerechtvaardigd op vertrouwen dat de consument dit voldoende bekend en duidelijk was.
"Het nog actiever informeren over het belang van het vrijboord, zoals de consument stelt, zou naar het oordeel van de commissie niet tot een andere uitkomst hebben geleid. Uit het rapport van [X] volgt namelijk niet dat er - naast de openstaande standpijpen - ook sprake was van ventilatieopeningen aan de buitenzijde van de ark die lager dan 20 centimeter van de waterlijn af lagen. Noch de consument, noch de tussenpersoon, waren er dan ook op bedacht dat er ventilatieopeningen waren die een zeker risico met zich brachten. Zelfs al zou de tussenpersoon de consument nog een keer nadrukkelijk op de dekkingsuitsluiting hebben gewezen, dan nog was de aanwezigheid van de ventilatieopeningen niet onder zijn aandacht geweest en was het gedeeltelijk zinken niet voorkomen."
Reactie toevoegen
Klant maakt schending zorgplicht niet hard
(Kifid-uitspraak GC 2024-1024) De consument heeft via de tussenpersoon een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. Zijn klachten zijn dat de tussenpersoon...
Niet aan adviseur om te beoordelen of NHG van toepassing is
(Kifid-uitspraak GC 2024-1011) De consumenten stellen dat zij schade lijden doordat de adviseur is tekortgeschoten in de op hem rustende verplichtingen, waardoor...
Schade door babbeltruc niet gedekt
(Kifid-uitspraak GC 2024-1002) De consument is het slachtoffer geworden van een zogenoemde babbeltruc. Oplichters hebben de consument gebeld en haar verteld dat...
(Kifid-uitspraak GC 2024-1005) Waterschade nadat water via de koekoeken het souterrain is binnengedrongen. Tussen partijen staat ter discussie of de verzekeraar...
Verzekeraar mag uitgaan van eerste lezing
(Kifid-uitspraak GC 2024-1004) De consument vordert dat de verzekeraar de schade aan een jas die zijn echtgenote aanhad op het moment van de beschadiging uitkeert....
Onno van Veldhuizen voorzitter bestuur Kifid
Het bestuur van Kifid heeft dr. Onno van Veldhuizen per 1 januari 2025 benoemd tot de nieuwe voorzitter van het bestuur van Kifid. Van Veldhuizen is sinds oktober...
Klant moet zelf bedacht zijn op onderverzekering
(Kifid-uitspraak GC 2024-0994) Bij een inbraak in haar woning zijn de sieraden van de consument gestolen. In verband met onderverzekering heeft de verzekeraar niet...
Fout in berekening overwaarde kost adviseur zeven mille
(Kifid-uitspraak GC 2024-0996) De hypotheekadviseur heeft een fout gemaakt in de berekening van de overwaarde. Naar het oordeel van de Geschillencommissie gaat het...
(Kifid-uitspraak GC 2024-0988) De vloerbedekking op de overloop is beschadigd. De consument verlangt ook uitkering van de vervangingskosten van de vloerbedekking...
(Kifid-uitspraak GC 2024-0974) De consument heeft schade aan de gietvloer in de keuken door een eigen gebrek aan de vloer. Los van de herstelkosten van de gietvloer...