Kifid: afzeggen afspraak geen schending zorgplicht

1. 5 augustus 2021
2. 1 reactie

(Kifid uitspraak GC 2021-0684) De consument heeft in het verleden met zijn ex-partner een hypothecaire geldlening afgesloten bij ABN Amro. Nadat de consument en zijn ex-partner uit elkaar zijn gegaan, heeft de ex-partner bij de rechter afgedwongen dat de consument meewerkt aan de verkoop van de gemeenschappelijke woning. De consument heeft daarna een gesprek gepland met de bank over de gevolgen van de verkoop, waaronder het ontstaan van een restschuld. Het gesprek is kort van tevoren afgezegd door de bank. De consument stelt dat de bank haar zorgplicht heeft geschonden door niet met hem in gesprek te gaan over het financieren van de restschuld. Hierdoor is hij in financiële problemen gekomen. De commissie is van oordeel dat de bank weliswaar netter had kunnen handelen, maar dat het afzeggen van het gesprek geen grond oplevert voor toewijzing van de vorderingen.

De commissie merkt op dat ter zitting is gebleken dat aan de ex-partner van de consument door de rechter een volmacht is verleend om de gemeenschappelijke woning te verkopen omdat de consument zelf niet voldoende medewerking verleende aan de verkoop. De bank kan daarom niet worden verweten dat zij de consument verder niet heeft betrokken bij de afwikkeling van de hypothecaire geldlening; dit is door de rechterlijke uitspraak immers volledig in handen gegeven aan zijn ex-partner. Hoewel het netter was geweest om het gesprek met de consument doorgang te laten vinden, levert het afzeggen daarvan geen grond op voor toewijzing van de vorderingen.

Voor zover de consument stelt dat de bank bezwaar had moeten maken tegen de verkoop van de woning vanwege een te lage verkoopprijs, overweegt de commissie het volgende. Op grond van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geldt als uitgangspunt dat de partij, in dit geval de consument, die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten haar stelling moet bewijzen als deze door de wederpartij gemotiveerd wordt betwist. De bank heeft voldoende gemotiveerd betwist dat de verkoopprijs van de woning destijds te laag was. Nu de consument zijn stelling op geen enkele wijze heeft onderbouwd, is de commissie van oordeel dat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling. Over de door de verkoop ontstane restschuld, waarvoor de consument voor de helft aansprakelijk is, kan dan ook niet gezegd worden dat deze te hoog is, zodat er ook geen grondslag is om de bank aansprakelijk te houden voor de gevolgen die het ontstaan van die restschuld voor hem heeft gehad. 

Gelet op het voorgaande verklaart de commissie de klacht van de consument ongegrond en dienen de vorderingen te worden afgewezen.

Reactie toevoegen

Naam

E-mailadres

Reactie

Organisatie

Telefoonnummer

VVPVIP HypothekenVVP Innovatie PlatformVIP SchadeVVP Twitter

Toevoegen 

Abonnement aanvragen