Oud contract niet té letterlijk nemen
LEVEN - De eisen die aan een uitvaart worden gesteld, veranderen in de loop der tijd. Een treffend voorbeeld hiervan is te vinden in deze klacht. In 1949 wordt een uitvaartverzekering afgesloten. Verzekerd wordt een ‘uiterst verzorgde begrafenis’. Op de polis staat geen maximaal verzekerd bedrag, maar wel het type diensten die in het kader van de begrafenis door de verzekeraar in natura worden geleverd.
De verzekerde komt te overlijden en wordt vervolgens gecremeerd. De nabestaanden ontvangen hierna een forse nota voor de kosten die wel ter zake de uitvaart zijn gemaakt, maar die naar het oordeel van de verzekeraar niet onder de in 1949 beschreven dekkingsonderdelen vallen. Discussie ontstaat over onder meer de volgende twee posten.
- De (op grond van milieueisen verplichte) verwijdering van de pacemaker van de overledene weigert de verzekeraar uit te keren omdat deze niet valt onder de wel verzekerde dienst ‘opbaren’, maar onder de niet verzekerde dienst ‘verzorging van de overledene’. De geschillencommissie deelt dit standpunt van de verzekeraar.
- De verzekeraar weigert de kosten van de crematie te vergoeden. Dit met als argument dat verzekerd is een begrafenis. Naar het oordeel van deze verzekeraar is een begrafenis iets anders dan een crematie. De verzekeraar wil daarom wel de grafrechten vergoeden maar niet de kosten van ‘asbestemming’..
De geschillencommissie is echter van oordeel dat in deze tijd met het begrip begrafenis ook een crematie kan worden bedoeld. De verzekeraar moet deze kosten vergoeden. De geschillencommissie komt tot deze afwegingen op grond van een eerdere uitspraak van de Hoge Raad uit 1981 (Haviltex). Kern van de uitkomst van dit arrest is, dat - indien een verzekeringsovereenkomst (uit het verre verleden) onduidelijkheden bevat voor het antwoord op de vraag wat de verplichtingen van de verzekeraar zijn - deze vraag niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract.
Voor de beantwoording van die vraag komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht. - Uitspraak 2018-530
Reactie toevoegen
Editie
Kifid: klant mag contra-expert onderzoek laten verrichten
(Geschillencommissie Kifid uitspraak 2022-0180A). Een klant wordt in de gelegenheid gesteld om een contra-expert onderzoek te laten verrichten naar de schadeoorzaak...
Kifid: fraude bewezen, toch vergoeding schade
(Geschillencommissie Kifid uitspraak 2022-0173) De consument, eigenaresse van een Audi A1, is samen met haar partner betrokken geweest bij een nachtelijke botsing...
Kranenburg nieuw lid Geschillencommisie Kifid
Hendrik-Jan Kranenburg is benoemd tot lid van de Geschillencommissie Kifid met veterinaire deskundigheid. Hij vervult de functie als nevenfunctie en is niet werkzaam...
Geschillencommissie Kifid kan verder met beleggingsverzekeringsklachten
De Geschillencommissie Kifid kan verder met de behandeling en beoordeling van beleggingsverzekeringsklachten van het type universal life, aldus stelt Kifid na kennisname...
Kifid: klachten over woekerpolissen nemen gestaag af
In 2021 hebben opnieuw ruim 100 consumenten duidelijkheid gekregen over hun klacht over een beleggingsverzekering. Voor 40 klachten is door bemiddeling een oplossing...
Voorzitter Commissie van Beroep Kifid: wrakingsverzoek kennelijk ongegrond
Voorzittersbeslissing 2022-0006V (Wraking). De gemachtigde van twee consumenten heeft de leden van de Commissie van Beroep van Kifid gewraakt. Dit omdat de commissie...
Kifid: klacht tegen Koersplan van Aegon afgewezen
(Bindende uitspraak Geschillencommissie Kifid 2021-1070) De Geschillencommissie Kifid wijst klacht van een consument over een Koersplan-beleggingsverzekering af....
Kifid: Interbank sluit consumenten ten onrechte uit van compensatieregeling
(Bindende uitspraak Geschillencommissie Kifid 2022-0029) Twee consumenten komen alsnog in aanmerking voor de compensatieregeling van Interbank voor mogelijk...
Kifid: geen contractuele relatie, dan klacht niet behandelbaar
(Kifid-uitspraak GC 2021-1104, bindend) De Geschillencommissie Kifid stelt dat Kifid geen klachten kan behandelen als er geen contractuele relatie tot de verzekeraar...
kifid: zorgplicht adviseur kent grenzen
(Kifid-uitspraak GC 2021-1101, bindend) Volgens de Geschillencommissie Kifid reikt de zorgplicht van een adviseur niet zover dat hij alle verzekeringsmogelijkheden...