Koersdaling geen wezenlijke wijziging beleggingspolis

Effectenbeurs aandelen via Pixabay 2

De nazorgverplichting van een adviseur reikt bij beleggingsverzekeringen niet zover dat hij contact met consument diende op te nemen omdat de koersen van de aandelen in de jaren 2002-2004 aanzienlijk daalden. De nazorgverplichting houdt ook niet in dat een tussenpersoon gedurende de looptijd van de verzekering informatie moet verstrekken over andere financiële producten die mogelijk een alternatief zouden kunnen zijn voor de beleggingsverzekering. De Commissie van Beroep van Kifid bevestigt de uitspraak van de Geschillencommissie (CvB 2021-0007).

Naar de Commissie van Beroep begrijpt, “gaat het Consument niet zo zeer erom of een beleggingsverzekering destijds (in 1999) een passend product voor hem was. De stelling komt erop neer dat er andere, betere en goedkopere beleggingsverzekeringen op de markt waren, die de Tussenpersoon had moeten adviseren. De Commissie van Beroep verwerpt die stelling. Dat er in 1999 betere en goedkopere beleggingsverzekeringen op de markt waren, heeft de gemachtigde van Consument onvoldoende onderbouwd. Voor de Levob Hollandsch Gloriepolis geldt dat onduidelijk is of deze polis in 1999 nog beschikbaar was; de overgelegde brochure dateert namelijk uit 1994. Daarnaast kan op grond van een brochure niet worden vastgesteld dat deze verzekering voor Consument goedkoper (en beter) zou zijn geweest.

“Naar het oordeel van de Commissie van Beroep reikt de (na)zorgplicht van de Tussenpersoon niet zo ver dat de Tussenpersoon de actie moest ondernemen die Consument noemt naar aanleiding van de koersdaling in 2002-2004 of naar aanleiding van de omstandigheid dat in 2007 bekend werd dat in 2008 het product banksparen/-beleggen op de markt zou komen. Dat laatste (wat er zij van de vraag welk product of welke producten Consument precies bedoelt, wanneer dat product of die producten precies op de markt is/zijngekomen en wanneer dat bekend werd) kan niet worden aangemerkt als een wezenlijke wijziging van de informatie als bedoeld in artikel 4:20 lid 3 Wft. Die wetsbepaling verwijst – als gezegd –naar artikel 4:20lid 1 Wft. Op grond van artikel 4:20 leden 1 en 3 Wft (en de nadere regelgeving) moet de Tussenpersoon tussentijds informatie verstrekken over wezenlijke wijzigingen in de beleggingsverzekering die Consument heeft gesloten. De nazorgplicht als bedoeld in art. 4:20 lid 3Wft zietniet op informatieverstrekking over andere producten. Tegen deze achtergrond is de Commissie van Beroep van oordeel dat Consument onvoldoende heeft toegelicht waarom zou moeten worden aangenomen dat de Tussenpersoon in 2007 op grond van artikel 4:20 lid 3 Wft of op grond van een civielrechtelijke nazorgplicht aan Consument zou hebben moeten meedelen dat binnenkort het product banksparen/-beleggen op de markt zou komen.”

Reactie toevoegen

 
Adviseur hoeft gegevens niet tot in detail te beoordelen

Adviseur hoeft gegevens niet tot in detail te beoordelen

(Kifid-uitspraak GC 2023-0912) De adviseur heeft voor de consumenten een aanvraag voor een hypothecaire geldlening ingediend bij een geldverstrekker. De consumenten...

Onzorgvuldigheid kost adviseur 20 mille

Onzorgvuldigheid kost adviseur 20 mille

(Kifid-einduitspraak GC 2023-0726B) In de tussenuitspraak heeft de Geschillencommissie geoordeeld dat de adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden door na te laten...

Leren van Kifid-uitspraken hypotheken VVP 6-2023

Leren van Kifid-uitspraken hypotheken VVP 6-2023

(Leren van Kifid-uitspraken Hypotheken, Ken je vak! VVP 6-2023) Reikwijdte advies bij nieuwbouw HYPOTHEKEN – De consumenten wenden zich op enig moment...

Inbouwkookplaat is opstal, geen inboedel

Inbouwkookplaat is opstal, geen inboedel

(Kifid-uitspraak GC 2023-0909) Door een gevallen olijffles is er schade ontstaan aan de inbouwkookplaat van de consumenten. De verzekeraar dekt deze schade niet...

Geen schade ondanks premiestijging

Geen schade ondanks premiestijging

(Kifid-uitspraak GC 2023-0893) De verzekeraar heeft de consumenten pas geruime tijd na de renteverlaging van de hypotheek geïnformeerd dat ook de rentevergoeding...

Geen recht op duurzaamheidskorting

Geen recht op duurzaamheidskorting

(Kifid-uitspraak GC 2023-0894) De consument en zijn (inmiddels ex-)partner hebben in 2020 bij Florius een hypothecaire geldlening afgesloten met een rentevastperiode...

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

(Kifid-uitspraak GC 2023-0898) Heeft de adviseur uitvoering gegeven aan zijn waarschuwingsplicht? Uit de beschikbare documentatie blijkt niet dat de adviseur de...

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

(Rechtspraak) DAS hoeft de advocaatkosten van een klager bij Kifid niet verder te vergoeden dan volgens het Kifid-reglement. Dat oordeelt de kantonrechter. Volgens...

Kifid: maandlastenbeschermer is geen complex product

Kifid: maandlastenbeschermer is geen complex product

(Kifid-uitspraak GC 2023-0886) De consument vindt dat de assurantietussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden, omdat hij in 2007 heeft geadviseerd een maandbedrag...

Consument klaagt te laat over fout adviseur

Consument klaagt te laat over fout adviseur

(Kifid-uitspraak GC 2023-0887) De consument heeft niet tijdig, nadat zij dit had moeten ontdekken, geklaagd over de door haar gestelde gebrekkige prestatie van de...